In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om een hoger beroep tegen een beschikking van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, betreffende het bewind en mentorschap van de rechthebbende. De verzoekster, moeder van de rechthebbende, heeft in hoger beroep verzocht om de beschikking van de rechtbank te vernietigen en om haarzelf als mentor en [B.V. 1] B.V. als nieuwe bewindvoerder te benoemen. De huidige bewindvoerder en mentor, [bewindvoerder tevens mentor], heeft verweer gevoerd en incidenteel beroep ingesteld, waarbij zij verzoekster niet-ontvankelijk wilde laten verklaren.
Tijdens de mondelinge behandeling op 15 juni 2021 zijn de betrokken partijen gehoord, waaronder de verzoekster, de rechthebbende en de broer van de rechthebbende. De verzoekster heeft aangegeven dat er communicatieproblemen zijn met de huidige bewindvoerder, wat leidt tot onrust bij de rechthebbende. De broer van de rechthebbende steunt het verzoek van de verzoekster. Het hof heeft vastgesteld dat de verzoekster als belanghebbende moet worden aangemerkt, conform de uitspraak van de Hoge Raad van 18 juni 2021.
Het hof heeft vervolgens de bestreden beschikking vernietigd en [bewindvoerder tevens mentor] ontslagen als bewindvoerder en mentor. De verzoekster is benoemd tot mentor en [B.V. 1] B.V. tot bewindvoerder, met de verplichting om binnen bepaalde termijnen verantwoording af te leggen. De beslissing is genomen met het oog op de belangen van de rechthebbende, waarbij de communicatie en vertrouwensrelatie tussen de rechthebbende en de nieuwe mentor van groot belang zijn.