11.3.Indien de wederpartij geen gebruik maakt van haar recht de koopovereenkomst te ontbinden en nakoming verlangt, zal de nalatige partij ten behoeve van de wederpartij na afloop van de in artikel 11.1 vermelde termijn van acht dagen voor elke sedertdien verstreken dag tot aan de dag van nakoming een onmiddellijk opeisbare boete verschuldigd zijn van drie promille (3%) van de koopsom met een maximum van vijftien procent (15%) van de koopsom, onverminderd het recht op aanvullende schadevergoeding, indien de daadwerkelijke schade hoger is dan de onmiddellijk opeisbare boete, en onverminderd vergoeding van kosten van verhaal.
(…)
artikel 16 Nederlands recht
Op deze koopovereenkomst is Nederlands recht van toepassing.
Eventuele geschillen gaan via de rechtbank te Breda.
(…)”
l) Bij e-mail d.d. 27 mei 2020 heeft [de notaris] Notariaat [vestigingsplaats] (hierna: de notaris) aan [appellanten] bericht:
“(…) Van [bestuurder van de Holding] ontvingen wij de koopovereenkomst (…).
Bijgaand zend ik u een begeleidend schrijven, naar de inhoud waarvan ik u kortheidshalve verwijs. (…)
Ik begrijp uit de koopovereenkomst dat kopers van de aandelen zijn u in prive, [de vennootschap 4] en [de vennootschap 5]
Als dit inderdaad zo de bedoeling is, verzoek ik u per verkrijger aan te geven de verdeling van de over te dragen aandelen [de vennootschap 3] en van [naam Projecten I B.V.] ”
m) Het begeleidend schrijven van 27 mei 2020 van de notaris, geadresseerd aan [de vennootschap 5] “t.a.v. [appellant] ”, luidt onder meer:
“Met betrekking tot de aankoop door u van de aandelen in gemelde vennootschappen mocht ik van [bestuurder van de Holding] de koopovereenkomst ontvangen, met het verzoek de akten van levering op te maken.
Beleefd verzoek ik u de in de koopovereenkomst onder artikel 5 bedoelde waarborgsom ad € 700.000,00 vóór de aldaar gemelde datum, zijnde 1 juni 2020, over te maken op mijn rekening (…).
Vóór het passeren van de akten ontvangt u van mij de concepten van de akten van levering en een nota van afrekening, zodat u vooraf van de inhoud kunt kennisnemen. (…)”
n) Bij e-mail van 2 juni 2020 hebben [geïntimeerden] aan [appellant] verzocht om de aanbetaling van € 700.000,00 over te boeken aan de notaris.
o) Bij brief van 4 juni 2020 hebben [geïntimeerden] een schriftelijke ingebrekestelling verzonden aan [appellanten] waarin een termijn van acht dagen is gegeven om alsnog de bankgarantie af te geven aan of de waarborgsom te storten bij de notaris.
p) Een e-mail van 6 juni 2020 van [geïntimeerden] aan [appellanten] luidt onder meer:
“(…) Gisteren heb je gesproken met:
- Mijn accountant voor een eventueel plan B of C – mocht de Rabo niet of niet tijdig doorkomen
- Mijn SEO en SEA marketing Specialisten om beter gevonden te worden op gebied van trouwen – vergaderen – bedrijfsfeesten
1 JULI OVERDRACHT
Je deelde gisteren mede dat je niet weet of de Rabo tijdig haar financiering aan de Rabo zal overboeken aan de notaris.
PLAN B
Ik stel voor dat mijn accountant [accountant] met (a) de Rabo contact legt om eea te bespoedigen en (b) zijn contacten bij de ING / ABN aanspreekt daar zij wellicht sneller kunnen.
Graag ontvangen wij de reeds gevraagde bescheiden mbt de indiening van jouw financiering bij de Rabo alsmede jouw Rabo contact.
INGEBREKE
Omdat we niet weten of 1 juli aanstaande alles lukt, moeten we je ingebreke stellen voor het eventueel niet tijdig nakomen van de overeen gekomen verplichtingen op 1 juli, zijnde betaling van de koopsom en de eventuele overdrachtsbelasting.
ZEKERHEID
Je opperde gisteren de mogelijkheid om jouw reeds verkochte (overdracht 1 augustus a.s.) villa te Spanje aan mij over te dragen.
Ik begreep dat je nog een paar panden in NL heeft die deels onbelast zijn.
Daar je in Spanje dan weer – denk ik – overdrachtsbelasting ad 10% zal moeten betalen, is het wellicht handiger is om hypotheken te vestigen ad 2.000.000 euro voor de nakoming van jouw verplichtingen. In executie is vaak eea de helft en dekt eea de lading niet. Deze zekerheid vervalt dan per de datum van de overdracht. (…)”
q) In antwoord op een verzoek van de makelaar aan [appellanten] om nog even een kort verslag te sturen van de met [bestuurder van de Holding] gemaakte afspraak in verband met “het laten verlopen van de datum van het financieel voorbehoud”, schrijft [appellant] bij e-mail van 7 juni 2020 aan de makelaar (met kopie aan [naam bedrijf] ) o.m.:
“(…) Het verslag in het kort van het gesprek afgelopen week met [bestuurder van de Holding] .
Ik heb aangegeven dat de datum van eventuele verlenging of de 700.000 overmaken verstreken is, dit stond op 1 juni jl. Heb hierin ook aangegeven dat dit mij ontschoten is vanwege de drukte en dat de andere overnames op 15 juni staan. Helaas heeft niemand mij ook op deze datum gewezen ondanks ik zelf verantwoordelijk blijf.
[bestuurder van de Holding] heeft aangegeven dat contract het contract is en gebonden is. Maar aangezien we in hetzelfde schuitje zitten en beide hetzelfde willen zijn we naar een oplossing aan het zoeken en worden de voorwaarden versoepelt. Echter zijn hier geen data aangehangen of andere afspraken. (…) Het deel van een bankgarantie duurt nog minimaal 2 weken, maar dan zitten we in de derde week van juni. Dit betekend dat er overgangsperiode is van 6 dagen voor [bestuurder van de Holding] vertrekt en de overdracht doet. En dit alles in positieve zin indien de bank zijn afspraken kan nakomen zonder enige vertraging. Voor mij is dit niet haalbaar op een bedrijf over te zetten binnen 6 dagen. (…) Ik heb vandaag nog een gesprek met [bestuurder van de Holding] op hier samen uit te komen. Ik heb het voorstel gedaan om de 19e open te gaan zodat we nog 2 weekenden samen kunnen doorlopen en eventuele dingen kunnen overleggen hoe te doen. (…)”
r) Een whatsapp gesprek op 8 juni 2020 tussen [appellant] en [bestuurder van de Holding] , luidt onder meer als volgt:
“(…) 08-06-2020 13:59 – [bestuurder van de Holding] : 08-06-2020 â IMG-20200608-WA0006.jpg (bestand bijgevoegd) Hierbij de voorwaarden voor de bankgarantie. Onvoorwaardelijk. Duren tot ten minste 1 augustus 2020. Op eerste verzoek.08-06-2020 18:58 – [appellant] Koper [naam bedrijf] : [bestuurder van de Holding] , ik heb vanochtend contact gehad met de bank. Ze gaan alles op een rijtje zetten mbt een bank garantie. Midden van de week hoor ik hier meer over. Dus dat loopt
08-06-2020 18:59 - [appellant] Koper [naam bedrijf] : [accountant] heb ik gebeld maar die heeft morgenochtend tijd
08-06-2020 18:59 - [appellant] Koper [naam bedrijf] : â IMG-20200608-WA0009.jpg (bestand bijgevoegd)
08-06-2020 19:00 - [appellant] Koper [naam bedrijf] : Wel fijn om te lezen dat je de tijd naar 1 augustus schuift aangezien we in hetzelfde schuitje zitten
08-06-2020 19:02 – [bestuurder van de Holding] : Ik schuif hetnietnaar 1 8 maar de garantie moet geldig zijn tot 1 8”
s) Een e-mail van 11 juni 2020 van [naam bedrijf] aan [appellant] met urgentie hoog luidt:
“Flinke tegenvaller van geen accoord, want lang gewacht met tekenen etc omdat je zeker van de Rabo wilde zijn. Flinke tegenvaller want wij hadden na het verstrijken van het fin voorbehoud hotels / verhuizers etc geboekt.
Andere opties:
(…)
Succes
t) Een e-mail van 18 juni 2020 van [bestuurder van de Holding] aan [naam] van Horeca Advies Werkt CC [appellant] luidt onder meer:
“Beste [naam] ,
Goed je gesproken te hebben.
Goed dat je als financieel adviseur van [appellant] met hem gaat werken.
Ik neem aan dat je alle stukken ontvangen hebt, anders hoor ik het graag.
(…)
1 ding. Ik hou van afspraken. Op 1 juni diende er een bankgarantie gesteld te worden/dan wel een waarborgsom ad 700k.
Wanneer nu?
Zullen we die proberen uiterlijk de 26ste a.s. te regelen? Dat moet toch al lukken op basis van de data van zijn huidige vnp alleen?
(…)”
u) Bij e-mail van 23 juni 2020 heeft [appellant] aan [bestuurder van de Holding] meegedeeld dat zijn accountant de door iedereen getekende koopovereenkomst nodig had en dat hij die nog steeds niet ontvangen had.
v) Bij e-mail van 24 juni 2020 hebben [geïntimeerden] aan [appellant] een afschrift van de getekende koopovereenkomst gezonden.
w) Bij e-mail van 29 juni 2020 bericht [appellanten] de notaris onder meer:
“Na uw e-mail van 27 mei jl. heb ik niets meer gehoord. Inmiddels heb ik op 24 juni jl. de bewuste koopovereenkomst van [bestuurder van de Holding] ontvangen. Ik had daar al verschillende keren om gevraagd, maar heb die overeenkomst niet eerder ontvangen.
Ik zie nu waarom u mij vraagt of [de vennootschap 5] ook partij is bij de overeenkomst. Ik zie dat de naam van die vennootschap met de hand door iemand op de overeenkomst is bijgeschreven. Dat is niet mijn handschrift. Ik heb de toevoeging ook niet geaccordeerd door mijn paraaf in de kantlijn te zetten en evenmin komt die vennootschap voor op de pagina waar door partijen is getekend. Deze koopverenkomst is na ondertekening door mij kennelijk door iemand aangepast. Dat is valsheid in geschrifte. (…)”
x) Een e-mail van 30 juni 2020 van de notaris aan [appellant] luidt:
“Concepten zijn nog niet opgesteld, om reden dat ik nog steeds wacht op een correcte definitieve getekende koopovereenkomst. Mede ook, omdat u bij mail van 11 juni jl. hebt aangegeven dat de financiering vanuit de Rabobank niet is doorgegaan en dat u met de heer [bestuurder van de Holding] in gesprek was om te kijken naar een nieuw plan. Zodra daar meer duidelijkheid in was zou ik nader van u vernemen.”
Een e-mail van 1 juli 2020 van de notaris aan [appellant] luidt:
“Zolang wij niet over de juiste stukken beschikken kunnen wij niets doen, waaronder het aangeven hoe de financiering van de aankoop geregeld gaat worden nu deze vanuit de Rabobank niet is doorgegaan. Naar ik van u begrepen heb zou u dit met [bestuurder van de Holding] verder regelen.”
y) Op 26 juni 2020 en 2 juli 2020 hebben [geïntimeerden] op basis van een verlof van de voorzieningenrechter, ten laste van [appellanten] , vijftien conservatoire (derden)beslagen gelegd onder Rabobank, ING Bank en ABN AMRO Bank, op onroerende zaken en op aandelen.
z) Een e-mail van 2 juli 2020 van [geïntimeerden] aan de makelaar, [appellant] en [naam] luidt onder meer:
“Beste heren en dame.
Vrijdag en Vanochtend hebben we beslag gelegd om zeker te zijn dat [appellant] zijn zaken serieus neemt. Mocht dat niet zo zijn dan gaan we over tot uitwinning van de vermogensbestanddelen voor de rest van zijn leven.
(…)
Graag ben ik volgende week aanwezig mits [appellant] snel en spoedig met [naam] in overleg gaat en spullen aanlevert. [naam] heeft alsnog een ingang gevonden bij de RABO. [naam] kan ons dan volgende week berichten wat de status is.
(…)
[appellant] IK HOOP DAT JE ONS NU SERIEUS NEEMT. WE HEBBEN OOK NOG ANDERE MAATREGELEN IN DE PIJPLIJN.
(…)”
aa) Op 2 juli 2020 hebben [geïntimeerden] [appellanten] gesommeerd om uiterlijk 3 juli 2020 tot betaling van de per 1 juli 2020 opeisbare koopsom en de op die dag verschuldigde en opeisbare boete over te gaan.
bb) Bij brief van 11 juli 2020 bericht [appellant] aan [de Holding] , [naam Projecten I B.V.] en [bestuurder van de Holding] onder meer :
“(…) De door jou ingeschakelde notaris heeft aangeven niets te doen totdat hij beschikt over de juiste stukken. Jij hebt de notaris eerder (wanneer weet ik niet, maar ergens op of voor 27 mei jl.) een door alle partijen getekende koopovereenkomst toegezonden, die ik na veel vijven en zessen pas op 24 juni jl. voor het eerst heb ontvangen.
Gebleken is dat de koopovereenkomst die door jou naar de notaris is gestuurd, niet de overeenkomst is die ik op 18 mei jl. heb ondertekend. Op de overeenkomst is namelijk met de hand op pagina 1 geschreven “ [de vennootschap 5] ”. Die naam is vermeld bij de kopende partijen zodat het lijkt alsof die vennootschap ook partij bij de koopovereenkomst zou zijn. (…) De latere bijschrijving op de koopovereenkomst is niet met mij gecommuniceerd en heb ik ook niet geaccordeerd. Het is ook niet mijn handschrift. Daarnaast kan [directeur] niet op 18 mei jl. hebben getekend, want jij bevestigt per e-mail pas op 20 mei jl. aan de makelaar dat [directeur] heeft getekend. Hier is wat mij betreft gewoon sprake van valsheid in geschrifte (…). Er is dus wat mij betreft ook geen koopovereenkomst tot stand gekomen. Daarnaast heb ik moeten vaststellen dat jij de koopovereenkomst ook niet bevoegd hebt getekend. (…) Datzelfde geldt voor [directeur] . (…) De cijfers komen volgens mijn boekhouder ook niet overeen. En ik begrijp dat er ook nog een belastingonderzoek loopt waarover ik nooit ben geïnformeerd. Ook is er uitstel van betaling gedaan bij de belastingdienst door de betreffende bv. Dat heb jij mij nooit verteld! Als ik die informatie wel gehad had, had ik dingen anders gedaan. Kortom, ik voel mij niet gehouden aan welke overeenkomst dan ook. (…)”
cc) Bij e-mail van 16 juli 2020 heeft [bestuurder van de Holding] daarop als volgt gereageerd:
“ (…) De koopovereenkomst betreffende de aandelen is door jou en mij ondertekend. Naderhand heeft [directeur] bijgetekend. [directeur] en ik zijn direct dan wel indirect bevoegd middels onze holdings en entiteiten.
De koopovereenkomst is jou, mij en de notaris toegezonden door de makelaar. (…)
Bij het tekenen van de koopovereenkomst heb jij zelf [de vennootschap 5] Nederland toegevoegd. De makelaar heeft dat als service tijdens het ondertekenen er bij geschreven conform jouw instructie. (…)
De belastingdienst heeft over 2016 en 2017 oa de hoogte van de huur onderzocht. (…) Wij hadden verwacht dat dit onderzoek reeds geruime tijd afgerond zou zijn. (…) Wij verwachten dat dit onderzoek zonder noemenswaardige kleerscheuren zal worden afgerond. Desgewenst nemen wij een vrijwaring terzake op in de akte van levering van de aandelen in het kapitaal van beide BV’s indien dit onderzoek dan nog loopt. Die bepaling vrijwaart jou dan van eventuele nadelige gevolgen van desbetreffend belastingonderzoek. Overigens staat ook het belastingonderzoek in de april/mei toegezonden stukken. Anders had je het niet geweten. Dus ook daar wist je van voor 18 mei. (…)
Er is een koopovereenkomst. Daar ben jij aan gebonden. Wij ook.
Jij bent te laat met alles. Wij wachten nog steeds op jou. Graag alsnog de gemaakte afspraken nakomen. (…)”