Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte],
hij op of omstreeks 29 oktober 2017 te Breda ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer] van het leven te beroven met dat opzet toen aldaar de door hem bestuurde personenauto zodanig heeft bestuurd dat hij
hij, als degene door wiens gedraging een verkeersongeval was veroorzaakt, welke gedraging hij al dan niet als bestuurder van een motorrijtuig had verricht en welk verkeersongeval had plaatsgevonden in Breda op/aan de Prinsenkade/Nieuwe Prinsenkade, op of omstreeks 29 oktober 2017 de (voornoemde) plaats van vorenbedoeld ongeval heeft verlaten, terwijl bij dat ongeval, naar hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden, aan een ander (te weten [slachtoffer]) letsel was toegebracht.
hij op 29 oktober 2017 te Breda ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer] van het leven te beroven met dat opzet toen aldaar de door hem bestuurde personenauto zodanig heeft bestuurd dat hij
hij, als degene door wiens gedraging een verkeersongeval was veroorzaakt, welke gedraging hij als bestuurder van een motorrijtuig had verricht en welk verkeersongeval had plaatsgevonden in Breda op de Prinsenkade/Nieuwe Prinsenkade, op 29 oktober 2017 de plaats van vorenbedoeld ongeval heeft verlaten, terwijl bij dat ongeval, naar hij redelijkerwijs moest vermoeden aan een ander (te weten [slachtoffer]) letsel was toegebracht.
Er kan niet worden vastgesteld dat de verdachte ten tijde van het verkeersongeluk de bestuurder was van de personenauto die betrokken was bij het ongeluk. De verdachte erkent ten tijde van het ongeval inzittende te zijn geweest van de bij het ongeval betrokken personenauto, maar ontkent met klem achter het stuur te hebben gezeten ten tijde van de aanrijding. De verdachte stelt op de bijrijdersstoel te hebben gezeten. Dit wordt bevestigd door de verklaring die de verdachte in vrijheid heeft afgelegd ten overstaan van de informant P3017, zodat die verklaring als waarachtig aangemerkt dient te worden. Verzocht wordt uit te gaan van de door verdachte ten overstaan van die informant afgelegde verklaring. Volgens verdachte zat een vriend van hem achter het stuur. Omdat alle agenten uit Breda verdachte kennen, heeft hij zijn vriend laten rijden. Uit angst voor represailles heeft hij de naam van de bestuurder niet willen noemen. Daar het dossier meerdere aanknopingspunten bevat die erop wijzen dat de verdachte niet achter het stuur zat, is er geen sprake van een situatie die om uitleg van de verdachte schreeuwt en kan zijn zwijgen niet bij de bewijsvoering worden betrokken.
,overweegt het hof dat hier naar algemene ervaringsregels sprake was van een aanmerkelijke kans dat er een verkeersongeval zou plaatsvinden met een dodelijke afloop. Het hof heeft bij dat oordeel tevens betrokken dat de verdachte in een personenauto reed, terwijl het merendeel van de overige weggebruikers, waaronder bromfietsers, fietsers en voetgangers, kwetsbare verkeersdeelnemers betroffen die geen bescherming genoten van een auto als schild.
poging tot doodslag.
overtreding van artikel 7, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
5 (vijf) jaren.
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
5 (vijf) jaren.