ECLI:NL:GHSHE:2020:3931
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake hoofdverblijf en zorgregeling van minderjarigen met intrekking van hoger beroep
In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, betreft het een hoger beroep inzake de hoofdverblijfplaats en zorgregeling van twee minderjarigen, geboren in 2009 en 2013. De moeder, verzoekster in hoger beroep, heeft tijdens de mondelinge behandeling op 30 november 2020 verklaard dat zij het hoger beroep wenst in te trekken. Dit heeft geleid tot de conclusie van het hof dat de grieven van de moeder niet worden gehandhaafd, wat resulteert in de niet-ontvankelijkheid van de moeder in haar verzoek in hoger beroep. De vader, verweerder in hoger beroep, was eveneens aanwezig bij de mondelinge behandeling, bijgestaan door zijn advocaat. De Raad voor de Kinderbescherming en Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg waren ook vertegenwoordigd tijdens deze zitting.
De beschikking van het hof, gedateerd 17 december 2020, houdt in dat de proceskosten in hoger beroep worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij de eigen kosten van deze procedure draagt. Dit is een gebruikelijke maatregel in familierechtelijke zaken, waarbij de kosten vaak worden verdeeld om de financiële lasten voor de betrokken partijen te verlichten. De uitspraak is gedaan door een collegiaal hof, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.