2.1.Belanghebbende, geboren op [geboortedatum 2] 1960, is gehuwd met [de man] , geboren op [geboortedatum 1] 1958.
2.1.1.Belanghebbende heeft op 24 maart 2015 haar aangifte IB/PVV gedaan. Belanghebbende heeft samen met haar echtgenoot een persoonsgebonden aftrek aangegeven, waarvan belanghebbende in haar aangifte een persoonsgebonden aftrek van € 6.090 in mindering heeft gebracht op haar inkomen. Dit betreft een bedrag van € 6.000 voor specifieke zorgkosten en € 90 voor giften.
2.1.2.Bij brief van 30 juni 2015 heeft de inspecteur belanghebbende verzocht om informatie te verstrekken over de voornoemde aftrekposten. Hierop heeft de inspecteur geen reactie ontvangen.
2.1.3.Met dagtekening 7 maart 2017 heeft de inspecteur belanghebbende op de hoogte gesteld van zijn voornemen om de eerder genoemde aftrekposten te corrigeren. Belanghebbende is in de gelegenheid gesteld om te reageren op het voornemen. Na het uitblijven van een reactie heeft de inspecteur de aanslag IB/PVV 2014 opgelegd.
2.1.4.Aan belanghebbende is met dagtekening 13 april 2017 de aanslag IB/PVV 2014 vastgesteld naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 24.769. Tevens is bij beschikking € 9 belastingrente in rekening gebracht.
2.1.5.Nadat belanghebbende bezwaar heeft ingediend op 22 mei 2017, heeft de inspecteur in zijn brief met dagtekening 16 juni 2017 belanghebbende op de hoogte gesteld van zijn voornemen het bezwaar af te wijzen. Belanghebbende wordt alsnog in de gelegenheid gesteld om de gevraagde gegeven over de eigen woning, de zorgkosten en de giften te verstrekken. Tevens heeft de inspecteur de mogelijkheid aangeboden om gehoord te worden. Belanghebbende heeft bij brief, ontvangen door de inspecteur op 26 juni 2017, gereageerd waarin is verzocht om uitstel wegens vakantie vanaf 23 juni tot en met 28 juli 2017. De inspecteur heeft vervolgens met dagtekening 23 augustus 2017 wederom een verzoek gedaan om de gevraagde gegevens voor 6 september 2017 op te sturen en de mogelijkheid te worden gehoord aangeboden.
2.1.6.Nadat belanghebbende niet meer heeft gereageerd, heeft de inspecteur de aanslag en de rentebeschikking bij uitspraken op bezwaar met dagtekening 15 september 2017 gehandhaafd.
2.2.1.Belanghebbende heeft bij brief met dagtekening 15 januari 2015 een voorlopige aanslag ontvangen met een te ontvangen bedrag van € 1.266. Belanghebbende heeft naar aanleiding van het verzoek van de inspecteur gegevens verstrekt, bestaande uit overzichten, facturen en bankafschriften met betrekking tot de zorgkosten en de giften.
2.2.2.Belanghebbende heeft op 16 april 2016 haar aangifte IB/PVV 2015 gedaan. Belanghebbende heeft samen met haar echtgenoot een persoonsgebonden aftrek aangegeven, waarvan belanghebbende in haar aangifte een persoonsgebonden aftrek van € 4.377 in mindering heeft gebracht op haar inkomen. Dit betreft een bedrag van € 3.817 voor specifieke zorgkosten en € 560 voor scholingsuitgaven.
2.2.3.Met dagtekening 15 oktober 2015 heeft belanghebbende een nadere voorlopige aanslag ontvangen waardoor het terug te ontvangen bedrag is verhoogd en vervolgens is op 17 juni 2016 het te ontvangen bedrag verhoogd tot een bedrag van € 1.870. De aanslag is conform de ingediende aangifte opgelegd.
2.2.4.Bij brief van 6 december 2016 heeft de inspecteur verzocht om informatie te verstrekken over de voornoemde aftrekposten. Door belanghebbende is hierop niet gereageerd.
2.2.5.Met dagtekening 9 februari 2017 heeft de inspecteur belanghebbende in kennis gesteld van zijn voornemen om de eerder genoemde aftrekposten te corrigeren. Belanghebbende is in de gelegenheid gesteld om te reageren op het voornemen. Na het uitblijven van een reactie heeft de inspecteur de aanslag IB/PVV 2015 opgelegd.
2.2.6.Aan belanghebbende is met dagtekening 17 maart 2017 de aanslag IB/PVV 2015 vastgesteld naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 20.163. Tevens is bij beschikking € 53 belastingrente in rekening gebracht.
2.2.7.Belanghebbende heeft op 25 april 2017 bezwaar ingediend tegen de aanslag. Op 13 juni 2017 heeft belanghebbende een formulier opgestuurd “dwangsom bij niet tijdig beslissen”.
2.2.8.De inspecteur heeft vervolgens de aanslag en de rentebeschikking bij uitspraken op bezwaar met dagtekening 15 juni 2017 gehandhaafd.