ECLI:NL:GHSHE:2020:3773

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
8 december 2020
Publicatiedatum
8 december 2020
Zaaknummer
200.255.620_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huwelijksvermogensrecht en afwikkeling huwelijkse voorwaarden in hoger beroep

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een hoger beroep in een geschil over de afwikkeling van huwelijkse voorwaarden. De appellant, aangeduid als de man, heeft in principaal hoger beroep beroep ingesteld tegen de vrouw, die in incidenteel hoger beroep is gegaan. De zaak is een vervolg op een eerder tussenarrest van 31 maart 2020, waarin het hof de man had opgedragen bepaalde stukken te overleggen. De man heeft vervolgens op 23 april 2020 een inventarisstaat en bankafschriften gedeponeerd. Het hof heeft besloten om een comparitie van partijen te gelasten, met als doel een minnelijke regeling te beproeven of door te verwijzen naar mediation. De zitting is gepland voor 5 januari 2021, waarbij partijen hun verhinderdata moeten opgeven. Het hof heeft verder bepaald dat de advocaat van de appellant een kopie van het volledige procesdossier moet indienen binnen twee weken na de datum van het arrest. De uitspraak is gedaan op 8 december 2020 en houdt iedere verdere beslissing aan.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Team familie- en jeugdrecht
zaaknummer 200.255.620/01
arrest van 8 december 2020
in de zaak van
[de man],
wonende te [woonplaats] ,
appellant in principaal hoger beroep,
geïntimeerde in incidenteel hoger beroep,
hierna aan te duiden als de man,
advocaat: mr. A.J.G. Bisscheroux te Kerkrade,
tegen
[de vrouw] ,
wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerde in principaal hoger beroep,
appellante in incidenteel hoger beroep,
hierna aan te duiden als de vrouw,
advocaat: mr. D.J.P.H. Stoelhorst te Roermond,
als vervolg op het door het hof gewezen tussenarrest van 31 maart 2020.

8.Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenarrest van 31 maart 2020;
  • de akte depot van 23 april 2020;
  • de memorie van antwoord tevens houdende incidenteel appel met productie 25;
  • de memorie van antwoord in incidenteel appel.
Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald.

9.De verdere beoordeling

9.1.
Bij genoemd tussenarrest heeft het hof de zaak naar de rol van 26 mei 2020 verwezen voor afgifte door de man van de in rov. 6.4 van dat arrest genoemde stukken.
9.2.
Vervolgens heeft de man bij akte depot op 23 april 2020 ter griffie gedeponeerd een inventarisstaat (zijnde een overzicht met de beschrijving van de gedeponeerde stukken) en zes pakketten met bankafschriften.
9.3.
Het hof ziet thans aanleiding om een comparitie van partijen te gelasten. Het doel is het beproeven van een minnelijke regeling of de doorwijzing naar mediation. Ook kan de zitting worden benut om informatie uit te wisselen en om eventuele instructies met betrekking tot de zaak te geven. Het hof verwijst voor nadere algemene informatie over deze zitting naar
www.rechtspraak.nl(deelsite Gerechtshof 's-Hertogenbosch, onder “Meer regels en procedures”).
9.4.
De geplande duur van de zitting is anderhalf uur. Ter zitting zal niet de gelegenheid worden geboden om te pleiten. Hieronder wordt verstaan het juridisch beargumenteren van de zaak al dan niet aan de hand van een voorbereide, uitgeschreven pleitnotitie.
9.5.
De zaak zal worden verwezen naar de rol van 5 januari 2021 voor opgave verhinderdata voor de komende
vijfmaanden. Partijen dienen er rekening mee te houden dat de comparitie van partijen op een woensdag zal plaatsvinden.
9.6.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

10.De uitspraak

Het hof:
verwijst de zaak naar de rol van 5 januari 2021 voor opgave verhinderdata voor de komende vijf maanden;
bepaalt dat de advocaat van appellant
binnen twee wekenna de datum van dit arrest een kopie van het volledige procesdossier
in viervoudzal indienen bij het hof;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. P.P.M. van Reijsen, M.J. van Laarhoven en G.J. Vossestein en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 8 december 2020.
griffier rolraadsheer