Uitspraak
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift houdende wijziging/vermeerdering tegenverzoek met het procesdossier van de eerste aanleg en producties, ingekomen ter griffie op 27 mei 2020;
- het verweerschrift met producties, ingekomen ter griffie op 16 juli 2020;
- de ter zitting in hoger beroep van 22 oktober 2020 door mr. Rademakers en mr. Spitters overgelegde pleitaantekeningen.
- het verweerschrift, ingekomen ter griffie op 17 juli 2020;
- een e-mail van mr. Rademakers met een productie (verwijzing huisarts d.d. 5 oktober 2020), ingekomen ter griffie op 8 oktober 2020;
- de ter zitting in hoger beroep van 22 oktober 2020 door mr. Spitters en mr. Rademakers overgelegde pleitaantekeningen.
3.De beoordeling
Werknemer ontvangt (…) een bonus over de verkopen (…)”). Een makelaar weet als geen ander het verschil tussen een verkoop en een notarieel transport en de taak van de makelaar is grotendeels/zo goed als volbracht op het moment dat een woning is verkocht. Volgens de tekst wordt de bonus ontvangen ‘over de verkopen’. Dat in het vervolg staat vermeld ‘omzet’ en ‘realiseert’, heeft geheel betrekking op de voorwaarde waaraan minimaal moet worden voldaan om recht te hebben op een bonus (
“(…) mits kantoor [vestigings- en kantoorplaats] (…) een commerciële omzet (…) realiseert van minimaal € 300.000,- (…)”). Het hof acht de door [de werkneemster] gegeven uitleg van de tekst van de bijlage dus niet zo voor de hand liggend als [de werkneemster] meent. In de tekst van de bijlage zit een tegenstrijdigheid, maar daarbij komt dat de bonus volgens [de werkgever] was bedoeld als prikkel om op het einde van het jaar nog extra verkopen te bewerkstelligen. Die prikkel is er wel bij het verkoopmoment, maar niet bij het transportmoment, omdat tussen het moment van verkoop en het transport van de woning vaak meerdere maanden liggen. Het hof is van oordeel dat ook gelet op deze toelichting op de achtergrond van de regeling, de door [de werkgever] voorgestane uitleg veel meer voor de hand ligt. Een bonus dient in de regel nu eenmaal als prikkel om meer omzet te genereren. Daar komt bij dat in dit geval de bonus al in de maand na het kalenderjaar werd betaald, zodat die prikkel ook meteen effectief kon zijn doordat de beloning vrijwel meteen volgde op de extra inspanning. Verder acht het hof van belang dat [de werkgever] onbetwist heeft aangevoerd dat de verkochte woningen iedere maand op een bord werden geschreven en zo dus zichtbaar was wat er werd verkocht. Aangezien de wijze waarop partijen zich bij de uitvoering van de overeenkomst hebben gedragen een aanwijzing kan opleveren voor hetgeen hen bij het sluiten van de overeenkomst voor ogen stond, acht het hof ook dit van belang. Op het bord werd niet vermeld wanneer de transportdatum was. De woningen werden ook niet pas op het bord vermeld na de notariële levering. Ook dat duidt dus op de juistheid van de door [de werkgever] gegeven uitleg. Het hof volgt [de werkneemster] dus niet in haar berekeningsmethodiek.
gelijktijdigeen akte te nemen op een termijn van vier weken waarna zij vier weken later
gelijktijdigeen antwoordakte dienen te nemen. [de werkneemster] kan eventueel in haar akte de door haar gewenste wijziging als bedoeld in de geweigerde akte van 6 november 2020 alsnog opnemen.
4.De beslissing
beide partijennaar aanleiding van hetgeen is overwogen in rechtsoverwegingen 3.11 en 3.26, waarna
beide partijen gelijktijdiguiterlijk vier weken later een antwoordakte dienen te nemen;