3.8.In de toelichting op het schadeformulier van [minderjarige dochter] wordt in dat verband gesteld dat [minderjarige dochter] als gevolg van het seksueel misbruik lichamelijk en psychisch letsel heeft opgelopen. Zij heeft een abortus ondergaan en hoewel de gevolgen van een ongecompliceerde zwangerschapsafbreking over het algemeen gering zijn, is onbekend wat de gevolgen zijn van een zwangerschapsafbreking op jonge leeftijd. Bekend is wel dat negatieve seksuele ervaringen kunnen leiden tot ernstige en langdurige psychische problemen (zoals PTSS, depressie, borderline persoonlijkheidsstoornissen of eetstoornissen), seksuele problemen en lichamelijke problemen. Onder verwijzing naar een drietal wetenschappelijke artikelen wordt erop gewezen dat het risico op PTSS groter is als het slachtoffer van het vrouwelijk geslacht is, van jongere leeftijd en de gebeurtenis ernstig was (prod. 4 bij de toelichting), dat blootstelling aan seksueel misbruik kan leiden tot ontwikkelingsstoornissen en dat kinderen die het slachtoffer zijn geworden van seksueel misbruik in grote mate te maken krijgen met mentale problemen (prod. 5) alsook dat seksueel misbruik bij kinderen moet worden aangemerkt als een significante risicofactor voor angststoornissen, in het bijzonder PTSS (prod. 6). Opgemerkt wordt dat [minderjarige dochter] in behandeling is bij Clas (contextuele leergroepen voor alle betrokkenen bij seksueel misbruik, hof) en dat ze daar heeft aangegeven dat ze erg verdrietig is en dat ze het heel erg vindt dat ze een abortus heeft moeten ondergaan en dat zij het verder absoluut niet over de gebeurtenissen wil hebben. De inschatting van de therapeut is dat als [minderjarige dochter] niet wordt geconfronteerd met zaken gerelateerd aan de verkrachting, ze het ver weg kan stoppen en er niet aan hoeft te denken. Aannemelijk is echter dat [minderjarige dochter] op latere leeftijd te maken krijgt met psychische problemen, die haar leven op niet geringe wijze zullen beïnvloeden, aldus de toelichting.
Ter onderbouwing van het gevorderde bedrag van € 75.000,00 wordt in deze toelichting voorts gewezen op:
- de zeer jonge leeftijd van [minderjarige dochter] (11 jaar);
- de zeer ernstige aard van het misbruik en de onomkeerbaarheid daarvan;
- het onbeschermd plegen van seksuele handelingen door [geïntimeerde] ;
- de mate en de ernst van het toegebrachte leed en de psychische klachten die daaruit voortvloeien en de overige gevolgen voor [minderjarige dochter] ;
- de ernst van de normschending;
- de zeer ernstige gevolgen daarvan, in het bijzonder de ongewenste zwangerschap en abortus, en dat [minderjarige dochter] op zeer jonge leeftijd daarin keuzes heeft moeten maken;
- het blijvende leed en de heftige en voorzienbare impact van het misbruik op haar leven, nu en in de toekomst;
- de plaats waar het misbruik plaatsvond, in haar vertrouwde omgeving, en het misbruiken van de vertrouwensrelatie die [geïntimeerde] willens en wetens met [minderjarige dochter] had opgebouwd;
- het feit dat [minderjarige dochter] voorafgaand aan het misbruik werd gedrogeerd;
- het feit dat zij tijdens haar slaap door [geïntimeerde] is geobserveerd, gefilmd en gefotografeerd, nadat zij was gepositioneerd en (deels) ontkleed;
- de aantasting van het gevoel van veiligheid en geborgenheid;
- het feit dat [geïntimeerde] geen verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn gedrag;
- het toedienen van een chemisch middel waarvan onbekend is dat dit haar gezondheid heeft geschaad, c.q. zal kunnen (gaan) schaden, en de daarmee gepaard gaande onzekerheid en angstklachten;
- dat [geïntimeerde] heeft getracht om [minderjarige dochter] in diskrediet te brengen door uitspraken te doen die buiten alle realiteit staan (hetgeen secundaire victimisatie oplevert).
Deze omstandigheden worden in de toelichting op grief 1 herhaald. Tevens wordt in die toelichting onder meer verwezen naar een drietal uitspraken in zedenzaken, waarin aan slachtoffers van seksueel misbruik een smartengeldvergoeding van € 50.000,00 werd toegekend (ECLI:NL: RBAMS:2015:1618, ECLI:NL:RBOVE:2017:1909 en ECLI:NL:GHAMS:2011:BR4200). Vanwege bijkomende omstandigheden (de ernstige schending van de privacy, de secundaire victimisatie) alsmede wanneer wordt gekeken naar de ernstige derving van levensvreugde bij [minderjarige dochter] door de zeer ernstige onrechtmatige gedragingen van [geïntimeerde] , dan is een vordering van € 75.000,00 alleszins billijk, aldus [moeder] . Tot slot wordt nog verwezen naar een uitspraak van het Wuppertaler Landgericht waarin aan een 16-jarig na seksueel misbruik een vergoeding van € 100.000,00 werd toegekend (ECLI:DE:LGW:2013:0205.16095.12.00).