3.2.1In hoger beroep heeft [appellante] haar eis verminderd. In hoger beroep vordert zij, kort gezegd, vernietiging van het vonnis van 20 december 2017 en opnieuw recht doende:
1. te verklaren voor recht:
a. dat [geïntimeerde 2] de nalatenschap van moeder zuiver heeft aanvaard;
b. dat [geïntimeerde 2] derhalve aansprakelijk is voor alle schulden van moeder respectievelijk de boedel van haar nalatenschap en in ieder geval voor de vordering van [appellante] op moeder c.q. die nalatenschap ter zake van het haar toekomende erfdeel betreffende de nalatenschap van vader ten bedrage van € 15.268,23, te vermeerderen met de (enkelvoudige) testamentaire rente ad 6% per jaar, van 17 maart 2001 tot de dag van algehele voldoening althans te vermeerderen met de (enkelvoudige) testamentaire rente ad 6% per jaar van 17 maart 2001 tot 18 juli 2014 en vervolgens althans vanaf een door het hof te bepalen dag te vermeerderen met de wettelijke rente over het per 18 juli 2014 openstaande saldo tot de dag van algehele voldoening;
c. dat het actief van de legitimaire massa van (de nalatenschap van) moeder met inbegrip van de daartoe in aanmerking te nemen giften bestaat uit:
- het in het ontwerp opgenomen saldo ten bedrage van € 12.351,14;
- de rente over de saldi van de bankrekeningen van moeder tot en met 18 juli 2014, ten bedrage van € 93,22;
- de giften aan [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] door moeder overigens ten bedrage van € 20.000,00;
- de giften aan derden, gedaan door moeder, ten bedrage van € 4.500,00;
d. dat het passief van de legitimaire massa van (de nalatenschap van) moeder bestaat uit:
- het in het ontwerp opgenomen saldo betreffende huishoudelijke schulden ten bedrage van € 512,50;
- de schulden van moeder aan [appellante] , [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] wegens hun erfdeel in de nalatenschap van vader ten bedrage van het door uw hof vast te stellen bedrag;
- de begrafeniskosten ten bedrage van € 1.109,22;
e. dat de legitimaire massa van (de nalatenschap van) moeder mitsdien een door het hof
vast te stellen bedrag bedraagt;
f. dat [geïntimeerde 2] aansprakelijk is voor de voldoening van de aan [appellante] toekomende legitieme aan [appellante] ;
2. [geïntimeerde 2] op vorenstaande gronden te veroordelen om aan [appellante] te betalen:
a. het uit hoofde van het hiervóór onder 1 sub b gevorderde verschuldigde ter zake van de vordering van [appellante] op moeder uit hoofde van het haar toekomende erfdeel;
b. het door het hof te bepalen bedrag ter zake van de legitieme portie van [appellante] in de nalatenschap van moeder;
c. de testamentaire rente ad 6% per jaar althans de wettelijke rente over a en b vanaf een door het hof te bepalen dag tot die van algehele voldoening;
d. een bedrag van € 2.925,00 ter zake van de buitengerechtelijke kosten van [appellante] althans een bedrag van € 1.270,33 dienaangaande, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 13 november 2015 althans 17 februari 2017 tot de dag van algehele voldoening.
Met, kort gezegd, veroordeling van [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] in de kosten van beide instanties.