ECLI:NL:RBOVE:2017:1909

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
4 mei 2017
Publicatiedatum
4 mei 2017
Zaaknummer
08/950566-16 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkrachting en poging tot doodslag met geweld en afpersing

Op 4 mei 2017 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een zaak tegen een 33-jarige man uit Dronten, die werd beschuldigd van het verkrachten van een 17-jarige vrouw in Kampen en het proberen om haar te doden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 4 september 2016 de vrouw heeft aangevallen, haar heeft gewurgd en onder water heeft geduwd, terwijl hij haar ook seksueel heeft misbruikt. De verdachte heeft de vrouw met geweld van haar fiets getrapt, haar geslagen en bedreigd met een mes. De rechtbank heeft de verklaringen van het slachtoffer als consistent en geloofwaardig beoordeeld, ondersteund door forensisch bewijs. De verdachte heeft tijdens het proces gedeeltelijk bekend, maar ontkende enkele van de ernstiger beschuldigingen. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan poging tot doodslag, meervoudige verkrachting, diefstal met geweld en afpersing. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 jaar en een schadevergoeding van €76.383,85 aan het slachtoffer.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Afdeling Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08/950566-16 (P)
Datum vonnis: 4 mei 2017
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] 1983 in [geboorteplaats] (Soedan),
nu verblijvende in het Huis van Bewaring te Zutphen.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 15 december 2016, 9 maart 2017 en 20 april 2017.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. K.J.L. de Valk en van hetgeen door verdachte en de raadsman mr. L.J.H.M. Achten, advocaat te Zwolle, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte op 4 september 2016:
- [slachtoffer] heeft geprobeerd te doden;
- [slachtoffer] heeft verkracht;
- onder (bedreiging met) geweld een mobiele telefoon en diverse pasjes van [slachtoffer] heeft gestolen, en
- door afpersing [slachtoffer] heeft gedwongen tot afgifte van de swipecode van de telefoon.
Voluit luidt de tenlastelegging, na wijziging van de tenlastelegging van 20 april 2017, aan verdachte, dat:
hij op of omstreeks 04 september 2016, te Kampen, gemeente Kampen,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer]
opzettelijk van het leven te beroven, die [slachtoffer] bij
de keel heeft gepakt en/of de keel van die [slachtoffer] meerdere
malen heeft dichtgedrukt en/of dichtgedrukt heeft gehouden en/of die
[slachtoffer] meerdere malen met haar hoofd onder water heeft geduwd
en/of gedrukt en/of gehouden, met het oogmerk om de uitvoering van
onderstaande strafbare feiten voor te bereiden of gemakkelijk te maken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, welke
poging doodslag werd gevolgd, vergezeld of voorafgegaan van enig(e)
strafba(a)r(e) feit(en) te weten
-een of meermalen door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met
geweld of andere feitelijkheid dwingen van die [slachtoffer] tot het
ondergaan van handelingen die (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen
van het lichaam van die [slachtoffer] , namelijk het (telkens) met de
penis binnendringen in de mond en/of de vagina en/of de anus van die
[slachtoffer] en/of
-het in de voor de nachtrust bestemde tijd en op de Flevoweg, in ieder geval
op de openbare weg, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening wegnemen
van een of meer goederen, te weten een mobiele telefoon (Samsung Galaxy S6)
en/of een (goud/champagnekleurig) telefoonhoesje en/of bankpas en/of ID-kaart
en/of een Cibap pas, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele
toebehorende aan die [slachtoffer] , welke diefstal werd
voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld
tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal
voor te bereiden, gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad
aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren en/of
-het door geweld en/of bedreiging met geweld, met het oogmerk om zich of een
ander wederrechtelijk te bevoordelen, dwingen van die [slachtoffer]
tot afgifte van de swipe/patrooncode van de telefoon,
welk geweld of andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of andere
feitelijkheid hierin steeds heeft bestaan dat verdachte opzettelijk
-die [slachtoffer] met geweld van haar fiets heeft getrapt en/of getrokken en/of
-die [slachtoffer] heeft vastgepakt en/of een arm om haar keel heeft gedaan en/of
-(vervolgens) haar heeft meegesleurd en/of meegetrokken en/of meegenomen naar
de andere kant van de weg en/of
-die [slachtoffer] een of meerdere malen in/tegen het gezicht en/of het lichaam
heeft gestompt en/of geslagen en/of
-die [slachtoffer] bij de keel heeft gepakt en/of meerdere malen de keel heeft
dichtgedrukt en/of haar hoofd onder water heeft geduwd en/of gedrukt en/of
gehouden en/of
-die [slachtoffer] heeft gebeten en/of
-tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat hij een mes had en dat hij haar zou steken
en/of vermoorden en/of
-die [slachtoffer] met geweld van haar kleding heeft ontdaan en/of
-die [slachtoffer] op/tegen de grond heeft gewerkt
en aldus en in ieder geval een voor die [slachtoffer] een bedreigdende situatie
heeft doen ontstaan;
althans, voor zover voor het vorenstaande geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, subsidiair, ter zake dat
hij op of omstreeks 04 september 2016, te Kampen, gemeente Kampen,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
[slachtoffer] opzettelijk van het leven te beroven, die
[slachtoffer] bij de keel heeft gepakt en/of de keel van die
[slachtoffer] meerdere malen heeft dichtgedrukt en/of dichtgedrukt
heeft gehouden en/of die [slachtoffer] meerdere malen met haar hoofd
onder water heeft geduwd en/of gedrukt en/of gehouden, terwijl de uitvoering
van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
en/of
hij op een of meer tijdstippen op of omstreeks 4 september 2016, te Kampen,
gemeente Kampen, (telkens) door geweld of een of meer andere feitelijkheden
en/of bedreiging met geweld of een of meer feitelijkheden, [slachtoffer]
een of meermalen heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die
(mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die
[slachtoffer] , namelijk het (telkens) met de penis binnendringen van
de mond en/of vagina en/of anus van die [slachtoffer] , welk geweld
geweld of een of meer andere feitelijkheden en/of bedreiging met geweld of een
of meer feitelijkheden hierin heeft bestaan dat verdachte opzettelijk
-die [slachtoffer] van haar fiets heeft getrapt en/of getrokken en/of
-die [slachtoffer] heeft vastgepakt en/of een arm om de keel heeft gedaan en/of
(vervolgens) die [slachtoffer] heeft meegetrokken en/of meegesleurd en/of meegenomen
naar de andere kant van de weg en/of
-die [slachtoffer] een of meerdere malen in/tegen het gezicht en/of lichaam heeft
gestompt en/of geslagen en/of
-die [slachtoffer] bij de keel heeft gepakt en/of de keel meerdere malen heeft
dichtgedrukt en/of haar hoofd meerdere malen onder water heeft geduwd en/of
gedrukt en/of gehouden en/of
-die [slachtoffer] heeft gebeten en/of
-tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat hij een mes had en dat hij die [slachtoffer] zou
steken en/of vermoorden en/of
-die [slachtoffer] met geweld van haar kleding heeft ontdaan en/of
-die [slachtoffer] op/tegen de grond heeft gewerkt
en aldus en in ieder geval een voor die [slachtoffer] bedreigende situatie heeft
doen ontstaan;
en/of
hij op of omstreeks 4 september 2016, te Kampen, gemeente Kampen,
in de voor de nachtrust bestemde tijd en op de Flevoweg, in ieder geval op de
openbare weg,
-met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen
een mobiele telefoon (Samsung Galaxy S6) en/of een (goud/champagnekleurig)
telefoonhoesje en/of een bankpas en/of een ID kaart en/of een Cibap pas, in
elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan
[slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] ,
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te
maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht
mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren en/of
-door geweld en/of bedreiging met geweld, met het oogmerk om zich of een ander
wederrechtelijk te bevoordelen, [slachtoffer] heeft gedwongen tot
afgifte van de swipe/patrooncode van de telefoon,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij,
verdachte,
-die [slachtoffer] met geweld heeft vastgepakt en/of van haar fiets heeft getrapt
en/of getrokken en/of die [slachtoffer] heeft vastgepakt en/of een arm om haar keel
heeft gedaan en vervolgens haar heeft meegetrokken en/of meegesleurd en/of
meegenomen naar de andere kant van de weg en/of
-die [slachtoffer] een of meerdere malen in/tegen het gezicht en/of tegen het
lichaam heeft gestompt en/of geslagen en/of
-die [slachtoffer] bij de keel heeft gepakt en/of de keel meerdere malen heeft
dichtgedrukt en/of haar hoofd meerdere malen onder water heeft geduwd en/of
gedrukt en/of gehouden en/of
-die [slachtoffer] heeft gebeten en/of
-tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat hij een mes had en dat hij haar zou steken
en/of vermoorden en/of heeft gezegd dat ze haar swipe/patrooncode van de
telefoon moest geven en/of
-tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat ze niet mocht schreeuwen.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsoverwegingen

4.1
Inleiding
Op 4 september 2016 kwam rond 03.12 uur bij de politie de melding binnen van [getuige 1] over een verkrachting van een meisje ( [slachtoffer] , aangeefster) aan de Flevoweg in Kampen. [getuige 1] reed die nacht met de auto over de Flevoweg toen hij een meisje in de berm zag lopen dat naar hem zwaaide. Hij is gestopt en zag dat het meisje helemaal overstuur was. Om 03.20 uur was de politie ter plaatse. Verbalisant [verbalisant 1] trof het meisje aan, dat van onder tot boven besmeurd was met modder en hard huilde. Verbalisant [verbalisant 2] zag dat het meisje blote voeten had en een spijkerbroek binnenstebuiten aan had. Ook had ze een jas aan, waaronder zij geen bovenkleding droeg. Het meisje was helemaal overstuur en haar handen, hoofd, haar en voeten zaten onder de modder. Ook was de kleding van het meisje nat. De politie heeft vervolgens de plaats delict afgezet. Het meisje is naar het ziekenhuis gebracht voor onderzoek. Zij verklaarde aan de politie dat de dader haar van de fiets had geschopt, dat hij met zijn penis bij haar was binnengedrongen, dat hij haar keel had dichtgeknepen waardoor zij het benauwd had gekregen, sterretjes zag en duizelig werd, dat hij haar hard in het gezicht en tegen haar lichaam had geslagen, dat hij haar had meegesleurd, tegen haar had gezegd dat ze stil moest zijn, want anders zou hij haar doodmaken, en dat hij een mes had. Verder had de dader haar telefoon met daaromheen een rosé gouden hoesje meegenomen.
Naar aanleiding van het onderzoek naar de telefoon van aangeefster heeft de politie verdachte aangehouden. Hij was de volgende dag, zondag 5 september 2016 rond 17.45 uur, ten tijde van zijn aanhouding in het bezit van de telefoon van aangeefster. Bij de doorzoeking van de woonruimte van verdachte zijn in de prullenbak van de bijbehorende keuken een champagnekleurig hoesje en stuk geknipte pasjes (studentkaart Cibap, ID-kaart, ING bankpas, alle op naam van aangeefster) aangetroffen.
Aangeefster heeft in haar aangifte het volgende verklaard. Zij had opgepast op het dochtertje van een vriendin. Zij besloot ’s nachts alsnog naar huis te gaan om in haar eigen bed te kunnen slapen. Onderweg naar huis kreeg zij een trap tegen haar fiets. Zij werd door een man met zijn arm om haar keel gegrepen en naar de andere kant van de weg gesleurd. De man heeft haar hoofd onder water gedrukt, waardoor zij geen lucht meer kreeg. Alles werd wazig en zij viel flauw. De man heeft aangeefster geprobeerd met zijn hand om haar hals te wurgen. De man heeft haar geslagen en aangeefster ontdaan van haar kleren. Zij is oraal, vaginaal en anaal verkracht. De man heeft geschreeuwd dat hij aangeefster zou vermoorden, dat hij een mes had en haar zou steken. De man heeft aangeefster gedwongen hem de swipecode van de mobiele telefoon te geven en heeft die telefoon gestolen.
Verdachte heeft zowel bij de politie als ter terechtzitting bekend dat hij aangeefster met zijn linkerarm om de nek heeft gepakt, dat hij haar met kracht heeft geslagen, dat hij haar vaginaal heeft verkracht en dat hij haar telefoon heeft gestolen. Verdachte heeft ontkend dat hij aangeefster heeft gewurgd, dat hij haar hoofd onder water heeft geduwd en dat hij haar oraal heeft verkracht. Volgens verdachte kan het zijn dat hij aangeefster anaal heeft verkracht, maar dat weet hij niet meer.
4.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte heeft geprobeerd om aangeefster van het leven te beroven, terwijl deze poging doodslag vergezeld ging van de strafbare feiten meervoudige verkrachting en diefstal met geweld en afpersing gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd en op de openbare weg. Ook is het oogmerk om de uitvoering van de verkrachting en de diefstal met geweld gemakkelijk te maken aanwezig.
De verklaringen die aangeefster bij de politie heeft afgelegd, zijn gedetailleerd en consistent. Op ieder element waarop forensisch onderzoek is verricht steunen de onderzoeksresultaten haar aangifte volledig. Dit maakt dat de hele verklaring van aangeefster als betrouwbaar aangemerkt dient te worden. Volgens de officier van justitie is er wettig en overtuigend bewijs dat verdachte de keel van aangeefster heeft dichtgeknepen en haar hoofd onder water heeft geduwd, gelet op de verklaring van aangeefster, het geconstateerde letsel en de positionering van de plaats delict.
Verdachte heeft doelgericht en met kracht de keel van aangeefster meerdere malen dichtgeknepen en enige tijd dichtgeknepen gehouden en haar hoofd onder water geduwd. Hiermee heeft verdachte bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat zijn handelen een dodelijk gevolg zou hebben en heeft verdachte daarmee – in voorwaardelijke vorm – opzet gehad op de dood van aangeefster.
4.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geconcludeerd tot vrijspraak van gekwalificeerde poging tot doodslag subsidiair poging tot doodslag.
De raadsman heeft primair aangevoerd dat verdachte uitdrukkelijk heeft ontkend dat hij de keel van aangeefster met de hand heeft dichtgeknepen. Verdachte heeft wel verklaard dat hij zijn arm om de keel van aangeefster heeft gedaan en haar heeft meegesleurd. De medische verklaring sluit niet uit dat het letsel aan de keel van aangeefster hierdoor is ontstaan.
Ook heeft verdachte ontkend dat hij aangeefster onder water heeft geduwd. Dit kan hij ook niet hebben gedaan, omdat de elleboog van zijn rechterarm nog herstellende was van een breuk en hij deze niet kon gebruiken. Het is onwaarschijnlijk dat verdachte met één arm de kracht zou hebben gehad om aangeefster onder water de duwen. Uit het dossier blijkt ook niet dat aangeefster na het delict nat haar had.
Subsidiair heeft de raadsman betoogd dat verdachte geen opzet, ook niet in voorwaardelijke zin, had om aangeefster van het leven te beroven. Het lijkt er meer op dat verdachte uitsluitend de intentie had om aangeefster te verkrachten. Het dichtknijpen van de keel van aangeefster en het onder water duwen van haar hoofd moeten eerder worden gezien als een poging om aangeefster in de macht van verdachte te krijgen dan wel om haar verzet te breken. Uit het dossier blijkt niet hoe lang verdachte de keel van aangeefster zou hebben dichtgeknepen of aangeefster onder water zou hebben gehouden. Hierdoor kan niet worden vastgesteld dat een aanmerkelijke kans heeft bestaan dat aangeefster ten gevolge hiervan het leven zou hebben kunnen laten. Verder lijkt het er op dat verdachte zich niet bewust is geweest van de kans dat aangeefster door de gedraging het leven zou laten, laat staan dat hij deze heeft aanvaard. Verdachte wilde aangeefster verkrachten en heeft dit ook gedaan. Gelet op dit doel is het niet voor de hand liggend dat verdachte welbewust de kans zou hebben aanvaard dat aangeefster zou komen te overlijden. Ook ten aanzien van het oogmerk past bij het vergemakkelijken van de verkrachting niet dat verdachte aangeefster vooraf wilde doden.
De verdediging acht de verkrachting bewezen, met uitzondering van het onderdeel “oraal binnendringen”. Verdachte heeft dit ontkend en hiervoor is ook onvoldoende bewijs. Hetzelfde geldt voor de onderdelen dat hij aangeefster zou hebben gebeten en haar zou hebben gedreigd te steken met een mes.
4.4
Het oordeel van de rechtbank
Primair is aan verdachte ten laste gelegd: poging doodslag, gevolgd, vergezeld of voorafgegaan van strafbare feiten, te weten verkrachting en diefstal met geweld en afpersing gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd en op de openbare weg, en gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van die feiten voor te bereiden of gemakkelijk te maken.
De eerste vraag die dient te worden beantwoord is of verdachte heeft gepoogd aangeefster van het leven te beroven door haar te wurgen en/of te verdrinken.
Verdachte heeft (kort gezegd) ontkend dat hij de keel van aangeefster heeft dichtgeknepen en haar hoofd onder water heeft gehouden. De rechtbank oordeelt ten aanzien van deze handelingen als volgt.
Aangeefster heeft consistent verklaard dat verdachte meerdere malen haar hoofd onder water heeft geduwd en gehouden en meerdere malen haar keel heeft dichtgedrukt en dichtgedrukt heeft gehouden door zijn duim en vingers om haar hals te doen. Zij kreeg hierdoor geen lucht, het werd haar zwart voor de ogen en zij viel weg. Als gevolg hiervan heeft aangeefster veel pijn aan haar keel/nek gehad. Verder heeft aangeefster verklaard dat zij op nog geen meter van de sloot lag en dat zij natte haren had.
Tegen verbalisanten heeft aangeefster bij het opnemen van haar aangifte gezegd dat zij door de pijn en de zwellingen bij haar keel bijna niet kon eten. Zij kon alleen vloeibare dingen doorslikken.
Uit de letselrapportage volgt dat in de hals van aangeefster rode verkleuringen zichtbaar waren. Uit het radiologisch onderzoek, gedaan door prof. dr. P.A.M. Hofman, blijkt dat een achttal onderhuidse induraties (zwellingen) zichtbaar zijn in en rond de hals en nek. Volgens de deskundige kunnen deze letsels zijn ontstaan door samendrukkend of omsnoerend geweld van de hals. Dit geweld op de hals en op de nek kan leiden tot druk op de bloedvaten en op de luchtwegen en daarmee tot zuurstoftekort naar de hersenen en het lichaam en/of tot hartritme stoornissen. Samendrukkend of omsnoerend geweld van de hals kan daardoor leiden tot de dood, aldus de deskundige.
Op grond van het vorenstaande acht de rechtbank bewezen dat verdachte met zijn handen de keel van aangeefster met kracht heeft dichtgeknepen en (een zekere tijd) dichtgeknepen heeft gehouden.
Ook acht de rechtbank bewezen dat verdachte het hoofd van aangeefster onder water heeft geduwd en gedrukt en gehouden. De rechtbank is van oordeel dat er geen reden is om aan de betrouwbaarheid van de aangifte van aangeefster te twijfelen. Naast de consistente verklaring van aangeefster is er de verklaring van getuige [getuige 2] die heeft verklaard dat hij op het bewuste moment twee mensen in de berm heeft zien liggen, die seks hadden. Deze mensen lagen volgens de getuige vrij ver in de berm tegen de waterkant aan. Verder is de slip van aangeefster, die door verdachte is weggegooid, in de sloot aangetroffen en is aan de slootkant een verstoring in de aarde en het gras aangetroffen. Daartegenover heeft verdachte verklaard dat hij niet in de buurt van sloot is geweest. Gezien het vorenstaande is dat aantoonbaar onjuist, zodat de rechtbank ook op dit punt uitgaat van de verklaring van aangeefster.
Dat verdachte de hiervoor omschreven handelingen niet kan hebben verricht vanwege een gebroken rechterarm, ontstaan op 24 juli 2016, kan de rechtbank niet volgen. Naast het gegeven dat uit voorgaande het tegenovergestelde naar voren is gekomen, blijkt uit de letselrapportage ten aanzien van de gebroken arm van verdachte dat verdachte op 10 augustus 2016 een controle heeft gehad van zijn arm en dat naar verwachting volledig functioneel herstel binnen zes weken zou plaatsvinden. Dat verdachte zijn rechterarm op 4 september 2016 nog steeds niet kon gebruiken, is naar het oordeel van de rechtbank niet geloofwaardig, mede gezien het feit dat verdachte wel in staat was, zoals hijzelf ook heeft bekend, aangeefster met geweld te verkrachten.
Mede gelet op het door de raadsman op dit punt gevoerde verweer dient de rechtbank vervolgens de vraag te beantwoorden of het handelen van verdachte moet worden gekwalificeerd als poging tot doodslag en daarin tevens begrepen de vraag of verdachte – al dan niet voorwaardelijk – opzet op het gevolg heeft gehad.
De rechtbank stelt voorop dat voorwaardelijk opzet op een bepaald gevolg – in casu de dood – aanwezig is indien verdachte willens en wetens de aanmerkelijke kans op het desbetreffende gevolg heeft aanvaard.
De rechtbank stelt vast dat de verklaringen van verdachte geen inzicht geven in hetgeen ten tijde van de betreffende gedragingen in hem is omgegaan.
Of sprake is van voorwaardelijk opzet hangt af van de feitelijke omstandigheden van het geval. De aard van de gedragingen en de omstandigheden van het geval zijn daarbij van belang. Hierbij dient te worden opgemerkt dat bepaalde gedragingen naar hun uiterlijke verschijningsvorm kunnen worden aangemerkt als zozeer gericht op een bepaald gevolg, dat het – behoudens contra-indicaties – niet anders kan zijn dan dat verdachte de aanmerkelijke kans op het betreffende gevolg willens en wetens heeft aanvaard.
Het behoeft geen nader betoog dat het met kracht dichtknijpen en dichtgeknepen houden van de keel en het duwen en houden van het hoofd onder water, indien voortgezet, in zijn algemeenheid leidt tot de dood van degene die die handeling ondergaat. Een van de meest elementaire functies van het menselijk lichaam, de ademhaling, wordt daardoor immers geblokkeerd.
Dat de strangulatie sporen in de hals van aangeefster heeft achtergelaten, is vastgesteld door eerdergenoemde deskundige Hofman. Aangeefster heeft aangegeven dat haar keel zodanig dichtgeknepen werd gehouden dat zij geen adem kon halen, dat het haar zwart voor de ogen werd en dat zij flauw/weg viel. Dezelfde gevolgen ondervond zij toen haar hoofd onder water werd gehouden. Zij gaf aan gedacht te hebben door de gedragingen van verdachte te zullen overlijden.
Het vorenstaande in aanmerking nemende kunnen de gedragingen van verdachte – te weten het met kracht dichtknijpen en dichtgeknepen houden van de keel van aangeefster en het duwen en houden van haar hoofd onder water – naar hun uiterlijke verschijningsvorm worden aangemerkt als zozeer gericht op de dood van aangeefster, dat het niet anders kan zijn dan dat verdachte willens en wetens de aanmerkelijke kans op dat gevolg heeft aanvaard. Van contra-indicaties hiervoor is de rechtbank niet gebleken. Het enkele gegeven dat verdachte aangeefster (ook) wilde verkrachten, laat onverlet dat hij de mogelijkheid van haar dood op de koop toe kan hebben – en heeft – genomen.
Gelet op het vorenstaande is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte voorwaardelijk opzet had op de dood van aangeefster.
Voor de bewezenverklaring van een gekwalificeerde poging tot doodslag zoals ten laste gelegd in deze zaak is het vervolgens noodzakelijk dat kan worden vastgesteld dat de poging tot doodslag is gepleegd om de verkrachting, poging diefstal en/of afpersing voor te bereiden en/of gemakkelijker te maken. Daarvan is hier sprake. Door aangeefsters keel dicht te knijpen en te houden en haar hoofd onder water te houden, bereikte verdachte dat aangeefster ten dele haar verzet staakte en niet om hulp zou roepen of iemand zou bellen, waardoor verdachte in staat werd gesteld haar te verkrachten en haar telefoon en swipecode af te nemen.
Tot slot heeft verdachte een aantal ten laste gelegde verkrachtings- en geweldshandelingen ontkend. Daarover oordeelt de rechtbank als volgt.
Verdachte heeft ontkend dat hij aangeefster oraal heeft verkracht. Daarnaast heeft hij aangegeven niet te weten of hij aangeefster anaal heeft verkracht, maar dit zou wel kunnen, aldus verdachte.
De rechtbank overweegt als volgt. De anus en de binnen- en buitenzijde van de mond van aangeefster zijn ten behoeve van DNA-onderzoek bemonsterd en deze bemonsteringen zijn door het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) onderzocht op de aanwezigheid van bloed en sperma(vloeistof). Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat in de bemonsteringen van de anus ( [code 1] #05 en [code 1] #06) en buitenzijde van de mond van aangeefster ( [code 1] #08) celmateriaal is aangetroffen dat overeenkomt met het DNA-profiel van verdachte. Daarbij geldt voor eerstgenoemde bemonstering dat de kans dat het DNA-profiel van een willekeurige man met dit DNA-profiel matcht kleiner is dan 1 op 1 miljard. Verder zijn in de mond van aangeefster aanwijzingen gevonden van spermavloeistof ( [code 1] #07). Op grond van voornoemde bevindingen van het NFI en de verklaring van aangeefster heeft de rechtbank de overtuiging bekomen dat verdachte aangeefster, naast vaginaal, ook oraal en anaal heeft verkracht.
Verdachte heeft ook ontkend dat hij aangeefster heeft bedreigd met een mes, aangezien hij geen mes bij zich had. De rechtbank is van oordeel dat de verklaring van aangeefster ook op dit onderdeel kan worden gevolgd. De verklaringen van aangeefster zijn consistent en geloofwaardig, mede gezien het feit dat deze waar mogelijk worden ondersteund door forensisch onderzoek en getuigenverklaringen. Aangeefster heeft ook niet verklaard dat verdachte een mes had, maar wel dat verdachte heeft gedreigd met een mes. De ten laste gelegde bedreiging met een mes is naar het oordeel van de rechtbank wettig en overtuigend bewezen.
Bij de politie heeft verdachte verklaard dat hij welbewust de weg is overgestoken om naar aangeefster toe te gaan en aangeefster van haar fiets heeft geduwd. Zijn verklaring ter terechtzitting dat hij per ongeluk tegen aangeefster is gebotst is, gezien die eerdere verklaringen, niet geloofwaardig, temeer nu ook aangeefster heeft verklaard dat zij van haar fiets werd getrapt. Naar het oordeel van de rechtbank is ook dit onderdeel wettig en overtuigend bewezen.
Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij niet met zekerheid kan zeggen of hij aangeefster heeft gebeten, maar dat het wel kan zijn dat hij dat heeft gedaan. Gelet op de conclusie van de deskundige L.B.G.M. Tinsel dat het beetspoor zoals aangetroffen bij aangeefster passend is bij het gebit van verdachte, is naar het oordeel van de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte aangeefster heeft gebeten.
Al met al is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte het primair tenlastegelegde feit heeft begaan.
4.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage genoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat:
hij op 04 september 2016, te Kampen, gemeente Kampen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer] opzettelijk van het leven te beroven, die [slachtoffer] bij de keel heeft gepakt en de keel van die [slachtoffer] meerdere malen heeft dichtgedrukt en dichtgedrukt heeft gehouden en die [slachtoffer] meerdere malen met haar hoofd onder water heeft geduwd en gedrukt en gehouden, met het oogmerk om de uitvoering van onderstaande strafbare feiten voor te bereiden of gemakkelijk te maken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, welke poging doodslag werd vergezeld van enige strafbare feiten te weten
-meermalen door geweld en bedreiging met geweld dwingen van die [slachtoffer] tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , namelijk het (telkens) met de penis binnendringen in de mond en de vagina en de anus van die [slachtoffer] en
-het in de voor de nachtrust bestemde tijd en op de Flevoweg, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening wegnemen van een mobiele telefoon (Samsung Galaxy S6)
en een (goud/champagnekleurig) telefoonhoesje en bankpas en ID-kaart en een Cibap pas, toebehorende aan die [slachtoffer] , welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en
-het door geweld en bedreiging met geweld, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, dwingen van die [slachtoffer] tot afgifte van de swipe/patrooncode van de telefoon,
welk geweld en bedreiging met geweld hierin steeds heeft bestaan dat verdachte opzettelijk
-die [slachtoffer] met geweld van haar fiets heeft getrapt en getrokken en
-die [slachtoffer] heeft vastgepakt en een arm om haar keel heeft gedaan en
-vervolgens haar heeft meegesleurd en meegetrokken naar de andere kant van de weg en
-die [slachtoffer] meerdere malen in/tegen het gezicht en het lichaam heeft gestompt en geslagen en
-die [slachtoffer] bij de keel heeft gepakt en meerdere malen de keel heeft dichtgedrukt en haar hoofd onder water heeft geduwd en gedrukt en gehouden en
-die [slachtoffer] heeft gebeten en
-tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat hij een mes had en dat hij haar zou steken en vermoorden en
-die [slachtoffer] met geweld van haar kleding heeft ontdaan en
-die [slachtoffer] tegen de grond heeft gewerkt
en aldus een voor die [slachtoffer] bedreigende situatie heeft doen ontstaan.
De rechtbank heeft de in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte wordt hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 45, 287 en 288 Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
het misdrijf:
poging tot doodslag, vergezeld van een strafbaar feit en gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit voor te bereiden of gemakkelijk te maken.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor het bewezenverklaarde feit.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor het primair ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van elf jaren, met aftrek van voorarrest.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft, uitgaande van vrijspraak voor het primair ten laste gelegde, zich op het standpunt gesteld dat een lagere straf moet worden opgelegd dan door de officier van justitie is geëist.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier, waaronder het verder blanco uittreksel uit het justitiële documentatieregister d.d. 14 februari 2017, en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
In de nacht van 3 op 4 september 2016 heeft verdachte een – volstrekt willekeurige – jonge vrouw van op dat moment zeventien jaren oud, die naar huis fietste van een avond oppassen en daarbij bewust koos voor het verlichte – en dus in principe veiliger – fietspad van haar fiets getrokken. Hij heeft haar meegesleurd naar een donkerder en stillere plek aan de overkant van de weg, haar aldaar geprobeerd te wurgen en te verdrinken, waarbij zij diverse malen het bewustzijn heeft verloren, haar volledig ontkleed en op alle mogelijke manieren verkracht, haar keer op keer geslagen en gestompt, haar bedreigd met geweld en – toen hij klaar was – haar telefoon met bijbehorende swipecode afgenomen, waardoor zij niemand kon bellen en afhankelijk was van een toevallige voorbijganger voor hulp. Met deze gruwelijke daad heeft verdachte aangeefster voor het leven getekend. Zij vreesde deze aanval niet te zullen overleven en haar lichamelijke en psychische integriteit is op de meest verstrekkende wijze geschonden. Verdachte heeft door zijn bruut en mensonterend handelen niet alleen een zeer grove inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit, de persoonlijke levenssfeer en de persoonlijke bewegingsvrijheid van aangeefster, maar haar ook opgezadeld met noodzakelijke pijnlijke en psychisch zware medische behandelingen omdat verdachte Hepatitis-B positief is en er onzekerheid bestaat ten aanzien van besmetting met seksueel overdraagbare aandoeningen of HIV. Het leed dat aangeefster is aangedaan en dat zij nog altijd ervaart, staat voorop. Maar het gebeurde heeft ook grote impact op haar omgeving en de samenleving in het algemeen.
De rechtbank rekent verdachte ook zijn proceshouding aan, die haaks staat op zijn verklaring spijt te hebben. Hij heeft eerst het gebeurde volledig ontkend en vervolgens alleen bekend waar, gezien de forensische resultaten, geen ontkennen aan was. Ter zitting is verdachte vervolgens weer enigszins teruggekomen op zijn eerdere bekentenis door bijvoorbeeld te stellen dat een toevallige botsing op de fiets de katalyserende factor is geweest. Verdachte heeft daarmee op geen enkel moment getoond de volledige verantwoordelijkheid voor zijn daden te nemen noch enige verklaring over zijn beweegredenen gegeven. Daarmee zal aangeefster altijd in het ongewisse blijven waarom en waarom juist zij doelwit is geworden van het gruwelijk en harteloos handelen van verdachte.
De rechtbank heeft acht geslagen op de over verdachte opgemaakte rapportages van dr. T.W.D.P. van Os, psychiater, d.d. 26 maart 2017 en H. Scharft, psycholoog d.d. 21 maart 2017. Daaruit komt naar voren dat verdachte, vanuit een belast verleden, een posttraumatische stressstoornis (ptss) heeft. Daarnaast is volgens de psychiater sprake van een alcoholstoornis in de vorm van bingedrinken en volgens de psycholoog van een mogelijke laagbegaafdheid. Beide deskundigen melden dat het alcoholgebruik van verdachte in ontremmende zin van invloed kan zijn geweest op het tenlastegelegde. Zij zien evenwel geen verband tussen het tenlastegelegde en de ptss en mogelijke laagbegaafdheid. Zij adviseren daarom verdachte als volledig toerekeningsvatbaar te beschouwen. Dat betekent dat er niet in strafverminderende zin rekening gehouden dient te worden met de stoornissen die bij verdachte zijn geconstateerd. Dit advies neemt de rechtbank over.
Gezien de bijzondere ernst van het bewezenverklaarde, de omstandigheden waaronder het feit plaatshad, het verregaande geweld, het volstrekt willekeurig gekozen minderjarige slachtoffer, de proceshouding van verdachte en diens volledige toerekeningsvatbaarheid ziet de rechtbank aanleiding om, boven hetgeen de officier van justitie heeft geëist, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twaalf jaren op te leggen.

8.De schade van benadeelden

8.1
De vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer] , heeft zich, middels haar advocaat mr. C.E. Jeekel te Zwolle, als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 76.383,85, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. De gevorderde schade bestaat uit de volgende posten:
  • immateriële schade € 50.000,00
  • eigen bijdrage ziektekostenverzekering 2017 € 385,00
  • materiële kosten € 847,49
  • reiskosten € 88,16
  • parkeerkosten € 7,40
  • mantelzorguren moeder € 6.048,00
  • verlies aan verdienvermogen € 2.344,75
  • studievertraging € 16.625,00
  • medische kosten € 38,05
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de vordering geheel wordt toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
8.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft het volgende aangevoerd. Ten aanzien van de immateriële schade kan worden aangevoerd dat de benadeelde partij al gedurende een lange periode kampt met psychische klachten en voor dit delict al twee jaar onder behandeling/begeleiding stond van een psychiater in verband met een posttraumatische stressstoornis. Om die reden is niet eenvoudig vast te stellen of en zo ja, tot welke hoogte de gevorderde immateriële schade het rechtstreeks gevolg is van het ten laste gelegde feit. Mutatis mutandis geldt hetzelfde voor de schade ten gevolge van de opgelopen studievertraging. De raadsman heeft gelet hierop de rechtbank verzocht om de vordering van de benadeelde partij, voor zover het gaat om de immateriële schadevergoeding en de vergoeding voor studievertraging, niet ontvankelijk te verklaren. Voor wat betreft de overige kosten heeft de raadsman zich gerefereerd.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij.
De verdediging heeft de hoogte van de immateriële schadevergoeding en de vordering voor zover deze ziet op studievertraging betwist door te wijzen op de predispositie van de benadeelde partij.
Naar het oordeel van de rechtbank is namens de benadeelde partij de hoogte van het bedrag aan smartengeld voldoende onderbouwd. Het gevorderde bedrag is alleszins redelijk gelet op de aard en ernst van de normschending. Ook voldoende onderbouwd is dat de opgelopen studievertraging van een jaar in duidelijke relatie staat tot het delict, dat aan het begin van het eerste schooljaar is gepleegd, zodat dit eveneens voor vergoeding in aanmerking komt. Het is evident dat een strafbaar feit als het onderhavige traumatische gevolgen heeft, die ook van invloed zijn op een studie. Dit wordt ondersteund door het rapport van de forensisch arts van 9 september 2016, waaruit volgt dat de benadeelde partij waarschijnlijk blijvend getraumatiseerd is en dat intensieve hulp en begeleiding langdurig noodzakelijk is.
Ten aanzien van de hoogte van het gevorderde bedrag stelt de rechtbank vast dat het een forfaitair bedrag betreft. Toewijzing van dit bedrag ligt in de rede nu de hoogte van dit bedrag niet gemotiveerd is betwist.
Wat er ook zij van de door de verdediging aangevoerde predispositie van de benadeelde partij, zij heeft voldoende onderbouwd gesteld dat zij bedoelde schade heeft geleden als direct gevolg van het bewezenverklaarde. Mogelijkerwijze heeft haar predispositie ervoor gezorgd dat zij de gevolgen langer of in heftiger mate ondervindt dan een ander, dat neemt niet weg dat het bewezenverklaarde de schade direct heeft veroorzaakt en dat de gevorderde bedragen in redelijkheid voor rekening van verdachte kunnen komen.
De overige opgevoerde schadeposten zijn niet betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van € 76.383,85, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd.
8.5
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij heeft verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het feit is toegebracht.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 10 en 27 Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
  • verklaart bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
  • verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
  • verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
  • verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
het misdrijf:
poging tot doodslag, vergezeld van een strafbaar feit en gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit voor te bereiden of gemakkelijk te maken;
s
trafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
straf
  • veroordeelt verdachte tot een
  • bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;

schadevergoeding

  • veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
  • veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
  • legt de
  • bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. F. van der Maden, voorzitter, mr. V.P.K. van Rosmalen en mr. M.P. Nan, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S.W. de Boer, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 4 mei 2017.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de regiopolitie Oost-Nederland, Team Grootschalige Opsporing, met nummer 2016436515 (Onderzoek Cuba). Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1.
Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door [verbalisant 1] , hoofdagent, en [verbalisant 3] , surveillant, van 4 september 2016, pagina 38-39, onder meer inhoudende:
(…) Ik, verbalisant [verbalisant 1] , zag dat een meisje op de bijrijdersstoel van het, voertuig zat. Ik zag dat zij van onder tot boven besmeurd was met modder. Ik zag dat het meisje een blauwe spijkerbroek aan had en dat deze erg vies was. (…) Ik zag tevens dat het meisje geen schoenen droeg (…).Ik, verbalisant [verbalisant 1] , zocht toen in de omgeving naar een mogelijke plaats delict. (…) Ik liep verder de berm in, in de richting van de daarnaast gelegen sloot. Ik scheen met mijn zaklamp en zag toen links naast de sloot (…) meerdere kledingstukken en schoenen verspreid in het gras liggen. (…)
2.
Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door [verbalisant 2] , hoofdagent, en [verbalisant 4] , agent, van 4 september 2016, pagina 42-44, onder meer inhoudende:
(…) Op het moment dat ik contact had met het slachtoffer zag ik dat ze blote voeten had. Tevens droeg ze een spijkerbroek en een zwarte jas. Ik, verbalisant [verbalisant 2] , zag dat ze haar spijkerbroek binnenstebuiten aan had en dat ze geen bovenkleding onder haar jas droeg. Ik, verbalisant [verbalisant 2] , zag dat het slachtoffer helemaal overstuur was en haar handen, hoofd, haar en voeten onder de modder zaten. (…) Ik, verbalisant [verbalisant 2] , zag dat de kleding van het slachtoffer nat was. (…)
3.
Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door [verbalisant 5] , hoofdagent, en [verbalisant 6] , hoofdagent, van 4 september 2016, pagina 45-47, met bijlagen, onder meer inhoudende:
(…) Wij zagen aan de bermzijde aan de Flevoweg, zijde van de Marinus Postlaan, diverse kledingstukken liggen. (…) Wij zagen dat er zes (6) kledingstukken verspreid op de grond lagen. (…) Ik, verbalisant [verbalisant 6] , nam een foto van het eerste kledingstuk dat ik veiligstelde, dit betrof een lichtkleurige BH (…). Ik, verbalisant [verbalisant 6] , nam een foto van het tweede kledingstuk dat ik veiligstelde, dit betrof een zwarte schoen van het merk Nike, met daarop een roze Nike logo (…). Ik, verbalisant [verbalisant 6] , nam een foto van het derde kledingstuk dat ik veiligstelde, dit betrof een wit vest met roze opdruk (…). Ik, verbalisant [verbalisant 6] , nam een foto van het vierde kledingstuk dat ik veiligstelde, dit betrof een zwart kledingstuk, vermoedelijk een T-shirt (…). Ik, verbalisant. [verbalisant 6] , nam een foto van het vijfde kledingstuk dat ik veiligstelde, dit betrof een tweede zwarte schoen van het merk Nike, met daarop een roze Nike logo (…). Ik, verbalisant [verbalisant 6] , nam een foto van het zesde kledingstuk dat ik veiligstelde, dit betrof een witte sok (…).
4.
Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door [verbalisant 7] , brigadier, en [inspecteur 1] , inspecteur, van 4 september 2016, pagina 55, onder meer inhoudende:
(…) Na het Medisch Forensisch Onderzoek hebben wij, verbalisanten, kortstondig gesproken met slachtoffer. (…) Op de vraag welke telefoon zij had en welke kennelijk was meegenomen door de verdachte hoorden wij haar zeggen:
“Samsung Galaxy S6 in een goud of champagne kleurige hoes. In die hoes zat mijn bankpas met nummer [rekeningnummer] , een Cibap en mijn ID kaart.” (…)
5.
Het proces-verbaal onderzoek met speurhond naar menselijke geur ten behoeve van forensische opsporing, opgemaakt door J [verbalisant 8] , hoofdagent, van 5 september 2016, pagina 58-59, met bijlagen, onder meer inhoudende:
(…) Ik zag toen vanaf het fietspad een roze voorwerp, gelijkend op een onderbroek, in de sloot drijven. (…)
6.
Het proces-verbaal van bevindingen onderzoek naar locatie telefoontoestel slachtoffer, opgemaakt door [verbalisant 9] , hoofdinspecteur, van 7 september 2016, pagina 67-69, met bijlagen, onder meer inhoudende:
(…) Door het slachtoffer is inloginformatie verstrekt van het Google-account. (…) Ik heb vervolgens aangemeld op het Google account (…) om de locatiegegevens van het toestel inzichtelijk te krijgen. (…) De eerst volgende registratie op dit account is op 4 september 2016 om 3:18 uur. Hier is de telefoon gepositioneerd op het adres betreft het [adres] . (…)
Omstreeks 17:15 uur is de locatie voor het eerst zichtbaar geworden in het Samsung account. (…)
In een tijdsbestek van een half uur bleek dat het toestel zich verplaatste van de Wortmanstraat te Kampen in de richting van de Roggebotsluis te Dronten. Door het observatieteam werden bij elke locatiewisseling dezelfde tweetal personen waargenomen. Dit heeft geresulteerd in het staande houden van deze tweetal personen. Na het staande houden van deze personen bleek de locatie van het toestel ook niet meer te wijzigen. (…)
Na de aanhouding van deze personen en het overbrengen naar het bureau van politie te Zwolle verplaatste het toestel zich eveneens in de richting van Zwolle (…).
Omdat het toestel nog niet was aangetroffen bij de reeds aangehouden personen is door mij de belfunctie geactiveerd. Door de aanwezige collega’s, bij de aangehouden personen waren, werd bevestigd dat na het door mij activeren van de belfunctie er bij deze personen een telefoon afging. (…)
7.
Het proces-verbaal van bevindingen betreffende de aanhouding, opgemaakt door [inspecteur 2] , inspecteur, van 7 september 2016, pagina 84-85, onder meer inhoudende:
(…) Het signalement opgegeven door het slachtoffer was op dat moment: donkere man, kort krullend haar en hij zou gebrekkig Engels praten. (…)
Eind van die zondagmiddag werd de telefoon gepeild op de locatie Flevoweg te Kampen. Hier zag het observatieteam dat een man en een vrouw op de fiets op deze locatie waren. Deze man en vrouw hadden ze eerder die middag ook gezien op een eerder gepeilde locatie van de betreffende telefoon. (…) De man op de fiets was een donkergekleurde man met kort krullend haar. Bij het aanspreken van de man tijdens de controle bleek dat hij gebrekkig Engels sprak. (…)
Via de portofoon hoorde ik de collega zeggen dat er in de kleding van de mannelijke verdachte een telefoon rinkelde. (…)
8.
De door S.J.Th. van Kuijk, forensisch arts, opgemaakte letselrapportage van 25 november 2016, pagina 90-91, onder meer inhoudende:
(…) Volgens het PV heeft betrokkene (BE) op of rond 24-07-2016 letsel opgelopen bij een val thuis (AZC) / in de douche. (…)
Op 29-07-2016 is BE behandeld op de afdeling Spoedeisende Hulp van het MC Zuiderzee. (…)
botbreuk is gefixeerd met gipsspalk; op 10-08-2016 is BE voor controle in het ziekenhuis geweest (…)
beoordeling letsel
herstel Naar verwachting volledig functioneel herstel binnen 6 weken (…)
9.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] van 8 september 2016, pagina 151-154, onder meer inhoudende:
(…) Ik fietste langs de Flevoweg over het fietspad van uit de stad. Op dat moment dat ik kom langsfietsen zie ik twee mensen in de berm liggen. Die zie/hoor ik seks hebben op dat moment. (…) Ik meen ook kotsgeluiden te hebben gehoord. (…) Ze lagen vrij ver in de berm tegen de waterkant aan in de aflopende berm (…).
10.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] van 5 september 2016, pagina 158-169, met bijlagen, onder meer inhoudende:
(…) Plaats delict: Flevoweg, Kampen
Pleegdatum/tijd: Op zondag 4 september 2016 tussen 02.30 en 03.30. (…)
Voordat wij verdergaan met de aangifte zouden we graag gegevens van je mobiele telefoon willen hebben. (…)
A: (…) De kleur van het toestel is donkerblauw. Het hoesje is rosé goud. (…)
A: (…) Ik fietste over de rotonde bij de Heemtuin waarna ik naar een paar meter een trap kreeg tegen mijn fiets aan. (…) Hij greep mij met zijn arm om mijn keel en sleurde mij naar de andere kant van de weg. (…) Maar toen ik weer mijn telefoon pakte om te bellen drukte hij mij onder water en dit was al de tweede keer dat ik geen lucht kreeg. Alles werd wazig en volgens mij viel ik flauw. Ik durfde niets meer te doen en ik hoorde mijn shirt scheuren. Ik probeerde te schreeuwen tegen een auto die voorbijreed maar kreeg nog meer klappen. Ik viel weer weg en het werd zwart voor mijn ogen. Ik moest huilen en hij bleef mijn maar slaan. Alles deed zeer, hij bleef mij maar slaan. En de kleren uit.
V: Hoe ging dat dan?
A: Ik weet het niet goed, ik viel steeds weg en was duizelig. Alles deed pijn (…). Hij pakte mijn telefoon en wilde mijn wachtwoord weten. Hij bleef schreeuwen dat hij mij zou gaan vermoorden en dat hij zou gaan steken, echt steken. Hij zei dat hij een mes had. (…) Hij heeft mijn telefoon gepakt en is weggerend. (…)
Daarna ben ik op de fiets naar [naam] gegaan. Daar heb ik opgepast dat ik daar wegfietste. (…) Ik heb toen op haar dochtertje gepast. (…) Ik ben ergens tussen half drie / tien over half drie weggefietst. (…)
V:Welke kleding droeg je?
A: Een zwart tshirt, met een rose kleurig vestje, een lichtblauwe lange broek en een zwarte Gajes jas van mijn vriendin [naam] en zwarte Nike Air Max Classic maat 37. (…)
V: Welk verbindingsmiddel had je bij?
A: Samsung Galaxy S6. (…)
V: (…) Op welk moment zag je de man die jouw heeft misbruikt?
A: Toen hij me trapte tegen mijn fiets aan. Hij kwam van achteren aan fietsen en trapte tegen mijn achterwiel van de fiets (…) En ik viel gelijk half de berm in (…), Hij pakte me bij mijn keel en sleepte mij de Flevoweg over. Aan de overkant loopt het een stukje naar beneden, daar heb je een sloot met gras. (…) Hij sleurde me mee tot dat ik uit het zicht was. (…)
V: Welk geweld heeft hij toegepast?
A: Slaan, wurgen, proberen te verdrinken.
V: Het seksuele geweld waar bestond dat uit?
A: Seks alles (…). Hij trok gewoon mijn kleding uit. (…) Alle kleding, ik had niks meer aan. (…) Ik weet dat hij mij pijn deed, overal mijn gezicht, borsten, buik, benen overal deed het pijn. (…)
V: Waar is hij bij je naar binnen gegaan?
A: In mijn mond, van achteren en voren. (…)
V: Wat kun je over de man vertellen?
A: Hij was donkerbruin, zwart haar, krulletjes, beetje uitpuilende ogen, praatte gebrekkig Engels, groene sweater, spijkerbroek, riem. (…)
V: Hoe dwong de man jou tot seks?
A: Hij sloeg mij tegen mijn rechterslaap aan en hij probeerde mij te wurgen. Hij zat bovenop mij en sloeg met zijn rechterhand in mijn gezicht. Ik was helemaal verstijfd en verdoofd toen hij met zijn piemel bij mij naar binnen ging. (…)
Op een gegeven moment pakte hij mijn telefoon en ging er van door. Ik moest hem de patrooncode van mijn mobiele telefoon geven. Ik heb hem dat gegeven en direct daarna ging hij weg met zijn fiets.
V: Waar lag je precies?
A: (…) Ik lag bijna tegen de sloot aan. (…)
V: Je hebt ons gisteren verteld dat je uiteindelijk je patrooncode van je telefoon aan de man hebt gegeven. Hoe ging dat precies?
A: Hij zat naast mij en sloeg mij. Ik moest laten zien. Hij sloeg mij weer en ging toen weg. (…)
V: Je vertelde dat die man je om de hals pakte en naar de andere kant van de weg sleurde. Hoe ging dat precies?
A: (…) hij pakte me om mijn hals en trok mij mee naar de andere kant van de weg. (…)
V: Je hebt ons gisteren verteld dat die man je probeerde te wurgen. Hoe deed hij dat precies?
A: Met zijn hand om mijn hals. De duim en vingers om mijn hals.
V: Hoe vaak deed hij dat?
A: (…) Dit gebeurde wel een aantal keren. (…)
Ik probeerde 112 te bellen. Dit lukte niet omdat hij mijn telefoon afpakte en mij met mijn hoofd in het water van de sloot duwde, met zijn hand om mijn keel. (…) Ik kwam achterover het water in. Mijn hele hoofd was onder water. Mijn lichaam niet. (…)
Toen er een auto langs reed, ben ik gaan schreeuwen. Hij sloeg mij gelijk weer en zei dat ik mijn mond moest houden. Hij zei: “als je nu je mond niet houdt dan vermoord ik je”.
V: In welke taal zei de man dit?
A: In gebrekkig Engels. (…)
V: Hoe vaak heeft hij je geslagen?
A: (…) Meer dan 10 keer.
V: Wat voelde je daarbij?
A: Pijn, bang, verdrietig en ik dacht serieus dat ik daar dood zou gaan. (…)
V: Je bent gisteren onderzocht door een arts en er was ook iemand bij van de forensische opsporing. Zij hebben op jouw rechterschouderblad een verwonding gezien. Kan je ons daar wat over vertellen?
A: Nee, ik heb op mijn rug gelegen en op mijn buik. Mijn nek doet zo zeer dat ik mijn hoofd moet vastpakken omdat mijn spieren het niet aankunnen. Vannacht met slapen had ik steeds veel pijn bij het omdraaien. Ik kan niet zo van de ene zijde naar de andere zijde omdraaien. Dit doet veel pijn en ik heb nergens kracht meer voor. (…)
V: We hebben gehoord dat deze verwonding wel op een bijtwond lijkt. Kan je daar wat over vertellen?
A: Ik zag het thuis en het leek mij ook wel een bijtwond (…)
V: Heb je nog meer verwondingen op je lichaam?
A: Op mijn linkerheup, nek, rechterkant van mijn gezicht (…)
V: Je vertelde gisteren dat je op enig moment helemaal naakt was. Hoe ging dat?
A: Met geweld ik weet niet precies hoe ik dit moet uitleggen.
V: Welk kledingstuk ging als eerste uit?
A: Mijn jas. Hij deed de rits van de jas naar beneden en trok het met geweld van mij af. Ik lag toen al op de grond. Hij zei steeds in het Engels: “Stay sleepy”. Hij drukte mij met zijn handen naar de grond. Hij deed mijn vest uit en daarna mijn trui, maar volgens mij scheurde hij mijn trui kapot. (…) Hij was al met mijn broek en alles bezig en schoenen. (…) Hij trok de broek vanaf boven naar beneden. De broek ging helemaal uit. Ik had ook nog een riem om die hij ook open heeft gemaakt. Mijn onderbroek ging gelijk uit met de broek. Ook mijn bh deed hij bij mij af. (…)
V: Wat deed hij met je kleren?
A: Die gooide hij aan de kant. Dichtbij mij waar ik lag.
V: Hoe ver lag je van de sloot af?
A: Ik denk nog geen meter.
V: Je hebt zojuist verteld hoe je kleding is uitgegaan. Ging dit met geweld of zonder geweld?
A: Met geweld, hij bleef mij ondertussen slaan en bedreigen dat hij een mes had en dat hij mij zou gaan vermoorden. Mijn t-shirt is aan achterkant door hem losgescheurd. Hij zat voor mij en bovenop mij. Hij deed zijn armen om mij heen en scheurde vanaf de achterzijde het shirt kapot van onder naar boven.
V: Je vertelde dat hij je op alle manieren heeft misbruikt. In je mond, in je vagina en anaal. (…) Hoe ging dat in de mond?
A: Hij drukte hem er gewoon in (…). Omdat ik hem beet kreeg ik meteen weer een klap. (…) Ik lag op mijn rug. Ik mocht niet zitten. (…) Iedere keer als ik een beetje omhoog kwam, pakte hij mij bij mijn keel en drukte hij mij naar beneden.
V: Hoe ging dat vaginaal?
A: Hetzelfde hij deed het gewoon. Ik lag op mijn rug. (…)
V: Toen de man met zijn piemel bij jou naar binnen ging, wat voelde je?
A: Pijn alleen maar pijn.
V: Hoe ging dat anaal?
A: Toen lag ik op mijn buik, ik moest mij omdraaien hij trok gewoon aan me, aan mijn arm of zo. Ik lag op mijn buik en toen deed hij het gewoon, ik heb nog geschreeuwd, het deed zo’n zeer. (…)
11.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] van 27 september 2016, pagina 175-180, met bijlagen, onder meer inhoudende:
(…) V: Hoe vaak ben je bij benadering geslagen?
A: Dat heb ik niet bijgehouden. Ieder geval meer dan 10 à 15 keer.
V: Op welke wijze sloeg hij jou?
A: Ik denk met zijn rechterhand, met de buitenkant. (…)
V: Met hoeveel kracht sloeg hij jou?
A: Hard. (…) Het deed zeer. Het werd ook zwart voor mijn ogen dus hard.
V: Op welke momenten sloeg hij jou?
A: Als ik praatte of niet goed meewerkte of als ik schreeuwde. Alles wat hem niet aanstond zeg maar.
V: Je vertelde dat hij je keel heeft dichtgeknepen. Hoe vaak heeft hij jouw keel dichtgeknepen?
A: Ik denk meer dan vijf à 10 keer, zo iets. (…)
V: Op welke wijze drukte hij jouw keel dicht? (…)
O: Aangeefster doet haar hand om haar keel en heeft de vingers om de ene zijde van de keel en de duim aan de andere zijde.
A: En dan echt knijpen en duwen.
V: Wanneer deed hij dit?
A: Gelijk vanaf het begin al toen ik weg wilde rennen. Vanaf toen redelijk vaak als ik begon te schreeuwen of de telefoon wilde pakken om te bellen. (…)
V: Je hebt ons al verteld dat hij jou proberen te verdrinken in de sloot. Wat kan je ons daar nog meer over vertellen?
A: (…) Hij sleurde mij mee en duwde mij onder water zodat ik niet kon bellen en schreeuwen denk ik.
V: (…) Waren jouw haren ook nat?
A: Ja. (…)
12.
De door W.E. Dorland, forensisch arts, opgemaakte letselrapportage van 9 september 2016, pagina 183-185, onder meer inhoudende:
(…) Omdat de verdachte Hepatitis-B positief is, afkomstig is uit Afrika en omdat SO zowel vaginaal als anaal verkracht is wordt SO inmiddels actief en passief gevaccineerd tegen Hepatitis-B en wordt er PEP-profylaxe (tegen HIV) gegeven aan SO. Dit zijn pijnlijke en fysiek en psychisch zware behandelingen waar SO veel klachten en bijwerkingen van ondervindt.
genitaliën grote schaamlip rechts richting ingang vagina een oppervlakkige scheur/schaafverwonding, ongeveer 1 cm lang; SO heeft vaginaal bloedverlies gehadletsel past bij Slijmvlies letsel
hoofd aan de buitenooghoek rechteroog een kleine bloeduitstorting doorsnede 0,5 cm, rechterslaap een oppervlakkige schaafwond, rood ongeveer 3 cm doorsnede.Rechterwang is rood. Zou kunnen passen bij stomp inwerkend geweld zoals een klap met hand.SO heeft een hersenschudding opgelopen (informatie SEH-arts)
hals in de hals zijn meerdere rode verkleuringen te zien.1. onder rechterkaakhoek, hoog in de hals is een diffuus rode verkleuring van ongeveer 3 cm doorsnede. 2. ter hoogte van het strottehoofd is een diffuus rode verkleuring zichtbaar van ongeveer 10 cm lang en enkele cm breed. kan goed passen bij stomp inwerkend geweld zoals bij dichtknijpen keel/poging tot wurging. SO is buiten westen geraakt en zag sterretjesletsel past bij Zwelling
romp het SO is naakt en van top tot teen besmeurd met zand, modder, takjes en bladeren.op de borst, boven rechter borst loopt een lange oppervlakkige krassen verwonding en enkele kleinere rondere krasjes, rood verkleurd. Kan goed passen bij krasverwonding door iets scherps, bijvoorbeeld nagel of takjesletsel past bij Kraswond
linker arm aan de achterkant van de linker boven en onderarm/elleboog zijn meerdere oppervlakkige krasverwondingen zichtbaarletsel past bij oppervlakkig schaafletsel
handen onder de nagels van SO is veel zand en vuil. zij heeft zich verweerd door te krabben naar de daderletsel past bij Overig letsel
buik met de crimescoop is een patroon van een onderhuidse bloeduitstorting te zien rond de navel,4 ovaalronde afdrukken, zoals bijvoorbeeld zou kunnen ontstaan bij ferme druk van vingers bij stevig vastgrijpenletsel past bij Bloeduitstorting
rug bovenkant rug, ter hoogte van het linkerschouderblad zijn ringvormige afdrukken zichtbaar, typerend voor afdrukken zoals van een beet met tanden. SO kan zich hier niets van herinneren, is ook even buiten westen geweest.letsel past bij Drukwondonderkant rug meerdere oppervlakkige schaafwondjes zichtbaar, kan passen bij schuren over ruwe ondergrond, zoals zand, takkenletsel past bij oppervlakkig schaafletsel
onderlichaam rond de billen zit veel wat ontlasting, uit de anus sijpelt wat bloed. SO is zodanig overstuur, dat nadere inspectie op dit moment niet mogelijk is. Uit de vagina sijpelt ook wat bloed.letsel past bij Overig letsel (,,,)SO is vaginaal en anaal verkracht met daarbij passend vaginaal en anaal letsel (…)
herstel Psychisch SO is zeer zwaar getraumatiseerd. Volledig herstel hiervan zal op korte en middellange termijn zeker niet optreden.Waarschijnlijk is SO blijvend getraumatiseerd. Intensieve hulp en begeleiding is langdurig noodzakelijk. (…)
letsel past bij toedracht Past volledig bij de door slachtoffer aangegeven toedracht (…)
13.
Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door [verbalisant 10] , brigadier, van 8 september 2016, pagina 186, onder meer inhoudende:
(…) Bij aanvang van het aangifte verhoor op zondag 4 september 2016, werd door mij verbalisant [verbalisant 10] aan [slachtoffer] gevraagd of zij wat wilde drinken. Zij gaf aan dat ze wel water wilde drinken. Ik verbalisant [verbalisant 10] hoorde haar letterlijk zeggen: “ik heb heel erg last van mijn keel.” (…)
Verder vertelde [slachtoffer] dat zij door de pijn en de zwellingen bij haar keel bijna niet kon eten. Ze vertelde dat ze alleen maar een beetje vloeibaar voedsel kon eten zoals vla.
Ook tijdens het aangifte verhoor op maandag 5 september 2016 gaf [slachtoffer] meerdere keren aan dat zij zo’n pijn aan haar keel had en dat ze alleen maar water kon drinken. (…)
14.
Een geschrift, te weten de rapportage van prof. dr. P.A.M. Hofman, radioloog, van 21 november 2016, pagina 319-325, onder meer inhoudende:
(…)Welke (traumatische) afwijkingen kunnen op basis van het radiologisch materiaal worden geobjectiveerd?
Er worden induraties gezien op de wang, in de hals, in de nek (…). Alle induraties zijn met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid ontstaan door inwerking van uitwendig mechanisch geweld op de wang, hals, nek (…).Waar zijn deze afwijkingen gelokaliseerd?
Er zijn MRI opname gemaakt van het aangezicht tot en met de bovenste thorax apertuur (het hoogste deel van de borstkas). Op deze opname worden induraties (zwellingen) gezien in het onderhuidse vetweefsel:
• links op de wang
• onder de linker kaakrand op twee plaatsen
• onder en achter het oor zowel links als rechts
• links achter in de nek
• rechts in de hals
• rechts in de nek (…)
Wat zijn de fysieke risico's bij (het aanbrengen van ) dit letsel?
Deze letsels zijn veroorzaakt door inwerking van extern inwerkend geweld. De letsels bevinden zich zowel aan de linker- als aan de rechterzijde en aan de voor- en achterzijde. Deze letsels kunnen zijn ontstaan door samendrukkend of omsnoerend geweld van de hals. Samendrukkend of omsnoerend geweld op de hals en op de nek kan leiden tot druk op de bloedvaten en op de luchtwegen. Dit kan leiden tot zuurstof tekort naar de hersenen en het lichaam en, of tot hartritme stoornissen.
Samendrukkend of omsnoerend geweld van de hals kan daardoor leiden tot de dood.
Kan dit beeld passen bij verwurging door middel van handen zoals verklaart door het slachtoffer?
Alle induraties zijn met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid ontstaan door inwerking van uitwendig mechanisch geweld op de wang, hals, nek (…).
Overweging en conclusie
Er worden acht onderhuidse induraties (zwellingen) gezien in en rond de hals en nek. (…)
15.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte van 16 september 2016, pagina 416-432, met bijlagen, onder meer inhoudende:
(…) A: (…) lk kwam haar tegen onderweg. lk kon mijn emotie niet controleren, die drang wat ik had. Daar bij dat gras heb ik haar laten vallen. Zij kon niks doen want ik zat boven op haar. Daar heb ik haar verkracht. (…) Ik was onderweg naar huis. Ik was aan de rechter kant van de weg en zag haar aan de linker kant en ik ben gedraaid om naar haar toe te gaan. (…) lk was achter haar en ik duwde haar en ze viel op de grond. (…)
V: zij fietst aan de overkant van de weg. Waarom steek je dan over?
A: Dat zeg ik net. (…) lk heb haar geduwd en zij schreeuwde. lk heb haar getrokken naar de zijkant naar het gras. Zij kon niks meer zeggen. Wij lagen op het gras. Zij probeerde te bellen en ik heb dat afgepakt en weggegooid. Toen ik klaar was (…) en ik heb de telefoon toen meegenomen. (…) lk heb gemeenschap met haar gedaan. (…) lk heb haar kleren uit gedaan. (…) Ik heb haar gebogen en geneukt. (…) Ik heb haar gebogen, haar hoofd naar voren en haar kont naar mij en ik heb haar van achteren geneukt.
V: Van achter?
A: Ja.
V: Bedoel je anaal of via achterzijde in de vagina?
A: lk zou niet kunnen zeggen welk deel. lk neukte gewoon. (…)
V:Wanneer stopte de seks?
A: Toen ik klaar was.
V: Wat bedoel je daar precies mee?
A: Met spuiten. (…) Aan het begin toen zij weigerde, heb ik haar geslagen. We hebben geworsteld. (…)
V: Hoe communiceerde jij met haar?
A: (…) Gebrekkig Engels wat ik een beetje ken. (…)
V: Toen je haar de kleren uit deed. Waar heb je die gelaten?
A: Op de grond.
V: Wat voor kleren had zij allemaal aan?
A: (…) Als ik goed herinneren een lange broek.
(…)
V: Is de broek dan helemaal uitgedaan of tot de enkels?
A: Helemaal uit. (…)
V: Wat doe je met de telefoon als je wakker bent?
A: lk heb mijn sim daar in gedaan. De code heb ik veranderd. Wat daar was heb ik in de prullenbak gedaan.
V: Wat heb je in de prullenbak gedaan?
A: Drie pasjes, ID en bank pas. (…)
V: Wat heb je met die passen gedaan?
A: Kapot gemaakt en in de prullenbak gegooid.
16.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte van 28 september 2016, pagina 447-458, onder meer inhoudende:
(…) V: Je hebt al verklaard dat je haar van achteren geneukt hebt. Probeer eens uit te leggen hoe dat gebeurd is?
A: (…) Zij was gebogen. (…) Knie op de grond. (…) lk was achter, ik heb haar van achteren geneukt. (…) Ik was op de knieën.
V: Waar hield je haar vast?
A: (…) Op haar rug. (…)
V: Hoe sloeg jij haar?
A: Met mijn hand.
V: Waar sloeg je haar?
A: Ongeveer op haar gezicht.
V: Als je dan slaat, sla je dan met open hand, of vuist?
A: (…) Met links heb ik met beide kanten van mijn handen geslagen.
V: Met rechts hield je haar onder druk?
A: Ja. (…) lk heb op haar gezeten en haar geslagen. (…) Zij lag met haar rug op de grond. (…)
V: Zij heeft ons ook verteld dat zij heeft willen roepen?
A: Ja, dat herinner ik nog.
V: Wat heb je daar tegen gedaan?
A: lk heb haar geslagen. (…) Zij heeft geschreeuwd zei ik toch, zij wilde hulp krijgen van iemand en toen heb ik geslagen. (…) Toen ik haar voor het eerst trok, heeft zij geschreeuwd en toen ik haar op de grond gooide schreeuwde zij ook. Toen heb ik haar geslagen. (…) Plotseling heb ik mijn broek uit gedaan en drukte haar omhoog en heb haar geneukt.
V: Heb je haar vaginaal of anaal geneukt?
A: !k heb haar van achteren geneukt maar waar weet ik niet. Het kan in haar vagina zijn of in haar anus. (…) Ik heb de telefoon van haar afgepakt. (…)
17.
Het proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door [inspecteur 3] , inspecteur, [verbalisant 11] , BOA, [verbalisant 12] , hoofdagent, van 5 september 2016, met bijlagen, in het bijzonder de foto’s 5 en 6, pagina 516-527, onder meer inhoudende:
(…) De enge plaats delict was gelegen in de berm en het talud aan de Noordzijde van de Flevoweg (…). Aan deze zijde van de Flevoweg waren achtereenvolgens een berm met bomenrij, fietspad, berm met bomenrij en aflopend talud naar een afwaterings-sloot. (…)
18.
Een geschrift, te weten de rapportage van L.B.G.M. Tinsel, tandarts, forensisch odontoloog, van 2 oktober 2016, pagina 594-595, met bijlagen, onder meer inhoudende:
(…) Bij de verdachte [verdachte] geboren op 22 augustus 1983 werden op het politiebureau te Zwolle, siliconen (Provil) gebitsafdrukken gemaakt. (…)
Van het slachtoffer mevrouw [slachtoffer] zijn door de FO fotografisch opnamen met maatverdeling van het beetspoor op de rug gemaakt en ter beschikking gesteld voor het onderzoek. (…)
Conclusie
Het beetspoor zoals aangetroffen bij het slachtoffer is passend bij het gebit van de genoemde verdachte. (…)
19.
Een geschrift, te weten het rapport “Onderzoek naar biologische sporen en DNA-onderzoek naar aanleiding van een aangifte van een zedenmisdrijf gepleegd in Kampen op 4 september 2016” van het Nederlands Forensisch Instituut, opgemaakt door ing. M.J.W. Pouwels, van 15 september 2016, pagina 605-607 onder meer inhoudende:
(…) Onderzoek naar biologische sporen
De vier bemonsteringen van dc schaamlippen en de vagina uit de onderzoeksset zedendelicten [code 1] van het slachtoffer [slachtoffer] zijn onderzocht op de aanwezigheid van sperma(vloeistof), bloed en speeksel. In elk van deze bemonsteringen zijn microscopisch spermacellen waargenomen, is bloed aangetroffen en is een aanwijzing verkregen voor de aanwezigheid van speeksel. De bemonsteringen zijn als [code 1] #01 tot en met #04 veiliggesteld voor een DNA-onderzoek. (…)
Resultaten, interpretatie en conclusie
Van de referentiemonsters wangslijmvlies van het slachtoffer [slachtoffer] [code 2] en de verdachte [verdachte] [code 3] zijn DNA-profielen verkregen die zijn betrokken bij het vergelijkend DNA-onderzoek.
Op grond van de resultaten van het onderzoek naar biologische sporen en vergelijkend DNA-onderzoek wordt geconcludeerd dat de bemonsteringen [code 1] #01 tot en met #04 elk sperma bevatten dat afkomstig kan zijn van de verdachte [verdachte] . De kans dat het DNA-profiel van een willekeurig gekozen man matcht met het DNA-profiel van het sperma in de bemonsteringen [code 1] #01 tot en met #03 is kleiner dan één op één miljard. (…)
20.
Een geschrift, te weten het herzien rapport “Onderzoek naar biologische sporen en DNA-onderzoek naar aanleiding van een aangifte van een zedenmisdrijf gepleegd in Kampen op 4 september 2016” van het Nederlands Forensisch Instituut, opgemaakt door ing. M.J.W. Pouwels, van 24 oktober 2016, pagina 610-614, onder meer inhoudende:
(…)
Onderzoeksset zedendelicten [code 1] van het slachtoffer [slachtoffer]
De bemonsteringen van de anus en de mond zijn onderzocht op de aanwezigheid van bloed en sperma (vloeistof).
Resultaten, interpretatie en conclusie
De DNA-profielen van het slachtoffer [slachtoffer] [code 2] en de verdachte [verdachte] [code 3] zijn betrokken bij het vergelijkend DNA-onderzoek.
In Tabel 1 staat vermeld van wie het celmateriaal op grond van het vergelijkend DNA-onderzoek afkomstig is. (…)
(…)
Toelichting:

2. De kans dat het DNA-profiel algemene voorwaarden een willekeurig gekozen man matcht met het DNA-profiel van het sperma in deze bemonstering is kleiner dan 1 op 1 miljard. (…)

21.
De verklaring van verdachte zoals afgelegd ter terechtzitting van 20 april 2017, onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
(…) U vraagt mij of ik aangeefster heb geslagen. Ik antwoord daarop dat ik haar heb geslagen (…).
Ik begon haar te slaan. Aangeefster zei iets maar ik kon haar niet verstaan. Ik heb haar op haar gezicht geslagen. (…) Ik heb haar bij de nek vastgehouden. Ik heb haar met de linkerhand om de nek gepakt (…) en op het gras geduwd. (…)
U vraagt mij of u mij goed begrijpt als ik zeg dat het kan zijn dat ik één keer zo hard bij de nek heb vast gehad dat ze geen lucht kreeg. Ik antwoord daarop dat dat kan. Het kan zijn dat ik bij die ene keer veel kracht heb gebruikt. (…)
Ik heb haar knoop van de broek losgemaakt. Haar broek heb ik uitgetrokken. (…)
Vaginaal heb ik aangeefster verkracht. Van achter heb ik haar ook vaginaal verkracht, maar het kan zijn dat dat anaal was. (…)
Het kan zijn dat ik aangeefster heb gebeten, maar ik kan het me niet herinneren waar. Het kan goed zijn dat ik haar heb gebeten. (…)