ECLI:NL:GHSHE:2021:2503
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep partneralimentatie en schorsing verdeling huwelijksgoederengemeenschap
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de vrouw tegen een beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Middelburg, van 17 februari 2021. De vrouw heeft in hoger beroep verzocht om meerdere provisionele voorzieningen, waaronder een verzoek tot het treffen van voorlopige voorzieningen met betrekking tot de partneralimentatie die de man aan de vrouw dient te betalen, en het gebruik van de echtelijke woning en de inboedel. Daarnaast heeft de vrouw verzocht om de uitvoerbaar-verklaring bij voorraad van de bestreden beschikking te schorsen, specifiek met betrekking tot de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap, inclusief bankrekeningen.
Tijdens de procedure heeft de advocaat van de vrouw op verschillende momenten de provisionele voorzieningen ingetrokken. Het hof heeft vastgesteld dat de door de vrouw verzochte provisionele voorzieningen niet langer worden gehandhaafd. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de vrouw niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in haar verzoeken. Het hof heeft in zijn beslissing de vrouw niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoeken tot het treffen van een provisionele voorziening en tot schorsing van de beschikking van de rechtbank.
De uitspraak is gedaan door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 5 augustus 2021, waarbij de betrokken rechters de beschikking in het openbaar hebben uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.