In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 14 juli 2020 uitspraak gedaan in een hoger beroep kort geding tussen Enexis Netbeheer B.V. en een vennootschap. De zaak betreft een verzoek van de appellante, Enexis Netbeheer B.V., om doorhaling van de zaak, waartegen de geïntimeerde bezwaar heeft gemaakt. De appellante heeft vervolgens een akte houdende afstand van instantie ingediend, waarbij zij de vereiste bijzondere volmacht heeft overgelegd. Het hof heeft vastgesteld dat aan de wettelijke voorwaarden voor afstand van instantie is voldaan en heeft deze akte verleend.
De geïntimeerde heeft in reactie op de afstand van instantie verzocht om veroordeling van de appellante tot betaling van de reeds betaalde griffierechten. Het hof heeft geoordeeld dat de appellante, op grond van artikel 249 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, verplicht is om de proceskosten van de geïntimeerde te vergoeden. Het hof heeft de proceskosten begroot op € 760,- aan griffierechten en heeft een bevelschrift uitgevaardigd, dat uitvoerbaar is bij voorraad. De uitspraak is openbaar gedaan en de rolraadsheer heeft het arrest uitgesproken op de zitting.