Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/01/328160 / HA ZA 17-790)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaardingen in hoger beroep;
- de memorie van grieven tevens houdende akte wijziging van procespartij;
- de memorie van antwoord;
- de akte overlegging productie van [appellante] met een productie;
- de antwoordakte van de erfgenamen.
3.De beoordeling
3.het gebruiksrecht van de woning / lasten woning:
“om binnen vier weken na de uitspraak [appellante] te laten ontslaan uit haar hoofdelijke verbondenheid voor de volledige hypotheekschuld bij de Rabobank, ten bewijze waarvan zij binnen deze termijn een ondubbelzinnig schrijven daartoe van de Rabobank aan [appellante] dienen over te leggen, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,-- per dag voor elke dag dat de erfgenamen nalaten aan deze verplichting te voldoen, met een maximum van € 10.000,--”.
de aan deze woning verbonden hypotheek bij de Rabobank onder de gehoudenheid deze hypotheek als persoonlijke schuld te voldoen en de vrouw voor deze schulden te vrijwaren. De man dient er zorg voor te dragen dat de vrouw door de bank binnen drie maanden na inschrijving van de te wijzen echtscheidings-beschikking wordt ontslagen uit zijn hoofdelijke aansprakelijkheid. Voor het geval dit niet mocht lukken, zal de woning worden verkocht uit welke opbrengst de hypotheek zal worden voldaan waarna de overwaarde, gelet op het bepaalde in artikel 2 van de tussen partijen bestaande huwelijkse voorwaarden zal toekomen aan de man.”
“Hij die ongerechtvaardigd is verrijkt ten koste van een ander, is verplicht, voor zover dit redelijk is, diens schade te vergoeden tot het bedrag van zijn verrijking.”