Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
4.Gronden
5.Beslissing
bevestigtde uitspraak van de Rechtbank.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 24 januari 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontvankelijkheid van een beroep en een verzoek om kostenvergoeding na intrekking van dat beroep. De belanghebbende had eerder een bezwaarschrift ingediend bij de Gemeenteambtenaar, die niet bevoegd was om op dat bezwaar te beslissen. Het Hof oordeelt dat het verzoek om kostenvergoeding niet ontvankelijk is, omdat de Gemeenteambtenaar geen uitspraak op bezwaar kon doen. De Rechtbank had eerder het verzoek van de belanghebbende om kostenvergoeding niet-ontvankelijk verklaard, wat het Hof bevestigt. Het Hof stelt vast dat de vraag of een beroep kan worden ontvangen een kwestie van openbare orde is. De belanghebbende had zijn bezwaarschrift ingediend bij een bestuursorgaan dat het besluit waartegen het bezwaar was gericht niet had genomen, waardoor het bestuursorgaan niet bevoegd was om op het bezwaar te beslissen. Het Hof concludeert dat het hoger beroep ongegrond is en bevestigt de uitspraak van de Rechtbank. Er zijn geen redenen om de Gemeenteambtenaar te veroordelen tot vergoeding van het griffierecht of de proceskosten.