In deze zaak gaat het om een schadevordering van Stichting Administratiekantoor (STAK) tegen Grondverzet B.V. naar aanleiding van schade aan een bedrijfspand dat STAK had verhuurd. STAK had een perceel grond in erfpacht gekregen en daarop een bedrijfspand laten bouwen. Tijdens de bouw heeft Grondverzet B.V. grond afgevoerd, maar op 7 mei 2014 is een zwaar voertuig tegen de hal in aanbouw gereden, wat leidde tot aanzienlijke schade aan het pand. STAK heeft Grondverzet B.V. aangesproken voor de schade, die resulteerde in een vordering van € 58.000,- wegens huurderving, omdat de huurder pas later het pand kon betrekken door de schade. De rechtbank Limburg heeft in eerste aanleg de vordering van STAK afgewezen, maar STAK heeft hoger beroep ingesteld.
In hoger beroep heeft het hof de feiten en de procedure beoordeeld. Het hof oordeelt dat Grondverzet B.V. aansprakelijk is voor de schade aan het bedrijfspand en dat STAK recht heeft op schadevergoeding voor de huurderving. Het hof heeft vastgesteld dat de huurovereenkomst met de huurder op 1 juni 2014 inging, maar dat het pand door de schade niet op tijd beschikbaar was. STAK heeft ook twee maanden huurvrijstelling gegeven om de huurder te behouden. Het hof heeft geoordeeld dat de schade toerekenbaar is aan Grondverzet B.V. en dat STAK recht heeft op de gevorderde schadevergoeding, inclusief wettelijke rente vanaf 8 mei 2014. De kosten van de procedure zijn ook aan Grondverzet B.V. opgelegd, die als in het ongelijk gestelde partij is aangemerkt.