Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
9.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 29 oktober 2019;
- de akte tot uitlating van [geïntimeerde] met productie;
- de antwoordakte van [appellant] met drie producties.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door een appellant tegen Kozijnen B.V. over de redelijkheid van annuleringskosten die zijn opgenomen in de algemene voorwaarden van de aannemer. De zaak is een vervolg op een eerder tussenarrest van 29 oktober 2019. De appellant had een overeenkomst gesloten met de geïntimeerde voor het plaatsen van twee dakkapellen, maar annuleerde deze opdracht. De aannemer vorderde annuleringskosten, die de appellant betwistte. Het hof oordeelt dat het beding in de algemene voorwaarden van de aannemer niet onredelijk bezwarend is volgens artikel 6:237 BW, omdat de gevorderde annuleringsvergoeding een redelijke vergoeding is voor de gederfde winst en geleden verlies door de aannemer. Het hof concludeert dat de appellant zonder het beding niet in een betere positie zou zijn geweest, en dat het annuleringsbeding niet als oneerlijk kan worden aangemerkt volgens de Richtlijn 93/13/EEG. De vordering van de aannemer tot betaling van de annuleringsvergoeding wordt toegewezen, met uitzondering van de buitengerechtelijke incassokosten, die worden afgewezen omdat de appellant niet aan de vereisten voor vergoeding heeft voldaan. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter voor het overige en veroordeelt de appellant in de proceskosten van het hoger beroep.