Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte],
medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd.
‘cardate’waarbij ze de klanten naar een door de verdachten uitgekozen plek stuurden alwaar ze zonder het verrichten van de afgesproken diensten met het geld ervandoor gingen. De verdachte en [medeverdachte] stonden op veilige afstand en zorgden met een open verbinding ervoor dat ze konden ingrijpen indien nodig was. Ondanks deze open verbinding waren het [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] die de fysieke handelingen voor de oplichting verrichten en die daarbij gevaar liepen. Dit alles laat zien dat de verdachte er enkel op uit was om op een snelle en gemakkelijke manier geld te verdienen. De nietsvermoedende klanten waren het doelwit omdat zij volgens de verdachte toch niet naar de politie zouden gaan nu zij immers afspraken met minderjarige meiden voor seks. Dit alles neemt het hof de verdachte kwalijk.
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Het hof zal daarbij bepalen dat gijzeling voor na te melden duur kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid niet opheft.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
358 (driehonderdachtenvijftig) dagen;
179 (honderdnegenenzeventig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 3 (drie) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- dat de veroordeelde zich binnen drie werkdagen na het onherroepelijk worden van dit vonnis meldt bij Reclassering Nederland, [adres 2] ([telefoonnummer]) en hij blijft zich hierna gedurende de proeftijd melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
- dat de veroordeelde meewerkt aan het vinden en behouden van een dagbesteding, het regelen van zijn financiën en het realiseren van een steunend sociaal netwerk;
- dat de veroordeelde meewerkt aan een ambulante behandeling (mede voor zijn middelengebruik) door een door de reclassering te bepalen zorgverlener. Deze behandeling duurt de gehele proeftijd of zolang de reclassering dat nodig vindt en de veroordeelde moet zich houden aan de huisregels en aanwijzingen van de zorgverlener;
- dat de veroordeelde gedurende de volledige proeftijd verblijft bij een, door de reclassering te bepalen, instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang die is gespecialiseerd in mensen met een verstandelijke problematiek. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt en de veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma van de instelling, die in overleg met de reclassering zijn opgesteld;
- dat het de veroordeelde op geen enkele wijze - direct of indirect - contact heeft of zoekt met de heer [medeverdachte], geboren op [geboortedatum 2] in [geboorteplaats 2]. De politie ziet toe op handhaving van dit contactverbod.
taakstrafvoor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
120 (honderdtwintig) dagen hechtenis;
€ 155,74 (honderdvijfenvijftig euro en vierenzeventig cent) ter zake van materiële schade, waarvoor de verdachte met de mededaders hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 april 2019 tot aan de dag der voldoening;
€ 155,74 (honderdvijfenvijftig euro en vierenzeventig cent) als vergoeding voor materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 april 2019 tot aan de dag der voldoening,en bepaalt dat
gijzeling voor de duur van ten hoogste 3 (drie) dagenkan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid van de schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft;