Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
5.Het verloop van de procedure
- de memorie van grieven met producties 1 t/m 27;
- de memorie van antwoord, tevens memorie van grieven in incidenteel appel met productie 1;
- de memorie van antwoord in incidenteel appel;
6.De beoordeling
1.2 De opdracht
”
2. Bouwplicht en oplevering gebouw door Opdrachtnemer
Demarcatie tussen casco, Inbouw en Overige kosten
Huur door TU/e: Ruimtelijke eisen en suggesties voor mogelijke indeling
Studentenvoorzieningen zoals ruimten voor cultuurverenigingen en voorzieningen voor internationale studenten uit de woontoren moeten de komende tijd een plek krijgen in de plint. De overige ruimten in de plint worden de komende tijd in overleg met de mogelijke toekomstige huurders verder uitgewerkt.”
“
Op Bijlage 1 bij de Huurovereenkomsten A en B TU/e is de te huren ruimte gemarkeerd. De omvang van de te huren ruimte bedraagt ca 5.500 m2 BVO. De huurovereenkomsten zullen worden afgesloten op basis van deze omvang(…)
m2 bvo welke bedrijfsruimte nader is aangegeven op de als bijlagen bij deze overeenkomst gevoegde en daarvan deel uitmakende door partijen geparafeerde tekening (bijlage 1)(…)”
Wij hebben met elkaar afgesproken dat de ontstane juridische discussie over de leveringsomvang van de plint (…) en daarmee samenhangende financiële effecten voor partijen zullen worden beoordeeld door (een onafhankelijke deskundige(n) c.q. via mediation(…)
- Partijen hanteren verschillende uitgangspunten voor het ontwerp en de casco oplevering van de plint en hebben besloten de juridische discussie over de leveringsomvang van de plint en daarmee samenhangende financiële effecten te laten beoordelen door een onafhankelijk deskundige of via mediation.
- Het ontwerp van de plint wordt casco door Dura Vermeer gerealiseerd conform de tekeningen van [architect] van 10 maart 2016. Wie de kosten hiervoor draagt wordt bestuurlijk afgehandeld.
- Dura Vermeer zal op naam van Camelot en in overleg met TU/e de gewijzigde omgevingsvergunning aanvragen.
- TU/e zal het inbouwpakket aan een derde opdragen.”
Hierbij geeft TU/e opdracht voor de realisatie van de werkzaamheden omschreven in de mail van [naam 1] van 04-05-2016 18:58 uur.
Conform afspraak zijn wij, ondanks dat nog geen volledige wilsovereenstemming is bereikt over de hoogte van de daaraan verbonden meerkosten, gestart met de uitvoering van het overeengekomen en door de TU/e opgedragen definitief ontwerp d.d. 24 april 2016 van het door de TU/e te huren gedeelte (…)”
Gelet op het voorgaande zal ook de gevorderde vergoeding van bijkomende kosten worden afgewezen. Dat deze kosten samenhangen met de gerealiseerde doka is gesteld noch gebleken.
- het feit dat veelvuldig overleg is gevoerd met (de kwaliteitscommissie van) TU/e en (de kwaliteitscommissie van) TU/e op 12 februari 2015 het definitief ontwerp (gelijk aan de tekeningen die aan de Huurovereenkomsten zijn gehecht) heeft goedgekeurd;
- het feit dat de casco wijzigingen ten opzichte van de Bouwplan Allonge het gevolg zijn van het inbouwpakket, het inbouwpakket zonder de casco wijzigingen niet kon worden gerealiseerd en de TU/e verantwoordelijk was voor het ontwerp van het inbouwpakket;
- het verslag van de vergadering van het “ontwerpteam Plint Potentiaal” van 25 augustus 2015 (rov. 6.1.21.) waarin staat: “
- het verslag van de vergadering van 29 september 2015 (rov. 6.1.26.) waaruit volgens Dura Vermeer blijkt dat de door Dura Vermeer opgestelde begroting het inbouwpakket betreft waarvan de TU/e aangeeft die te zullen spiegelen aan de markt.
Grief 12 betreft de met de extra werkzaamheden samenhangende bijkomende kosten, grief 13 de daarmee samenhangende opslagkosten en grief 14 de daarmee samenhangende BTW. Grief 15 richt zich tegen het afwijzen van meerkosten vanwege een langere bouwtijd door de (casco)wijzigingen. Met grief 16 betoogt Dura Vermeer tot slot dat de wettelijke rente over de toegewezen bedragen is verschuldigd vanaf 9 december 2016.
Wat de inhoud is van een eenmaal gesloten overeenkomst, hangt af van wat partijen hebben verklaard en uit elkaars verklaringen en gedragingen hebben afgeleid, overeenkomstig de zin die zij daaraan in de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mochten toekennen (artikel 3:33 en 3:35 BW). Bij de uitleg van een schriftelijke overeenkomst moet niet alleen gekeken worden naar de taalkundige uitleg, maar komt het aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden gelet op hun verklaringen en gedragingen over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Tevens komt betekenis toe aan de wijze waarop partijen uitvoering hebben gegeven aan de overeenkomst. Dit betreft de zogenaamde “Haviltex-maatstaf”.
In de aanbestede opdracht en in de Herontwikkelingsovereenkomst staat dat Dura Vermeer het gebouw (waaronder de plint) voor eigen rekening en risico zal ontwerpen en casco zal realiseren en de indeling van de ruimten bepaalt, zolang maar is voldaan aan de in bijlage 18 aangegeven ruimtelijke eisen. Verder staat in de Herontwikkelingsovereenkomst dat Dura Vermeer het Voorlopig Ontwerp en het Definitief Ontwerp zal voorleggen aan de kwaliteitscommissie van de TU/e, die een adviserende taak heeft en een preadvies zal verstrekken aan welstand (zie rov. 6.1.4 t/m 6.1.8 en 6.1.11). Het hof passeert de stelling van Dura Vermeer dat partijen in afwijking daarvan zijn overeengekomen gezamenlijk het casco ontwerp uit te werken in een aanvraag omgevingsvergunning als onvoldoende onderbouwd. Anders dan Dura Vermeer heeft gesteld staat dat niet op die manier in haar inschrijving.
alledoor Dura Vermeer doorgegeven werkzaamheden zal gaan spiegelen aan de markt. Een dergelijke lezing past niet bij de zinsnede dat een demarcatie moet worden gemaakt tussen casco en inbouwpakket en ligt ook niet voor de hand aangezien partijen in artikel 12 van de Allonge waren overeengekomen dat TU/e de aanbieding van Dura Vermeer voor realisatie van het inbouwpakket zal toetsen op marktconformiteit en beschikbaar budget (rov. 6.1.18). Voor zover Dura Vermeer betoogt dat uit het verslag van de vergadering blijkt dat partijen zijn overeengekomen dat TU/e voor alle door Dura Vermeer begrote werkzaamheden zal gaan betalen, volgt het hof Dura Vermeer daarin gezien het voorgaande niet.
Bovendien geldt dat Dura Vermeer niet (voldoende) heeft gesteld dat de door haar gestelde afspraak niet alleen in het ontwerpteam, maar ook in de projectgroep zou zijn gemaakt.
Succhi di Frutta) en A-G Keus 19 mei 2017 (ECLI:NL:PHR:2017:467).
- doka € 5.943
- zonwering € 16.025
- akoestisch plafond € 14.112
- plus 15% over voorgaande € 41.492
- inclusief 21% BTW over totaal € 50.205,32
Op dit moment hebben we een vertraging van ca. 3 weken in het proces e.e.a. volgens de planning van MD dd. 21-07-2015.” Volgens TU/e blijkt nergens uit dat deze achterstand op de planning is te wijten aan de TU/e.
Hoe eerder we met elkaar zicht krijgen op de definitief uit te voeren afbouwwerkzaamheden hoe beter we deze kunnen laten aansluiten op de overige werkzaamheden”.
Het hof gaat ervan uit dat Dura Vermeer bij de verschuldigdheid van de in hoger beroep toegewezen bedragen rekening houdt met de betalingen die TU/e (aan vertragingsschade, kosten van de doka en wettelijke rente) al heeft gedaan.
(€ 50.205,32 euro in plaats van € 7.191,03 en een eerdere ingangsdatum van de verschuldigde rente over de toegewezen bedragen), zal het hof TU/e veroordelen in de proceskosten in principaal appel op basis van het op deze bedragen toepasselijke liquidatietarief IV.
€ 5.270,00 griffierecht en € 6.093 aan advocaatkosten (3 punten maal liquidatietarief IV).
4.De uitspraak
€ 251.021,55 (tweehonderdeenenvijftigduizendeenentwintig euro en vijfenvijftig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het toegewezen bedrag met ingang van 9 december 2016 tot de dag van volledige betaling;