Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
[de Stal],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
1.Het geding in hoger beroep
- het tussenarrest van 3 april 2018 waarbij het hof een comparitie na aanbrengen heeft gelast;
- het proces-verbaal van comparitie van 9 mei 2018;
- de memorie van grieven met eiswijziging;
- de memorie van antwoord met producties;
- de akte van appellante;
- de antwoordakte van geïntimeerden.
2.De vaststaande feiten
"Payments for outside the Netherlands: [de vennootschap 1] ",waarna het adres en het bankrekeningnummer van die vennootschap volgen.
3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
4.De motivering van de beslissing in hoger beroep
"Primair stelt [appellante] zich (…) op het standpunt dat [vennoot van de vof] in privé de contractspartij is. [vennoot van de vof] heeft de onderhandelingen gevoerd én nog belangrijker de betalingen ontvangen (die nooit zijn doorgestort aan [enig directeur/aandeelhouder van de vennootschap] )."