Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de vader, bijgestaan door mr. Eryilmaz;
- de moeder, bijgestaan door mr. Elias (beiden via beeldbelverbinding);
- een vertegenwoordiger van de raad.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om een hoger beroep van de vader tegen een beschikking van de rechtbank Oost-Brabant. De vader verzocht om een omgangsregeling met zijn minderjarige kind, geboren in 2013, na een lange periode van geen contact. De moeder, die met het kind in een justitieel beschermingsprogramma verblijft, verzet zich tegen de omgangsregeling. De vader betwist dat er reden is voor het beschermingsprogramma en stelt dat hij geen gevaar vormt. Tijdens de mondelinge behandeling op 21 juni 2021 zijn beide partijen gehoord, evenals een vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming. Het hof heeft vastgesteld dat de moeder en het kind een nieuwe identiteit hebben aangenomen en sinds januari 2021 onvindbaar zijn voor de vader. Het hof oordeelt dat omgang tussen de vader en het kind in de huidige omstandigheden niet in het belang van het kind is, gezien de veiligheidsrisico's. De vader's verzoek om een omgangsregeling wordt afgewezen en de beschikking van de rechtbank wordt bekrachtigd. De proceskosten worden gecompenseerd, aangezien partijen gewezen echtgenoten zijn.