In deze zaak heeft belanghebbende, na de aankoop van een woning, verzocht om een beschikking op basis van artikel 28 van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). De heffingsambtenaar van de gemeente Peel en Maas weigerde deze beschikking en gaf in plaats daarvan een beschikking op basis van artikel 26 van de Wet WOZ. De rechtbank heeft de heffingsambtenaar in het gelijk gesteld, maar belanghebbende ging in hoger beroep. Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch oordeelde dat aan de voorwaarden van artikel 28 van de Wet WOZ was voldaan. Het hof stelde vast dat belanghebbende een individueel belang had bij de tijdsevenredige vermindering van de onroerendezaakbelasting, zoals vastgelegd in de koopovereenkomst. Het hof vernietigde de uitspraak van de rechtbank en droeg de heffingsambtenaar op om belanghebbende alsnog een beschikking op basis van artikel 28 van de Wet WOZ te geven. Tevens werd de heffingsambtenaar veroordeeld tot vergoeding van griffierechten en proceskosten aan belanghebbende.