Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[geïntimeerde 1 (200.231.279/02)] ,wonende te [woonplaats] ,
[geïntimeerde 2 (200.231.279/02)] ,wonende te [woonplaats] ,
1.[appellant 1 (200.231.326/01)] ,wonende te [woonplaats] ,
[appellante 2 (200.231.326/01)] ,wonende te [woonplaats] ,
1.Het verloop van de procedure
2.De beoordeling
(klant regelt dit rechtstreeks met [de boorfirma 1] )”. Anders dan [geintimeerden c.s. (200.231.279_02) en appellanten c.s. (200.231.326/01)] meent, duidt die toevoeging er hooguit op dat [appellant (200.231.279/02 en geintimeerde (200.231.326/01)] voor de uitvoering van de boring zelf contact zou opnemen met [de boorfirma 1] , maar niet dat de kosten voor de boring als zodanig niet in de offerte zouden zijn begrepen. Daar waar in de vervolgens door [appellant (200.231.279/02 en geintimeerde (200.231.326/01)] geaccepteerde offerte van 2 mei 2011 met zoveel woorden is vermeld dat de prijs van de bron in het geoffreerde bedrag is opgenomen, en die prijs in vergelijking tot eerdere offertes ook aanmerkelijk is gestegen, heeft als uitgangspunt te gelden dat [appellant (200.231.279/02 en geintimeerde (200.231.326/01)] als klant ervan mocht uitgaan dat de kosten van de boring voor [geintimeerden c.s. (200.231.279_02) en appellanten c.s. (200.231.326/01)] zouden zijn. Daarin ligt besloten dat [geintimeerden c.s. (200.231.279_02) en appellanten c.s. (200.231.326/01)] ook de opdracht tot de boring zou geven, temeer nu het contact met [de boorfirma 1] blijkens de opdrachtbevestiging van 4 juli 2011 via [geintimeerden c.s. (200.231.279_02) en appellanten c.s. (200.231.326/01)] liep.