Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
8.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 20 februari 2018;
- het deskundigenbericht van neuroloog dr. H.J.J.A. Bernsen, gedeponeerd ter griffie op 10 mei 2019;
- het deskundigenbericht van psychiater prof. dr. G.F. Koerselman, gedeponeerd ter griffie op 26 september 2019;
- de memorie na deskundigenrapport van [appellant] ;
- de memorie na deskundigenberichten van [geïntimeerde] met één productie.
9.De verdere beoordeling
Gelet daarop is voor dit vermoeden geen plaats in het geval het verband tussen de gezondheidsschade en de arbeidsomstandigheden te onzeker of te onbepaald is.”(curs. hof. Vgl. nader hierna onder 9.12).
10.De uitspraak
- voor recht is verklaard dat [geïntimeerde] volledig aansprakelijk is voor het bedrijfsongeval van 26 juni 2005 en
- de vordering van [appellant] ter zake de buitengerechtelijke advocatenkosten is afgewezen;
- veroordeelt [geïntimeerde] om aan [appellant] tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen de materiële en immateriële schade van [appellant] , zowel de verschenen als toekomstige, op te maken bij staat en te vereffenen als volgens de wet;
- veroordeelt [geïntimeerde] om aan [appellant] te betalen een voorschot op de verschenen schade ter hoogte van € 30.000,-- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 26 juni 2005 tot aan de dag van algehele voldoening;
- veroordeelt [geïntimeerde] in de proceskosten van:
- bepaalt dat de overige deskundigenkosten, gemaakt in beide instanties, ten laste van [geïntimeerde] blijven;
- verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad en
- wijst het meer of anders gevorderde af.