Uitspraak
[appellant],
[geïntimeerde],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
- een akte met producties van [geïntimeerde] ,
- een antwoordakte met producties van [appellant] ,
- een antwoordakte van [geïntimeerde] .
2.De verdere beoordeling van de grieven en de vordering
[geïntimeerde] heeft [appellant] bij brief van 10 maart 2008 in gebreke gesteld (productie 4 bij dagvaarding in eerste aanleg). Vanaf dat moment diende hij daarom redelijkerwijs rekening te houden met een verplichting tot teruggave van de camper aan [appellant] . Het desalniettemin gebruik maken van de camper - waardoor waardevermindering van de camper zal zijn opgetreden - diende vanaf 28 juni 2008 naar het oordeel van het hof dan ook te worden aangemerkt als het niet als een zorgvuldig schuldenaar voor het goed zorgdragen, welke tekortkoming aan [geïntimeerde] toerekenbaar is. Op grond van artikel 6:74 BW is [geïntimeerde] dan ook schadevergoeding verschuldigd voor de door deze tekortkoming bij [appellant] ontstane schade. Voor zover [geïntimeerde] zich in zijn akte uitlating na tussenarrest op het standpunt heeft gesteld dat hij de camper na 28 juni 2008 nagenoeg alleen ten behoeve van de procedure heeft gebruikt (namelijk in verband met het rijden van en naar inspecties en het behoud van de dieselmotor), zodat om die reden een waardevergoeding achterwege dient te blijven, gaat het hof aan deze stelling voorbij. Het hof verwijst in dat verband naar de uitlatingen van [geïntimeerde] ter gelegenheid van de comparitie in eerste aanleg op 14 januari 2010, waar hij heeft verklaard
"dat hij nog zoveel kilometers heeft gereden, omdat de camper nog steeds van hem is en hij er mee mag doen wat hij wil. (…) Ook zijn kinderen gebruiken de camper."
heeft in zijn akte uitlating na tussenarrest betoogd dat er geen aanleiding is om een waardevergoeding ten gunste van [appellant] toe te kennen vanwege het feit dat [geïntimeerde] de camper niet in dezelfde staat kan terug leveren. Ter onderbouwing van zijn standpunt heeft [geïntimeerde] onder meer gewezen op het aantal kilometers dat hij met de camper heeft gereden en dat hij vanaf het moment van levering van de camper kosten (waaronder wegenbelasting, verzekeringspremies en stallingskosten) heeft moeten maken terwijl hij de camper niet kon gebruiken voor recreatie.
De expertisekosten
De buitengerechtelijke incassokosten
De slotsom
Als grotendeels in het ongelijk gestelde partij is [appellant] terecht in de kosten van de procedure in eerste aanleg veroordeeld in zoverre zal het bestreden eindvonnis worden bekrachtigd en zal [appellant] tot slot worden veroordeeld in de proceskosten in hoger beroep (3 punten, tarief IV).