3.1.In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende feiten.
- Op 16 februari 2017 hebben [appellant] en [woningstichting] een huurovereenkomst gesloten betreffende de huur door [appellant] van een woning, gelegen aan de [adres] te [plaats] (hierna: de woning).
- Artikel 3 van de huurovereenkomst bepaalt dat huurovereenkomst is ingegaan per 16 februari 2017 voor onbepaalde tijd.
- Op de huurovereenkomst zijn algemene voorwaarden van toepassing. De algemene voorwaarden bepalen voor zover relevant als volgt:
“
De oplevering van het gehuurde bij het einde van de huur
Artikel 11
11.1
Bij het einde van de huurovereenkomst is huurder verplicht het gehuurde onder afgifte van alle sleutels geheel ontruimd en schoon aan verhuurder op te leveren in de staat, waarin hij het gehuurde conform de beschrijving bij aanvang van de huurovereenkomst heeft ontvangen, behoudens voorzover er sprake is van normale slijtage, die voor rekening en risico van verhuurder komt. Voor door huurder in het gehuurde aangebrachte en/of van vorige huurder(s) overgenomen veranderingen en toevoegingen geldt het bepaalde in het derde lid van dit artikel.
11.2
Vóór het einde van de huurovereenkomst zullen huurder en verhuurder gezamenlijk het gehuurde inspecteren. Huurder zal verhuurder daartoe in de gelegenheid stellen. Bij die gelegenheid respectievelijk die gelegenheden zal een opnamerapport worden gemaakt, waarin zal worden vastgelegd, welke herstellingen voor het einde van de huurovereenkomst door en ten laste van huurder verricht moeten worden, alsmede de geschatte kosten van herstel. Beide partijen ontvangen een exemplaar van het opnamerapport.
11.3
Ten aanzien van door de huurder tijdens de huurtijd met of zonder toestemming aangebrachte veranderingen en toevoegingen zullen bij het einde van de huur de volgende regels gelden:
veranderingen die zonder noemenswaardige kosten ongedaan kunnen worden gemaakt, dienen bij het einde van de huur door huurder te worden verwijderd. Hieronder worden onder meer begrepen spiegels, lamellen, jaloezieën en dergelijke;
verhuurder kan vorderen dat aangebrachte veranderingen en toevoegingen die zonder toestemming zijn aangebracht, of niet voldoen aan het bepaalde in artikel 9.2, door huurder ongedaan worden gemaakt;
huurder is verplicht om veranderingen en toevoegingen bij het einde van de huur, weg te nemen, wanneer verhuurder dit bij het verlenen van toestemming schriftelijk heeft bedongen;
onverminderd het in dit lid bepaalde, is huurder te allen tijde gerechtigd door hem aangebrachte veranderingen en toevoegingen ongedaan te maken, mits hij het gehuurde terugbrengt in de staat waarin het zich overeenkomstig artikel 3 bij de aanvang van de huur bevond. Dat geldt ook ten aanzien van voorzieningen die van een vorige huurder zijn overgenomen.
11.4
Indien huurder bij het einde van de huurovereenkomst aan zijn verplichtingen tot herstel, volledige ontruiming en eventueel ongedaanmaking van aangebrachte veranderingen of toevoegingen niet heeft voldaan, is verhuurder gerechtigd alle ten gevolge daarvan noodzakelijke werkzaamheden op kosten van huurder zelf uit te voeren of te doen uitvoeren, waarbij huurder zich reeds nu voor alsdan verplicht deze kosten te voldoen. Ook overige schade ontstaan door nalatigheid van huurder, komt voor zijn rekening.
11.5
In het geval huurder bij het einde van de huurovereenkomst in het gehuurde zaken heeft achtergelaten, is verhuurder bevoegd die zaken te verwijderen, zonder dat op verhuurder een bewaarplicht komt te rusten. Alle kosten van verwijdering van de zaken zijn voor rekening van de huurder.
Het in dit lid bepaalde is niet van toepassing op roerende zaken die huurder heeft overgedragen aan de opvolgende huurder, mits van deze overdracht schriftelijk aan verhuurder is kennis gegeven.”
- Op 25 januari 2018 heeft [appellant] de huur van de woning opgezegd per 26 februari 2018.
- Op 1 februari 2018 stond een afspraak gepland voor voorinspectie van de woning. Deze afspraak is door [appellant] afgezegd.
- Op 21 februari 2018 heeft [woningstichting] aan [appellant] (op het adres van het gehuurde) per aangetekende post een brief gestuurd, waarin onder andere het volgende staat:
“
U heeft op 25 januari 2018 per email de huur opgezegd van uw woning [adres] te [plaats] met als einddatum 26 februari 2018. Op 25 januari 2018 hebben wij schriftelijk uw huuropzegging bevestigd. In deze brief zijn met u telefonisch gemaakte afspraken bevestigd voor het uitvoeren van de vooropname op 1 februari 2018 om 16.00 uur en de eindopname op 26 februari 2018 om 13.30 uur.
U heeft de afspraak voor de vooropname op 1 februari j.l. afgezegd. We hebben een nieuwe afspraak gemaakt voor de vooropname op 20 februari 2018 om 13.30 uur. Helaas trof ik u niet aan in de woning. Op mijn telefonische oproep gaf u geen gehoor.
Ik verzoek u bij deze om op de dag van einde huur 26 februari 2018 om 13.30 uur in de woning [adres] te [plaats] aanwezig te zijn om de sleutels van de woning in te leveren. Ik ga ervan uit dat bij het inleveren van de sleutels van de woning, de woning in de staat verkeert zoals dit aangegeven is in de brochure “huur opzeggen en verhuizen” welke u ontvangen heeft bij de bevestiging van uw huuropzegging. Mocht dit niet het geval zijn, dan zal [woningstichting] de zaken welke niet in orde zijn voor uw rekening herstellen. De extra dagen die nodig zijn om deze zaken te herstellen worden dan als huurderving bij u in rekening gebracht.”
- Op 26 februari 2018 was [appellant] niet in de woning aanwezig.
- Na herhaalde verzoeken van [woningstichting] heeft [appellant] de sleutels van de woning op 12 maart 2018 bij [woningstichting] ingeleverd.
- Bij brief van 5 april 2018 van [woningstichting] aan [appellant] heeft [woningstichting] de eindafrekening gestuurd, met als bijlage een overzicht van de gemaakte herstelkosten. In de brief staat onder meer het volgende:
“ […]
Door u te betalen huur tot en met 26-2-2018 € 535,66
Door u te betalen 12 dagen huur voor het te laat inleveren van de sleutels € 310,03
Te betalen herstelkosten conform eindinspectie € 3.142,85
Totaal door u nog te betalen €3.988,54
Wilt u ervoor zorgen dat het bedrag binnen 14 dagen, na datum op deze brief, is betaald op rekeningnummer[…]
[…]
Bijlage(n): Specificatie herstelkosten”
- In het als bijlage bij de brief gevoegde overzicht zijn 31 posten genoemd die tezamen € 3.142,88 inclusief btw belopen.
3.2.1.In deze procedure vorderde [woningstichting] in het geding bij de kantonrechter betaling door [appellant] aan haar van € 4.302,98, bestaande uit
Hoofdsom € 3.678,51
Buitengerechtelijke incassokosten € 596,35
Rente tot aan dagvaarding € 30,12
Subtotaal € 4.304,98
Ontvangsten -/- € 2,00
Totaal € 4.302,98
te vermeerderen met de wettelijke rente over de hoofdsom.
3.2.2.Aan deze vordering heeft [woningstichting] , kort samengevat, het volgende ten grondslag gelegd.
De hoofdsom betreft een bedrag van € 535,66 aan achterstallige huur die [appellant] op grond van de huurovereenkomst gehouden is te betalen. De hoofdsom betreft voorts een bedrag van € 3.142,85 aan herstelkosten. Deze komen op grond van de huurovereenkomst voor rekening van [appellant] omdat [appellant] het gehuurde niet in goede staat heeft opgeleverd.
3.2.3.[appellant] heeft verweer gevoerd. Dat verweer zal, voor zover in hoger beroep van belang, in het navolgende aan de orde komen.
3.2.4.In beroepen vonnis heeft de kantonrechter, samengevat, geoordeeld dat [appellant] geen conclusie van dupliek heeft genomen en zijn verweer tegen de vordering van [woningstichting] onvoldoende heeft onderbouwd. Aangezien [woningstichting] haar vordering naar het oordeel van de kantonrechter voldoende heeft onderbouwd, heeft de kantonrechter [appellant] veroordeeld om aan [woningstichting] te betalen € 4.302,98, te vermeerderen met de wettelijke rente over
€ 3.678,51 vanaf 19 september 2018, met veroordeling van [appellant] in de proceskosten.