In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 26 mei 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Oost-Brabant. De verdachte was eerder veroordeeld voor opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en diefstal van elektriciteit. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden met een proeftijd van 2 jaren, en een taakstraf van 162 uren, subsidiair 81 dagen hechtenis. De zaak betreft het telen van 588 hennepplanten, wat de verdachte deed in de uitoefening van een beroep of bedrijf. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het telen van een grote hoeveelheid hennepplanten, wat leidt tot de faciliteit van de handel in softdrugs en daarmee samenhangende maatschappelijke problemen. Daarnaast heeft de verdachte elektriciteit gestolen, wat niet alleen schade toebrengt aan de netbeheerder, maar ook brandgevaar met zich meebrengt. Het hof heeft de opgelegde straf herzien, rekening houdend met de overschrijding van de redelijke termijn in de behandeling van de zaak. De verdachte had in het verleden geen onherroepelijke veroordelingen voor soortgelijke feiten.