in de hoofdzaak in conventie
5.1. verklaart voor recht dat [asbestverwijderaar] recht heeft op (bij)betaling ter zake de door haar uitgevoerde, doch door de gemeente onbetaald gelaten werkzaamheden als gevolg van het extra asbest zoals voortvloeit uit het asbestinventarisatierapport van Aveco d.d. 20 november 2014;
5.2. veroordeelt de gemeente tot vergoeding aan de curator van de schade, op te maken bij staat;
5.3. veroordeelt de gemeente in de kosten van de procedure in de hoofdzaak in conventie, aan de zijde van de curator tot op heden begroot op € 2.732,00, vermeerderd met de rente als bedoeld in artikel 6:119 BW hierover met ingang van de vijftiende dag na heden tot de dag van volledige betaling;
5.4. veroordeelt de gemeente in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat de gemeente niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan dit vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van de vijftiende dag na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening;
5.5. verklaart de veroordelingen onder 5.2, 5.3 en 5.4 uitvoerbaar bij voorraad;
5.6. wijst het meer of anders gevorderde af;
in de hoofdzaak in voorwaardelijke reconventie
5.7. verstaat dat de vorderingen geen behandeling behoeven;
5.8. veroordeelt de gemeente in de kosten van deze procedure, aan de zijde van de curator tot op heden begroot op € 543,00;
5.9. verklaart dit vonnis voor wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;