Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
,
- mr. [de bijzondere curator] , hierna te noemen: de bijzondere curator;
- [de juridisch vader] , hierna ook te noemen: de juridisch vader.
[minderjarige 1](hierna: [minderjarige 1] ), geboren op [geboortedatum] 2015 te [geboorteplaats] .
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- er een andere bijzondere curator wordt benoemd,
- de door de juridisch vader gedane erkenning van [minderjarige 1] nietig is, dan wel wordt vernietigd,
- aan de man vervangende toestemming wordt verleend tot erkenning van [minderjarige 1] ,
- de man wordt belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige 1] ,
.
3.De beoordeling in principaal en incidenteel appel
- [minderjarige 2] (hierna: [minderjarige 2] ), op [geboortedatum] 2012 te [geboorteplaats] ;
- [minderjarige 1] (hierna: [minderjarige 1] ), geboren op [geboortedatum] 2015 te [geboorteplaats] ,
De bijzondere curator komt verder tot de conclusie dat er geen sprake is van misbruik van bevoegdheid door de moeder. De moeder heeft de indruk gegeven dat zij op weloverwogen en bewuste wijze haar gezinsleven met [minderjarige 1] (en met [minderjarige 2] ) invult, hetgeen wordt bevestigd door de gastouder.
4.De beslissing
8 april 2019
,voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen;
H. van Winkel en is op 9 januari 2020 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van mr. C.E.M. Geertsma-van Ooijen, griffier.