ECLI:NL:GHSHE:2020:1738
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Huurgeschil over dringend eigen gebruik en passende woonruimte
In deze zaak gaat het om een huurgeschil tussen een huurder en verhuurder. De huurder, die een woning huurt van de verhuurder, heeft in hoger beroep de vernietiging van een eerdere uitspraak van de kantonrechter gevorderd. De verhuurder heeft de huurovereenkomst opgezegd met als reden dringend eigen gebruik van de woning. De huurovereenkomst was oorspronkelijk aangegaan voor een bepaalde tijd van 12 maanden, maar is inmiddels omgezet in een overeenkomst voor onbepaalde tijd. De verhuurder heeft de opzegging van de huurovereenkomst gedaan omdat hij de woning dringend nodig heeft voor eigen gebruik, na de beëindiging van zijn relatie. De huurder heeft echter bezwaar gemaakt tegen de opzegging en stelt dat er geen passende woonruimte voor haar beschikbaar is. Het hof heeft de eerdere vonnissen van de kantonrechter bekrachtigd, waarbij is geoordeeld dat de verhuurder voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij de woning dringend nodig heeft voor eigen gebruik. De huurder heeft in het principaal hoger beroep twee grieven ingediend, maar deze zijn door het hof verworpen. Het hof heeft ook geoordeeld dat de proceskosten in dit geval konden worden gecompenseerd, omdat beide partijen over en weer in het ongelijk zijn gesteld. De beslissing van het hof houdt in dat de huurovereenkomst niet voor onbepaalde tijd wordt verlengd, maar dat de huurder in de kosten van het principaal hoger beroep wordt veroordeeld.