3.35.Bij tussenvonnis van 23 maart 2016 heeft de rechtbank een deskundigenbericht bevolen en bij tussenvonnis van 2 november 2016 heeft de rechtbank dr. E.A.W.J. Dumont (hierna: Dumont ) als deskundige benoemd. In zijn rapport van 29 augustus 2017 heeft Dumont de vragen van de rechtbank als volgt beantwoord:
1. In hoeverre kunt u nog vaststellen of er bij [appellante] sprake is geweest van één
infectie (in september 2003) of van twee infecties (in september 2003 én in maart
2004)?
Het is niet met zekerheid te zeggen dat er zich twee infecties hebben voorgedaan
De eerste infectie is met een kweek bevestigd. De tweede infectie is niet met een
kweek bevestigd.
Dat de tweede kweek een negatieve uitslag had, kan twee oorzaken hebben:
1. De kweek was afgenomen reeds na start van de antibiotische therapie: de
kweekuitslag is dan vaak negatief.
2. Indien de tweede infectie het gevolg is van biofilmvorming rond de filler
zijn standaard kweken vaak negatief. (…)
Uit deze literatuur blijkt dat kweken voor bacteriën vaak negatief zijn (…),
ondanks dat bacteriën wél aanwezig zijn in de biofilm. Vanuit deze biofilm kunnen
bacteriën vervolgens een infectie veroorzaken. (…)
Dat er door de eerste injectie een infectie is veroorzaakt, is evident. De tweede
infectie trad 8 weken op na de tweede injectie en lijkt ogenschijnlijk hier dan ook
mee te maken te hebben, maar dat hoeft niet. De tweede infectie kan ook zijn
ontstaan uit een opflakkering van bacteriën uit de biofilm die ontstaan is bij de
éérste injectie.
Onderscheid kan niet gemaakt worden tussen twee infecties uit de eerste injectie, of
twee aparte infecties uit twee injecties. Als er een ander soort bacteriën gekweekt
zou zijn uit het materiaal, afgenomen na de tweede infectie, dan pas zou bewezen
zijn dat het twee aparte infecties zijn geweest.
Het opnieuw injecteren met het Bio-Alcamid hoeft dus niet de reden te zijn van de
tweede infectie.
2. Kan deze infectie/kunnen deze infecties veroorzaakt zijn door het gebruik van Bio-
Alcamid op 19 mei 2003 en 24 februari 2004, mede gelet op het tijdsverloop tussen
het injecteren en het zich openbaren van de infectie(-s)?
Om antwoord te geven op de door u gestelde vraag, zal ik ten eerste relevante literatuur
bespreken die over dit onderwerp bekend is. (…)
“Uit literatuuronderzoek blijkt dat er ongeveer een 1% kans bestaat op een infectie na injectie van een filler. Deze infecties zijn moeilijk te behandelen en kunnen een permanent misvormd gelaat veroorzaken. Als de eerste reactie van rood worden en verharding onbehandeld blijft, ontstaat fistelvorming en ontlasting van pus en filler. Deze nadelige gevolgen zijn afhankelijk van de afbreekbaarheid van de filler, maar meer voorkomend bij gebruik van permanente fillers. Bij het verwijderen van fillers bij personen met roodheid en zwellingen, zijn bacteriële kweken vaak negatief. Het toedienen van antibiotica werkt vaak niet en de reactie wordt vaak ten onrechte als een auto-immuun reactie of allergische reactie bestempeld. Het vervolgens toedienen van steroïden en anti-inflammatoire medicijnen (red: dit zijn geen antibiotica) verergert vaak de situatie.”
“De symptomen komen echter overeen met een infectie met vorming van een biofilm. Dit wordt tevens ondersteund door het feit dat opflakkering van een dergelijke infectie tot jaren na de injectie voor kan komen, wat ongebruikelijk is bij een allergische reactie.”
“Bij experimenten, uitgevoerd in 2009, werden biofilms waargenomen. De bacteriën waren
georganiseerd in kleine clusters op de filler, die bekend staan als biofilms. Deze biofilms
veroorzaken een laaggradige infectie, die extreem resistent is tegen antibiotica. Deze biofilms
hebben een extreme capaciteit om de afweermechanismen van de persoon te omzeilen. ”
“Bij proeven in het laboratorium (in vitro), uitgevoerd ook met Aquamid, werd waargenomen dat zich op Aquamid een biofilm kan ontwikkelen. Dit werd tevens ondersteund met proeven in muizen (in vivo) met gelijkluidende uitkomsten. Behandeling van deze biofilm met antibiotica bleek niet mogelijk.”
De auteurs van dit artikel stellen dat de negatieve reacties na fillers worden veroorzaakt door
biofilmvorming. Er dienen extreme voorzorgsmaatregelen genomen te worden bij filler injectie. De auteurs adviseren, om het risico van injectie van bacteriën samen met de filler te minimaliseren, de huid te desinfecteren en één maand voor injectie geen make-up te gebruiken. Aangezien de bacteriën op de huid zich ook in de poriën bevinden en dus onder het huidoppervlak, wordt profylactisch antibiotica aangeraden om biofilmformatie te voorkomen.
De infecties bij mevrouw [appellante] kunnen veroorzaakt zijn door het gebruik van Bio-Alcamid op 19 mei 2003 en 24 februari 2004, ook gelet op het tijdsverloop tussen het injecteren en het zich openbaren van de infectie(-s). Waarschijnlijk zijn bij het injecteren van de filler bacteriën mee onder de huid gebracht. Deze bacteriën hebben een biofilm gevormd waaruit een uitgebreidere infectie is ontstaan. De biofilms hebben een extreme capaciteit om de afweermechanismen van de persoon te omzeilen. Opflakkering van een dergelijke infectie kan tot jaren na de injectie voor komen.
3. Speelt bij de beantwoording van vraag 2 een rol dat eerder Aquamid is toegediend?
De biofilm ontstaat op de geïnfecteerde filler die geïnjecteerd is onder de huid. De
bacteriën in de biofilm kunnen zich over de filler verspreiden.
Indien er meer filler aanwezig is, mede uit vorige injecties en indien deze enigerlei
contact met elkaar maken, kan dit ervoor zorgen dat de biofilm en dus bacteriën
zich over een groter gebied zouden kunnen verspreiden. Uit de meegestuurde
processtukken blijkt dat er multipele injecties in hetzelfde gebied plaats hebben
gevonden.
4. Speelt bij de beantwoording van vraag 2 een rol dat bij/rond het toedienen van Bio-
Alcamid geen antibiotica is voorgeschreven?
Om een antwoord te geven op deze vraag dient deze vraag in een aantal delen uitgesplitst te
worden.
1. Antibioticabeleid ten tijde van injectie in 2003-2004.
2. Desinfectie bij injectie door de huid.
3. Infectie percentage bij het injecteren van fillers.
ad. 1 Literatuur:
Antibioticabeleid ten tijde van injectie in 2003-2004:
De SWAB[Stichting Werkgroep Antibioticabeleid, hof]
-richtlijn die opgesteld is in het jaar 2000 (…)
Voor ingrepen waarbij men vooraf een schone wond verwacht (met een postoperatief infectierisico van normaal minder dan 2-5%), is profylaxe in het algemeen niet geïndiceerd.
Voorbeelden hiervan zijn de meeste plastisch-chirurgische ingrepen, chirurgie aan de perifere vaten zonder kunstmateriaal en zonder liesincisie, en ingrepen aan het oor of de neus (geen implantaten).
Ondanks het lage wondinfectiepercentage zijn er in deze categorie ingrepen waarbij een
postoperatieve wondinfectie zulke ernstige gevolgen heeft dat profylaxe wel geïndiceerd is. Dit geldt voor een groot aantal ingrepen waarbij implantatie van kunstmateriaal plaatsvindt.
Implantatie van kunststofmatjes rekent de SWAB vooralsnog niet tot ingrepen waarvoor profylaxe geïndiceerd is.
(…)
Conclusie:
Antibioticabeleid:
Uit de bovenstaande SWAB-richtlijn, die gold ten tijde van de injectie(-s)[volgt, toevoeging hof]
dat antibiotische profylaxe gegeven dient te worden bij een infectierisico van hoger dan 2-5%. Uit de literatuur blijkt dat het infectiepercentage bij injectie van filters tussen de 1 en 2% ligt.
Ten tijde van de injectie door [geïntimeerde] bevond [appellante] zich in klasse Mayhall 1 patiënt- en
omgevingsgebonden factoren die het risico op postoperatieve wondinfectie kunnen doen
toenemen. In deze klasse is preventief antibioticagebruik niet aangewezen.
Hierbij dient wel in acht te worden genomen: “Ondanks het lage wondinfectie percentage zijn er in deze categorie ingrepen waarbij een postoperatieve wondinfectie zulke ernstige gevolgen heeft dat profylaxe wel geïndiceerd is. Dit geldt voor een groot aantal ingrepen waarbij implantatie van kunstmateriaal plaatsvindt.” Strikt genomen is Aquamid en Bio-Alcamid een kunstmateriaal met potentieel ernstige gevolgen na infectie en zou profylaxe wél geïndiceerd zijn.
Bij het injecteren van de Bio-Alcamid heeft [geïntimeerde] zich gehouden aan de geldende
voorschriften betreffende huiddesinfectie zoals vermeld in de bovenstaande WIP
richtlijn. Door [geïntimeerde] en door [appellante] is in het gesprek aangegeven dat voor
iedere injectie de huid gedesinfecteerd is. [geïntimeerde] gebruikt voor desinfectie van de
huid alcohol met toevoeging van chloorhexidine. Gezien [geïntimeerde] en [appellante] beide
onafhankelijk bevestigd hebben in het persoonlijk gesprek dat voor iedere injectie
de huid gedesinfecteerd is, neem ik dat voor waarheid aan.
5. Wat vermeldden toentertijd de bijsluiters bij de middelen Aquamid en Bio-Alcamid
over het gebruik van het betreffende middel in combinatie met andere fillers en over
het voorschrijven van antibiotica bij/rond de toediening van het middel?
Bijsluiter 1: Aquamid: citaat: ‘Meng de gel niet met een andere substantie.”
Bijsluiter 2. Aquamid: citaat: “Aquamid mag niet worden geïnjecteerd op plaatsen waar niet- absorbeerbare en/of langdurige weke delen-vulmiddelen aanwezig zijn. Andere niet-absorbeerbare en/of langdurige weke delen-vulmiddelen mogen niet worden geïnjecteerd op
plaatsen waar Aquamid aanwezig is. Cosmetische behandelingen waaronder injectie van vulmiddelen op een plaats die eerder behandeld is met Aquamid, kan het risico op iatrogene infectie vergroten, dus voorzichtigheid is hierbij geboden. Als er een profylactische anti-bioticabehandeling voorgeschreven is, wordt de volgende combinatie aanbevolen: …” Bijwerkingen: Er kunnen infecties voorkomen op de plaats van injectie en deze moeten onmiddellijk behandeld worden met antibiotica.” “Net als bij alle andere transcutane procedures staat er bij het injecteren van Aquamid infectiegevaar” “In geval van aanhoudende infectie kan het nodig zijn om het implantaat chirurgisch te verwijderen. Dit kan littekenvorming veroorzaken.” Patiëntinformatie: De patiënt dient te worden geïnformeerd over indicaties, te verwachten resultaten contra-indicaties, waarschuwingen, voorzorgsmaatregelen en mogelijke complicaties. De patiënt dient een door de distributeur verstrekt geïnformeerd toestemmingsformulier te ondertekenen.”
Bijsluiter Bio-Alcamid: citaat: “As in the case of all prosthetic surgery a wide spectrum antibiotic and antiedemagenic therapy must be administered after this operation in order to prevent any possible infections.”en “in the case of injections to be performed during several sessions, in is advisable to repeat each infiltration after at least 40 days.” en “Since no statistically relevant studies have been performed on the interactions between amide-imide Bio-Alcamid gel and other permanent synthetic material, their use in association or combination is discouraged.”
Bio Alcamid: treatment materials, instructions for use and patient information: “an antibiotic prophylaxis regiment is advised beginning 1-2 day(s) prior to treatment for a duration of 5 days. Prescribe this antibiotic regiment for secondary or ‘touch-up’ treatments as well”. “Obtain informed consent”.
Combinatie met andere fillers: beide producenten geven aan dat de filler niet met een andere
substantie vermengd mag worden. Er wordt geen toelichting gegeven waar deze vermenging
plaatsvindt, reeds buiten het lichaam of binnen het lichaam.
Antibioticabeleid: De bijsluiters verschillen enigszins qua inhoud. Bij Aquamid wordt er geen
antibiotica expliciet voorgeschreven, dit in tegenstelling tot Bio-Alcamid, waar expliciet wél
geadviseerd wordt profylactisch antibiotica te gebruiken.
6. Aan welke medische normen had [geïntimeerde] zich ten tijde van de behandeling van
[appellante] met fillers te houden en bestonden daarover op dat moment binnen uw
vakgebied verschillende opvattingen?
[geïntimeerde] diende zich ten tijde van het aanbrengen van de fillers bij [appellante] te houden aan de landelijke regelgeving die op dat moment geldend was ten aanzien van antibioticagebruik als profylaxe bij injecties van fillers (SWAB-richtlijn). Tevens diende hij zich aan de landelijk geldende regels te houden hoe de huid te desinfecteren voorafgaand aan de injecties (WIP-richtlijn).
Er bestaat een duidelijke discrepantie tussen de uitvoering van de behandeling van [geïntimeerde] en de regels vastgesteld in de SWAB-richtlijn. De SWAB-richtlijn meldt, ondanks het lage wondinfectie-percentage, dat een filler-injectie in een categorie ingrepen valt (implantatie kunstmateriaal) waarbij een postoperatieve wondinfectie zulke ernstige gevolgen heeft dat profylaxe wel geïndiceerd is. [geïntimeerde] heeft zich wel gehouden aan de WIP-richtlijn voor desinfectie van de huid (reeds in vraag 4 aan bod gekomen).
7. Mocht van [geïntimeerde] worden verwacht dat hij zich ten tijde van de behandeling van
[appellante] hield aan de richtlijnen van de fabrikanten ten aanzien van het gebruik van
verschillende fillers en het voorschrijven van antibiotica?
(…) Gezien bovenstaande citaten van de bijsluiters van Aquamid en Bio-Alcamid blijkt dat de behandeling door [geïntimeerde] niet overeenkomt met de aanbevolen wijze van behandeling van de fabrikanten. Het betreft een discrepantie bij het gebruik van antibiotica en bij het verkrijgen en registreren van het informed consent.
8. Mocht [geïntimeerde] als bekwaam en redelijk handelend vakgenoot op 24 februari 2004
enkele maanden na de infectie van september 2003, [appellante] opnieuw met Bio-
Alcamid injecteren?
Na de infectie van 2003 heeft [geïntimeerde] op klinische gronden besloten opnieuw te injecteren. Door de summiere statusvoering is niet duidelijk te achterhalen wat deze klinische gronden daadwerkelijk waren. In de literatuur heb ik geen gegevens kunnen vinden wat daadwerkelijk de periode dient te zijn na een doorgemaakte infectie van Aquamid/Bio-Alcamid voordat overgegaan mag worden tot een nieuwe injectie. In de bijsluiter van Bio-Alcamid staat op de ene plaats 40 dagen en in een andere bijsluiter 45 dagen na de vorige injectie. Hierbij staat niet gespecificeerd of dit na een infectie wel of niet toegestaan is.
Een uitspraak over “redelijk handelend vakgenoot” in relatie tot de tijdsduur tussen de injecties (maanden) kan ik niet gefundeerd op literatuurgegevens doen.
9. Als productie 10 bij de dagvaarding heeft [appellante] overgelegd een aantekening van
30 september 2003 van [arts 2] , inhoudende dat de infectie van september 2003 is
ontstaan
: “as a result of an injection - not as a result of the material that was injected” (…)In hoeverre onderschrijft u deze conclusie en wat betekent dat voor de beantwoording van voorgaande vragen?
Mede gesteund door literatuurgegevens ben ik het geheel eens met de uitspraak van [arts 2] . De infectie is ontstaan door het onder de huid brengen van bacteriën. Vervolgens hebben de bacteriën een infectie en daarnaast een biofilm veroorzaakt op het fillermateriaal. Vanuit deze eerste infectie en biofilmformatie is er één infectie of zijn er twee infecties ontstaan.
10. Wat zijn de gevolgen van de infectie (-s) in het gezicht van [appellante] ?
Gezien de veelheid van interventies in het gelaat van mevrouw [appellante] kan niet nagegaan worden door welke interventie welk positief dan wel negatief resultaat is ontstaan. Een uitspraak over de gevolgen van de infectie(-s) in het gezicht van mevrouw [appellante] kan ik niet geven.
11. In hoeverre luiden de antwoorden op voorgaande vragen anders, indien ervan moet
worden uitgegaan dat [geïntimeerde] niet alleen op 19 mei 2003 en 24 februari 2004 Bio-
Alcamid bij [appellante] heeft geïnjecteerd, maar ook al eerder, in april 2003?
De antwoorden op voorgaande vragen luiden niet wezenlijk anders. Het enige verschil is dat er door meerdere injecties ook meer fillermateriaal zich in het gelaat bevindt. Hoe meer fillermateriaal met elkaar in contact staat, hoe meer oppervlak ontstaat waarop zich een biofilm kan ontwikkelen. Later kan deze in oppervlakte grotere biofilm voor uitgebreidere infecties zorgen.
12. In hoeverre speelt de wijze waarop [geïntimeerde] het medisch dossier van [appellante] heeft
gehouden een rol bij de beantwoording van voorgaande vragen?
Door de wijze van statusvoering kan [geïntimeerde] niet aantonen dat:
- er informed consent voor iedere injectie mondeling of schriftelijk is verkregen en dat [appellante] bij iedere ingreep op de hoogte is gebracht van de indicaties, de te verwachten resultaten, contra-indicaties, voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen en potentiële ongewenste voorvallen;
- de plaatsen van injectie geen contact met elkaar maken en zo verspreiding
van de infectie minder snel of niet mogelijk is.
13. Zijn er nog andere punten die u naar voren wilt brengen?
Een tandheelkundige infectie die een bacterie veroorzaakt zou hebben en zo de infectie zou hebben veroorzaakt, lijkt minder waarschijnlijk. Dit vanwege de volgende feiten:
(…)
Bij het injecteren van permanente fillers was het volgens prof B. v.d. Lei niet gebruikelijk rond de injectie van permanente fillers antibiotica toe te dienen. Ik onderschrijf deze mening dat het niet gebruikelijk was. Dit betekent echter niet dat het daarom juist is om geen antibiotica te gebruiken. De toen geldende landelijke richtlijn (SWAB-richtlijn) over indicaties voor antibioticagebruik én de bijsluiter van Bio-Alcamid zijn duidelijk en melden dat antibiotica wél gebruikt dienden te worden.