Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
- ‘diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak’ (feit 1),
- ‘eenvoudige belediging’ (feit 2),
- ‘diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van inklimming’ (feit 4) en
- ‘diefstal’ (feit 5),
de verdachte deswege strafbaar verklaard en hem veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 maanden met aftrek van de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht.
Voorts heeft de rechtbank de teruggave gelast aan de verdachte van twee inbeslaggenomen schoenen. De rechtbank heeft tevens de tenuitvoerlegging gelast van een eerder voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden. De vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1] is toegewezen tot het bedrag van € 937,50, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 juni 2015 tot aan de dag der algehele voldoening en onder afwijzing van het meer of anders gevorderde. Ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 1] is tevens de schadevergoedingsmaatregel opgelegd. De benadeelde partij [benadeelde 2] is niet-ontvankelijk verklaard in de vordering tot schadevergoeding. Ten slotte zijn de jegens de verdachte verleende en reeds geschorste bevelen tot voorlopige hechtenis opgeheven.
In zoverre zal het vonnis waarvan beroep worden vernietigd. Bijgevolg zullen de daarmee samenhangende overwegingen van de rechtbank, dus voor zover die zien op de schadevergoedingsmaatregel en de vordering tot tenuitvoerlegging, alsmede de toepasselijke wettelijke voorschriften, in hun geheel worden vervangen in dier voege als hierna vermeld.
€ 937,50. De verdachte is daarvoor jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk.
BESLISSING
€ 937,50 (zegge: negenhonderdzevenendertig euro en vijftig cent)aan materiële schadevergoeding, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 juni 2015 tot aan de dag der algehele voldoening, en bepaalt dat gijzeling voor de duur van ten hoogste 18 (achttien) dagen kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid van de schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft;