Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.In beide zaken: het verloop van de gedingen ten overstaan van dit hof
Het schriftelijke debat is thans tussen partijen (tijdelijk) gesloten. Arbiters zullen zich voorbereiden op de mondelinge behandeling op 8 september a.s. In het geval partijen nog nadere stukken ten behoeve van deze mondelinge behandeling wensen in te brengen dan dienen die uiterlijk 14 dagen tevoren bij arbiters aanwezig te zijn.”
“(..) In bovenvermelde zaak vindt op vrijdag 8 september a.s. om 13.30 uur de mondelingen behandeling van de arbitrage plaats. Ter voorbereiding op deze mondelinge behandeling treft u namens [appellante] (..) de navolgende aanvullende productie aan:
Ten eerste geldt dat [appellante] zich niet kan verenigen met de inhoud van het arbitrale vonnis. Zij heeft dan ook in overweging om een vernietigingsverzoek in te dienen bij de rechtbank.”
.
Desalniettemin hebben de arbiters uit de (..) eis in reconventie van [appellante] afgeleid dat zij diverse klachten heeft genoemd waaruit de tekortkomingen van [geïntimeerde] zouden kunnen worden afgeleid (..) De arbiters zullen deze klachten hierna afzonderlijk behandelen (..). In dat kader constateren de arbiters dat veel van de door [appellante] genoemde klachten betrekking hebben op eerste drie weken van een ruim drie jaar durende samenwerking, waarbij rekening dient te worden gehouden met de omstandigheid dat bij een dergelijke omvangrijke samenwerking er ondanks de professionaliteit van partijen over en weer fouten worden gemaakt. (Zeker in het begin)” (rov 4.7.6. tsvs).
slechts in algemene bewoordingen is opgesteld en geen betrekking heeft op concrete feiten en omstandigheden die de stellingen van [appellante] (kunnen) staven”.
Arbiters zijn van oordeel dat [geïntimeerde] geen faire kans heeft gekregen” (rov 4.7.17 tsvs).
binnen veertien dagen na ontvangst van de einddeclaratie van arbiters, aan de arbiters te betalen de door de arbiters nog te verzenden einddeclaratie in verband met het honorarium en de onkosten van de arbiters” (rov 3.3. eindvs).
3.Zaak 200.235.080/01: de vernietigingsprocedure
Partijen hebben ingestemd met de toepasselijkheid van de wettelijke procedureregels ex artikel 1036 lid 1 Rv.”
niet kan verenigen” met het tussenvonnis en dat zij een vernietigingsverzoek overweegt. Weliswaar is door [appellante] tijdens het pleidooi bij dit hof nog gesteld dat zij zodra zij het tussenvonnis had ontvangen, had aangegeven het “
daarmee niet eens te zijn”, maar hierin is geen tijdig geuit bezwaar als bedoeld in de artikelen 1065 lid 4/1048a Rv te herkennen.
4.Zaak 200.236.337/01: de vernietigingsprocedure
zolang de rechter nog geen eindvonnis heeft gewezen” (artikel 130 lid 1 Rv). Reeds hieruit blijkt dat een eiswijziging plaatsvindt in de procedure waarin die eis is ingediend, en dat per instantie in die procedure naar de (geldigheid van een) eiswijziging wordt gekeken. Een eiswijziging in de ene procedure heeft evenwel geen (enkele) gelding in een andere procedure.
In de praktijk blijkt dat de aan het scheidsgerecht toegevoegde secretaris een belangrijke rol in de arbitrale procedure en bij de totstandkoming van het vonnis kan spelen.”