In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 16 juli 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de verlenging van de schuldsaneringsregeling van appellant, die kampt met psychische problematiek. De rechtbank Limburg had eerder op 11 februari 2020 geoordeeld dat appellant toerekenbaar tekortgeschoten was in zijn verplichtingen onder de schuldsaneringsregeling, waardoor hem geen 'schone lei' werd verleend. Appellant heeft in hoger beroep verzocht om vernietiging van dit vonnis en om beëindiging van de schuldsaneringsregeling met verlening van een schone lei. Tijdens de mondelinge behandeling op 3 juni 2020 heeft appellant, bijgestaan door zijn advocaat, zijn standpunt toegelicht. Hij heeft aangevoerd dat zijn arbeidsongeschiktheid invloed heeft gehad op zijn verplichtingen en dat hij niet op de hoogte was van ontbrekende stukken. De bewindvoerder heeft echter aangegeven dat appellant ondanks zijn psychische problemen niet aan zijn informatieplicht heeft voldaan en dat er geen verbeteringen zijn opgetreden in zijn gedrag. Het hof heeft vastgesteld dat appellant ondanks eerdere waarschuwingen en verhoren niet voldoende heeft meegewerkt aan de schuldsaneringsregeling. Desondanks heeft het hof, rekening houdend met de psychische problematiek van appellant, besloten om de termijn van de schuldsaneringsregeling met twee jaar te verlengen. Het hof heeft appellant erop gewezen dat hij gedurende deze verlenging aan zijn verplichtingen moet blijven voldoen en dat hij bij niet-naleving het risico loopt op tussentijdse beëindiging van de regeling. De zaak is terugverwezen naar de rechtbank Limburg voor de voortzetting van de schuldsaneringsregeling.