Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[appellant 1] ,wonende te [woonplaats 1] ,
[appellant 2] ,wonende te [woonplaats 2] , Polen,
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/01/319186/ HA ZA 17-205)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven met producties en eiswijziging;
- de memorie van antwoord, tevens memorie van grieven in incidenteel hoger beroep met eiswijziging;
- de memorie van antwoord in incidenteel hoger beroep.
3.De beoordeling
In dit testament heeft erflater - kort gezegd - zijn echtgenote onterfd en [geïntimeerde] , [appellant 1] en [appellant 2] tot zijn erfgenamen benoemd voor respectievelijk 7/20e deel, 7/20e deel en 6/20e deel.
Erflater heeft het vruchtgebruik van de woning aan de [adres 1] te [plaats 1]
aan zijn echtgenote gelegateerd. Erflater heeft voorts aan ieder van zijn kinderen een aantal goederen gelegateerd. Verder heeft erflater [appellant 1] , [geïntimeerde] en zijn financieel adviseur
de heer [financieel adviseur] tot executeur-afwikkelingsbewindvoerders benoemd.
Zij hebben deze benoeming aanvaard. [appellant 1] en [geïntimeerde] hebben de nalatenschap beneficiair aanvaard.
van erflater verricht.
Bij afzonderlijke akte van 22 juni 2015 is het legaat van de bedrijfsruimte aan de [adres 8] te [vestigingsplaats 2] met kadastraal nummer [kadastraal nummer 3] en een perceel landbouwgrond nabij de [adres 1] te [plaats 1] met kadastraal nummer [kadastraal nummer 4] aan [appellant 1] afgegeven.
de kapitaalverzekering van erflater. Bij vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats ‘s-Hertogenbosch van 25 januari 2016 is de vordering van [geïntimeerde] afgewezen.
van de uitkering van voormelde verzekeringspolis, en dat [appellant 1] dit bedrag aan [geïntimeerde] dient te betalen, vermeerderd met wettelijke rente;
vermeerderd met wettelijke rente;
primair: de registergoederen/percelen te [plaats 1] met kadastrale nummers [kadastraal nummer 3] en [kadastraal nummer 4] ten onrechte aan [appellant 1] zijn afgegeven als onderdeel van het legaat ter zake van de aandelen in de vennootschappen [de Holding] en [de vennootschap 1] ;
subsidiair: het perceel te [plaats 1] met kadastraal nummer [kadastraal nummer 4] ten onrechte aan [appellant 1] is afgegeven als onderdeel van het legaat ter zake van de aandelen in de vennootschappen [de Holding] en [de vennootschap 1] ;
bij de verdeling van de nalatenschap worden gewaardeerd op een door een deskundige te bepalen waarde;
te [plaats 2] tevens wordt begrepen het landbouwperceel met kadastraal nummer [kadastraal nummer 7] en dat dit legaat wordt gewaardeerd op € 567.000,--, en
b. voor recht te verklaren dat het landbouwperceel met kadastraal nummer [kadastraal nummer 7] geen onderdeel uitmaakt van het aan [appellant 2] gelegateerde bosperceel aan de [adres 6] te [plaats 4] ;
b. voor recht te verklaren dat voor zover die kosten reeds door de nalatenschap zijn betaald, [appellant 1] volledige opgave van die kosten dient te verstrekken op straffe van een dwangsom en [appellant 1] deze kosten aan de nalatenschap dient terug te betalen;
de door de erven verschuldigde rente en kosten over de door de erven verschuldigde
belastingschuld, voor zover die zijn ontstaan ná 22 juni 2015 (afgifte legaat aandelen
[de Holding] aan [appellant 1] ), met veroordeling van [appellant 1] om die rente en kosten aan de nalatenschap te vergoeden, welke schade voor zover nodig nader dient te worden opgemaakt bij staat;
te verklaren voor recht dat [geïntimeerde] primair op grond van onrechtmatige daad en subsidiair op grond van de redelijkheid en billijkheid schadeplichtig is jegens [appellant 1] en [appellant 2] dan wel de nalatenschap, met veroordeling van [geïntimeerde] tot vergoeding aan [appellant 1] en [appellant 2] dan wel aan de nalatenschap van de daaruit voor [appellant 1] en [appellant 2] dan wel de nalatenschap voortvloeiende schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet.
Deze verzekering omvat een uitkering van € 340.335,16 bij overlijden van erflater vóór
1 december 2013 of bij in leven zijn op deze datum. In de polis is vermeld dat begunstigden zijn:
“1. VERZEKERINGNEMER
“De uitwerking van de inbrengverplichting van [appellant 1] gaat evenwel het bestek van deze procedure te buiten. Het geven van aanwijzingen behoort immers niet tot taak van de rechtbank.”In zoverre hebben [appellant 1] en [appellant 2] geen belang bij hun grief.
“het pand/de panden welke aan bedoelde vennootschappen[ [de Holding] en [de vennootschap 1] ]
ter beschikking is/zijn gesteld als bedoeld in artikel 3.91 Wet IB 2001”.