De rechtbank heeft dit als volgt gemotiveerd. Er is reeds een maximale verlenging van de looptijd verleend, zodat schuldenares voldoende tijd zou hebben om een therapie te volgen die drie tot zes maanden zou duren en zij alsnog aan haar verplichtingen zou kunnen voldoen. Zij bleek echter niet gestart te zijn met de therapie omdat voorrang verleend werd aan overige hulpverlening in het gezin. Voorts bleek zij drie maanden zwanger te zijn van haar vierde kindje. Op 18 november 2019 werd door de beschermingsbewindvoerder informatie verstrekt waaruit bleek dat schuldenares vanwege een enorme terugval in verslaving met een rechterlijke machtiging was opgenomen.
Ter zitting werd door schuldenares en haar advocaat verklaard dat zij met de therapie was gestopt omdat zij eerst aan haar verslaving moest werken. Vanwege haar opname in de kliniek heeft zij de bewindvoerder niet geïnformeerd. Zij werd volledig in beslag genomen door de opname en was met haar gedachten bij haar uit huis geplaatste kinderen.
De rechtbank is op grond van het voorgaande van oordeel dat de schuldenares niet aan de kernverplichtingen van de schuldsaneringsregeling heeft voldaan en dat de van de
schuldenares te vergen medewerking aan een doeltreffende uitvoering van de schuldsaneringsregeling heeft ontbroken. Deze tekortkomingen kunnen de schuldenares worden aangerekend en zijn van dien aard dat een tussentijdse beëindiging van
de schuldsaneringsregeling zonder de zogenaamde schone lei gerechtvaardigd is. Hierbij
neemt de rechtbank in ogenschouw dat schuldenares in november 2018, verwijzend naar het
vonnis verlenging looptijd, al een tweede kans heeft gehad om de regeling tot een goed
einde te brengen. De reden voor de in 2018 door de bewindvoerder voorgestelde
beëindiging zonder schone lei - een oordeel waar de rechter-commissaris zich bij heeft
aangesloten - was gebaseerd op het gegeven dat schuldenares reeds toen meer dan een jaar
niets van zich heeft laten horen. Schuldenares was dan ook een gewaarschuwd mens. Ook
daarna is schuldenares er meerdere malen op gewezen dat het op haar weg ligt om de
bewindvoerder te informeren. In de verslagen van de bewindvoerder wordt opgemerkt dat
de bewindvoerder niet wordt geïnformeerd door schuldenares. Ook heeft de bewindvoerder
getracht in contact te komen met schuldenares, en heeft de bewindvoerder contact gezocht
met de beschermingsbewindvoerder. Dit laat onverlet dat schuldenares zelf, uit eigen
beweging de bewindvoerder had moeten informeren.
Voorts merkt de rechtbank op dat gebruik van verdovende middelen en een
opname in een verslavingskliniek op geen enkel wijze te verenigen is met de doelstelling
van de schuldsaneringsregeling.
Het argument van mr. Gelissen, dat de belangen van de kinderen te allen tijde prevaleren boven die van de schuldeisers, volgt de rechtbank in deze niet. De regeling is er niet enkel op gericht om aan schuldenaren een schuldenvrije toekomst te bieden. Ook het belang van de schuldeisers mag niet uit het oog verloren worden en het is aan een schuldenaar om alles op alles te zetten om zoveel mogelijk te sparen voor deze schuldeisers. De schuldsanering zal dan ook worden beëindigd, aldus de rechtbank.