Uitspraak
datum beslissing: 24 februari 2020
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft de wrakingskamer van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 24 februari 2020 uitspraak gedaan op een verzoek tot wraking van raadsheer mr. Y.L.L.A.M. Delfos-Roy. Het verzoek werd ingediend door [geïntimeerde 1], die zich beroept op de (schijn van) objectieve partijdigheid van de raadsheer. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat er geen uitzonderlijke omstandigheden zijn die een vrees voor vooringenomenheid rechtvaardigen. De raadsheer had tijdens een comparitie na aanbrengen vragen gesteld over de rol van de advocaat van [geïntimeerde 1], wat door deze als intimiderend werd ervaren. Echter, de wrakingskamer concludeert dat de raadsheer geen oordeel over de zaak heeft gegeven en dat haar vragen en opmerkingen niet als een ongeoorloofde sturing van het partijdebat kunnen worden gezien. De wrakingskamer heeft de argumenten van [geïntimeerde 1] en de reacties van de andere partijen in overweging genomen, maar kwam tot de conclusie dat de raadsheer haar taak niet te buiten is gegaan en dat er geen blijk van vooringenomenheid is. Het verzoek tot wraking is dan ook afgewezen, en het proces in de hoofdzaak kan worden voortgezet.