ECLI:NL:GHSHE:2021:1959

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
22 juni 2021
Publicatiedatum
23 juni 2021
Zaaknummer
200.244.602_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurrecht en deskundigenonderzoek in geschil tussen huurder en woningstichting

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een hoger beroep in een huurrechtelijke kwestie tussen een appellante en Woningstichting Servatius. De zaak is een vervolg op eerdere tussenarresten van het hof, waarin werd bepaald dat er een deskundigenonderzoek zou plaatsvinden. De deskundige, ing. J.J.C. Bollen, heeft in zijn rapport geconcludeerd dat er geen vocht- of schimmelproblemen in de woning van de appellante aanwezig zijn, en dat de luchtvochtigheid binnen de normen valt. Echter, het hof heeft de verhuurder, Woningstichting Servatius, wel veroordeeld tot herstel van enkele andere gebreken die tijdens de opname door de deskundige zijn geconstateerd.

De procedure begon met een eindvonnis van de kantonrechter in de rechtbank Limburg, waarbij de appellante als eiseres optrad tegen Servatius als gedaagde. Het hof heeft in eerdere arresten bepaald dat de appellante een voorschot van € 3.290,60 moest betalen voor het deskundigenonderzoek, dat voorlopig uit 's Rijks kas zou komen. De deskundige heeft later een aanvullend voorschot van € 775,00 aangevraagd, wat door beide partijen is goedgekeurd.

In de uitspraak van 22 juni 2021 heeft het hof de verhoging van het voorschot goedgekeurd en bepaald dat de appellante met dit bedrag wordt belast, met de voorwaarde dat het voorlopig ten laste van 's Rijks kas komt. De zaak is vervolgens naar de rol van 10 augustus 2021 verwezen in afwachting van het deskundigenbericht. Het hof heeft verder bepaald dat de griffier een afschrift van het arrest aan de deskundige zal toezenden en houdt iedere verdere beslissing aan.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
Team Handelsrecht
zaaknummer 200.244.602/01
arrest van 22 juni 2021
in de zaak van
[appellante],
wonende te [woonplaats],
appellante,
hierna aan te duiden als [appellante],
advocaat: mr. J.L.H. Holthuijsen te Maastricht,
tegen
Woningstichting Servatius,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te [vestigings- en kantoorplaats],
geïntimeerde,
hierna aan te duiden als Servatius,
advocaat: mr. G. Vansant te Maastricht,
als vervolg op het door het hof gewezen tussenarresten van 9 juni 2020 en 13 oktober 2020 in het hoger beroep van het eindvonnis van 27 juni 2018 en het daaraan voorafgegane (ongedateerde) mondeling tussenvonnis (zaak-/rolnummer 5716914 CV EXPL 17-1437), door de kantonrechter in de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, gewezen tussen [appellante] als eiseres en Servatius als gedaagde.

8.Het tussenarrest van 13 oktober 2020

Bij laatstgenoemd arrest heeft het hof bepaald dat er een deskundigenonderzoek zal worden verricht door de heer ing. J.J.C. Bollen, verbonden aan [projectmanagement] Projectmanagement. Verder is bepaald dat [appellante] wordt belast met het voorschot van € 3.290,60 en dat dit bedrag - daar aan [appellante] een toevoeging is verleend - voorlopig uit ’s Rijks kas komt. De termijn van inzending van het rapport van de deskundige is bepaald op 16 februari 2021. Iedere verdere beslissing is aangehouden.

9.Het verdere verloop van de procedure en de verdere beoordeling

De deskundige heeft bij brief van 21 april 2021 aan de griffier van het hof bericht dat de werkzaamheden omvangrijker zijn gebleken dan tevoren was verwacht en een aanvullend voorschot verzocht van € 775,00 (inclusief BTW).
Op 23 april 2021 heeft de griffier van het hof de brief van de deskundige doorgezonden aan de advocaten van partijen en partijen in de gelegenheid gesteld binnen een termijn van veertien dagen te reageren op deze verhoging.
[appellante] heeft per brief van 7 mei 2021 aangegeven geen bezwaar te hebben tegen het door de deskundige gedane verzoek en Servatius heeft per brief van 7 mei 2021 aangegeven akkoord te zijn met het verzoek van de deskundige.
Het hof zal dienovereenkomstig beslissen zoals in het dictum is bepaald.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

10.De uitspraak

Het hof:
10.1.
bepaalt de verhoging van het voorschot op de kosten van de deskundige op het door de deskundige begrote bedrag van in totaal € 775,00 (inclusief BTW);
10.2.
bepaalt dat [appellante] wordt belast met genoemd voorschot van € 775,00;
10.3.
bepaalt dat laatstgenoemd bedrag, nu aan [appellante] een toevoeging is verleend, voorlopig ten laste van ’s Rijks kas komt;
10.4.
verzoekt de deskundige, indien zijn kosten het aanvullend voorschot te boven mochten gaan, het hof daarover tijdig in te lichten;
10.5.
verwijst de zaak naar de rol van 10 augustus 2021 in afwachting van het deskundigenbericht;
10.6.
bepaalt dat de griffier van dit hof een afschrift van dit arrest aan de deskundige zal toezenden;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.W. van Rijkom, H.K.N. Vos en J.K. Six-Hummel en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 22 juni 2021.
griffier rolraadsheer