In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 29 september 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep. De appellant, vertegenwoordigd door advocaat mr. L.E. van Hevele, had een televisie, muurbeugel en Ziggomodule gekocht bij de geïntimeerde, die niet verschenen was in de procedure. De appellant vorderde in eerste aanleg ontbinding van de koopovereenkomst en terugbetaling van de koopprijs van € 3.437,00, omdat de televisie gebreken vertoonde. De kantonrechter had de vorderingen van de appellant afgewezen, wat leidde tot het hoger beroep.
Het hof heeft de procedure beoordeeld op basis van de ingediende stukken en de dagvaarding in hoger beroep. De appellant voerde aan dat de televisie binnen de garantietermijn defect was geraakt en dat de geïntimeerde niet adequaat had gereageerd op zijn klachten. Het hof oordeelde dat de geïntimeerde onvoldoende onderbouwd had dat de televisie niet defect was en dat de appellant terecht de overeenkomst had ontbonden. Het hof verwierp de argumenten van de geïntimeerde en oordeelde dat de appellant recht had op terugbetaling van de koopprijs, vermeerderd met wettelijke rente.
Daarnaast werd de vordering van de geïntimeerde in voorwaardelijke reconventie, die een vergoeding voor het gebruik van de televisie eiste, afgewezen. Het hof oordeelde dat de geïntimeerde niet had aangetoond dat de appellant onzorgvuldig had gehandeld. De geïntimeerde werd veroordeeld in de proceskosten in beide instanties. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en wees de vorderingen van de appellant toe, met de verplichting voor de appellant om de leentelevisie terug te geven aan de geïntimeerde.