ECLI:NL:GHSHE:2020:1094
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake verzoek om aanpassing arbeidsduur op basis van de Wet flexibel werken
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellante] tegen [de vennootschap] inzake een verzoek om aanpassing van de arbeidsduur op basis van de Wet flexibel werken (Wfw). [appellante] had op 3 juli 2019 een verzoekschrift ingediend bij de kantonrechter van de rechtbank Oost-Brabant, maar dit verzoek werd op 20 augustus 2019 afgewezen. Hierop heeft [appellante] op 2 oktober 2019 hoger beroep ingesteld. Tijdens de mondelinge behandeling op 20 februari 2020 is de vraag aan de orde gekomen of het verzoek bij dagvaarding had moeten worden ingeleid, zoals voorgeschreven in artikel 69 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Het hof heeft vastgesteld dat de Wfw geen specifieke procesrechtelijke regels bevat en dat het verzoek van [appellante] niet op de juiste wijze was ingediend. Het hof heeft daarom besloten dat de zaak moest worden omgezet naar een dagvaardingsprocedure. De beslissing van het hof was om de zaak te verwijzen naar de rol van 31 maart 2020 voor het wijzen van arrest. De uitspraak is gedaan door de rechters M. van Ham, R.R.M. de Moor en A.C. van Campen en is openbaar uitgesproken op 26 maart 2020.