3.1.Het hof gaat uit van de volgende feiten.
a) Op 20 juni 2008 hebben Rabo Direct (onder de naam Freo) en [appellant] een kredietovereenkomst gesloten, met overeenkomstnummer [overeenkomstnummer] , op grond waarvan Rabo Direct aan [appellant] een doorlopend krediet heeft verstrekt met een kredietlimiet van € 10.000,-. Op grond van deze overeenkomst was [appellant] over het door hem opgenomen krediet een kredietvergoeding verschuldigd, en moest hij het opgenomen krediet en de kredietvergoeding in maandelijkse termijnen van € 200,- terugbetalen.
b) Op 24 mei 2009 hebben Rabo Direct en [appellant] een tweede kredietovereenkomst gesloten, met hetzelfde overeenkomstnummer, waarbij de kredietlimiet werd verhoogd tot € 15.000,- en de maandelijkse aflosverplichting werd bepaald op € 300,-. Op de beide overeenkomsten zijn de ‘Algemene voorwaarden doorlopend krediet Freo’ (hierna: de algemene voorwaarden) van toepassing.
c) [appellant] heeft tot en met 30 juli 2012 steeds, behoudens een drietal storneringen, de maandelijkse aflossingen door middel van automatische incasso betaald.
d) Rabo Direct heeft bij brief van 10 augustus 2012 aan [appellant] bericht dat hij een betalingsachterstand had van drie maandtermijnen. In reactie op deze brief heeft [appellant] aan Rabo Direct geschreven: “Ik weet dat ik een achterstand heb. Ik wil zo snel als mogelijk de lening afbetalen. Geeft u mij aub nog een 3 tal maanden de tijd”.
e) [appellant] heeft aan Rabo Direct met een daartoe bestemd wijzigingsformulier dat betrekking heeft op overeenkomstnummer [overeenkomstnummer] een adreswijziging doorgegeven met ingang van 1 juli 2012. Als zijn oude adres heeft hij daarbij vermeld: [oud adres] te [woonplaats 1] , en als nieuw adres: [nieuw adres] , [postcode] te [woonplaats 2] , Duitsland.
f) Bij aangetekende brief van 16 oktober 2012 aan [appellant] heeft Rabo Direct de kredietovereenkomsten met onmiddellijke ingang beëindigd en de totale restantschuld opgeëist. Rabo Direct verstuurde daarna meerdere aanmaningen aan [appellant] op voormeld adres in Duitsland, onder andere op 27 februari 2013.
g) Op 1 januari 2014 bedroeg het door [appellant] onder de kredietovereenkomsten verschuldigde bedrag € 15.433,80.
h) Op 17 oktober 2017 heeft Rabo Direct een stuitingsexploot doen betekenen en [appellant] gesommeerd om het verschuldigde bedrag vermeerderd met rente te voldoen. [appellant] heeft aan deze sommatie niet voldaan.
3.2.1.In deze procedure vordert Rabo Direct veroordeling van [appellant] tot betaling van € 16.668,50 vermeerderd met contractuele rente over € 15.433,80 vanaf 19 oktober 2018 tot de dag van betaling, met veroordeling van [appellant] in de proceskosten. Rabo Direct heeft aan hieraan ten grondslag gelegd dat [appellant] dit bedrag op grond van de kredietovereenkomsten aan Rabo Direct verschuldigd is.
3.2.2.[appellant] heeft het bestaan van de kredietovereenkomsten erkend en de (omvang van de) vordering van Rabo Direct niet betwist. Volgens [appellant] is de vordering echter verjaard.
3.2.3.In het bestreden vonnis heeft de kantonrechter het verjaringsverweer van [appellant] verworpen en de vordering van Rabo Direct toegewezen en [appellant] in de proceskosten veroordeeld.