Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
- de memorie van grieven met producties;
- de memorie van antwoord, tevens houdende een grief in incidenteel hoger beroep, met producties;
- de memorie van antwoord in incidenteel hoger beroep met producties;
- de akte van depot van P&P;
- de antwoordakte van de gemeente met een productie.
3.De vaststaande feiten
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5.De motivering van de beslissing in hoger beroep
"dat de parkeerovereenkomst op grond van art. 3:40 lid 2 BW als zijnde nietig verklaard dient te worden, als zijnde in strijd met de, thans in de jurisprudentie vastgelegde juridische context, waarin een verplichting tot storting t.b.v. de aanleg van parkeerplaatsen, zo in deze geïnterpreteerd dient te worden, dat door het ontbreken van de voorwaarde, dat concreet bepaald dient te zijn in een dergelijke parkeerovereenkomst op welke wijze, wanneer en waar de betreffende parkeerplaatsen op basis van zo'n parkeerovereenkomst aangelegd zullen worden, de parkeerovereenkomst nietig is"(bladzijde 7 memorie van grieven).
"Afgezien van het feit dat zij[P&P]
de gestelde onmogelijkheid bij de gemeente Helmond om twintig parkeerplaatsen te realiseren volstrekt onvoldoende heeft onderbouwd, moet de dwaling op grond van haar eigen summiere stellingen bovendien geacht worden betrekking te hebben op een toekomstige omstandigheid (…)."Hiertegen zijn de grieven I en II gericht.
"De gemeente aanvaardt de in artikel 1 genoemde geldsom en verplicht zich binnen tien (10) jaar en op redelijke afstand van de bouwlocatie de parkeerplaatsen aan te leggen."Met 'de parkeerplaatsen' is blijkens de considerans van de parkeerovereenkomst bedoeld
"een extra, ten gevolge van het bouwplan voor de supermarkt, te scheppen parkeergelegenheid ter grootte van 20 (twintig) plaatsen, aan welke eis het bouwplan niet voldoet, nu daarin geen parkeerplaatsen zijn opgenomen, hetgeen een tekort van 20 (twintig) parkeerplaatsen betekent."
"Op het [plein] werden in het jaar 2012 geen 84 parkeerplaatsen aangelegd (…) maar 92 stuks."
op redelijke afstand'van de supermarkt moeten worden gerealiseerd.
directe omgevingvan de supermarkt moeten zijn gelegen. Ook is aannemelijk, zoals de gemeente heeft aangevoerd, dat een uitbreiding van het aantal parkeerplaatsen op een grotere afstand dan 100 meter zal leiden tot een vermindering van de parkeerdruk in de directe nabijheid van de supermarkt, zoals het plein aan de [locatie].