3.5.De bewindvoerder voert daartoe het volgende aan.
Rekening en verantwoording periode 2009 tot en met [datum] 2016
De kantonrechter heeft ten onrechte overwogen dat de rekening en verantwoording over de jaren 2009 tot en met 2016 onder de eindafrekening valt en daarmee ook aan de erfgenamen dient te worden gedaan. Volgens de bewindvoerder is dit in strijd met het geldende recht en verwijst naar de conclusie van AG Wesseling-Van Gent (ECLI:NL:PHR:2017:1089, m.n. onder 2.9.) bij een door de Hoge Raad op 22 december 2017 gewezen arrest (ECLI:NL:HR:2017:3262). De erfgenamen kunnenenkel geschilpunten opwerpen over de eindrekening en verantwoording en niet over de respectievelijke jaren daarvoor, ook al was daarover nog geen rekening en verantwoording afgelegd. Over die jaren wordt aan de rechthebbende, ten overstaan van de kantonrechter, rekening en verantwoording afgelegd.
Rekening-courant
Verder voert de bewindvoerder aan dat de kantonrechter ten onrechte heeft overwogen dat de bedragen waarmee de rekening-courant schuld jaarlijks is afgelost dermate verschillend zijn dat het op de weg van de bewindvoerder had gelegen om van jaar tot jaar inzichtelijk te maken op welke wijze de rekening-courantschuld verminderde.
De bewindvoerder heeft in hoger beroep de rekening-courantoverzichten opnieuw overgelegd en wijst erop dat er geen wijzigingen zijn ten opzichte van de overzichten die hij in eerste aanleg heeft overgelegd. De bewindvoerder stelt dat hij het verloop van de rekening-courant voldoende inzichtelijk heeft gemaakt. Daarbij wijst hij erop dat de jaarrekeningen door een accountantskantoor zijn opgemaakt welk kantoor bepaalde wat wel/niet werd geboekt in rekening-courant.
Belastingen
Volgens de bewindvoerder heeft hij de door hem ten laste van het vermogen van de rechthebbende te betalen belastingen voldoende inzichtelijk gemaakt, althans hij heeft thans in hoger beroep voldoende inzicht gegeven in de belastingen.
De belastingaanslagen werden conform aangifte opgelegd of met marginale afwijkingen. De totale aanslag was meestal wat hoger als gevolg van de door de belastingdienst in rekening gebrachte heffingsrente. Dit alles maakt dat de kantonrechter ten onrechte heeft overwogen dat de verschuldigde belastingen in verhouding tot de inkomsten dermate hoog zijn dat nadere uitleg en onderbouwing nodig is en niet blijkt hoe de post “belastingen” is becijferd.
Aflossing schulden
Wat betreft de aflossing van de schulden onderkent de bewindvoerder dat de bedragen bij de opsomming van de uitgavenpost “ aflossing schulden” (hypotheek en rente) in de rekening en verantwoording over 2014 en 2015 niet klopten. De bewindvoerder heeft dit echter alsnog gecorrigeerd, in verband waarmee hij de betreffende opstellingen nogmaals in het geding brengt. Volgens de bewindvoerder is er thans, in hoger beroep, voldoende inzicht gegeven ten aanzien van de in eerste aanleg door de kantonrechter genoemde afwijkingen.
Levensonderhoud
De bewindvoerder heeft, om kosten te besparen, geen eigen boedelrekening geopend en het feitelijke beheer van de rekeningen van de rechthebbende aan [belanghebbende 2] overgelaten met terugkoppeling naar de bewindvoerder indien zich bijzonderheden voordeden. [belanghebbende 2] heeft ook steeds de conceptrekeningen en verantwoordingen over alle jaren aangereikt, waarbij de bewindvoerder steeds heeft gekeken naar de post levensonderhoud en bij wijze van steekproef naar de jaarlijkse kosten en de inkomsten.
De kosten van het levensonderhoud waren volgens de bewindvoerder geheel in lijn met wat men kan verwachten van iemand in de situatie zoals die van de rechthebbende. Daarnaast wijst de bewindvoerder erop dat [belanghebbende 2] geregeld kosten (zoals boodschappen) in privé voor de rechthebbende betaalde. Deze gang van zaken heeft er aan bijgedragen dat de rekening-courantschuld van de rechthebbende aan de B.V. aanzienlijk kon worden afgebouwd. Verder is er één hypotheek afgelost en werd een andere hypotheek gedeeltelijk afgelost/teruggebracht. De schulden zijn in totaal afgebouwd met een bedrag van afgerond
€ 207.500,-.
Gemiddeld bedroeg het levensonderhoud van de rechthebbende over de jaren 2009 tot en met 2015 € 4.992,61 per jaar. Daarbij is door de bewindvoerder aangegeven waarom de kosten van levensonderhoud in bepaalde jaren een stuk hoger of lager waren dan het gemiddelde. De kantonrechter heeft dan ook ten onrechte overwogen dat de post levensonderhoud voor jaren 2010 en 2014 veel hoger is dan in de andere jaren.
Conclusie
Nu de kantonrechter over alle geschilpunten heeft geoordeeld is of kan er volgens de bewindvoerder geen sprake meer zijn van “behandeling van de overige tussen [belanghebbende 1] en de bewindvoerder gerezen geschilpunten”. De bewindvoerder concludeert verder dat de kantonrechter ten onrechte de rekening en verantwoording over de jaren 2009 tot en met [datum] 2016 heeft afgekeurd.
Door hem is (alsnog) een deugdelijke rekening en verantwoording afgelegd, zodat de rekening en verantwoording over die periode alsnog dient te worden goedgekeurd.