5.3.Het hof stelt daarbij het volgende voorop. In artikel 3 AV 1993 is bepaald dat de canon kan worden herzien wanneer de canon geen gelijkwaardige tegenprestatie meer is voor het genot dat de erfpachter van de erfpachtzaak heeft. In hoger beroep is niet langer in geschil dat ook bij aanvang van de verlengde termijn een beroep op art. 3 AV 1993 kan worden gedaan. Artikel 3 AV 93 luidt als volgt:
“Artikel 3 Herziening canon
1. De canon wordt telkens na verloop van een periode van vijf jaren op verzoek van de Staat of de erfpachter -hierna ook te noemen: partij(en)- herzien, indien het bedrag van de canon niet langer een gelijkwaardige tegenprestatie is te achten voor het genot van de erfpachtszaak.
2. De partij die herziening van de canon wenst, is verplicht hiervan ten minste drie maanden voor het einde van de in het eerste lid bedoelde periode aan de andere partij mededeling te doen. De nieuwe canon wordt door partijen vastgesteld in onderling overleg.
3. Indien partijen een maand voor het verstrijken van de in het eerst lid bedoelde periode niet hebben overlegd of na overleg geen overeenstemming hebben verkregen, zal de canon, onverminderd het bepaalde in artikel 19, eerste lid, bindend worden vastgesteld door drie deskundigen overeenkomstig het bepaalde in artikel 19.”
Artikel 19 AV 93 bepaalt het volgende:
“Artikel 19 Deskundigen
1. De partij die wenst over te gaan tot aanwijzing van deskundigen, brengt de andere partij hiervan schriftelijk op de hoogte, waarna deze gedurende een maand het recht heeft om te kiezen voor een beslechting van het geschil door de bevoegde rechter. Deze keuze geschiedt door een schriftelijke kennisgeving aan de andere partij. Men wordt geacht te hebben ingestemd met de beslechting van het geschil bij bindend advies op de voet van dit artikel indien men de termijn van een maand ongebruikt laat voorbijgaan.
2. De deskundigen worden door partijen aangewezen in onderling overleg. Indien zij hierover geen overeenstemming verkrijgen worden de deskundigen op verzoek van de meest gerede partij benoemd door de kantonrechter binnen wiens ressort de erfpachtszaak of het grootste gedeelte ervan is gelegen.
3. De deskundigen onderwerpen zich aan de voorwaarden door de aanvaarding van hun benoeming.
4. Indien de deskundigen tot een verschillend resultaat komen, geldt het gemiddelde als het vast te stellen bedrag.
5. De beslissing van de deskundigen wordt gemotiveerd en schriftelijk gegeven en heeft de kracht van bindend advies.
6. De kosten van de vaststelling door de deskundigen worden door partijen ieder voor de helft gedragen. In het geval als bedoeld in artikel 3, derde lid, komen zij ten laste van de partij die de herziening van de canon heeft verzocht, diende de verhoging of de verlaging van de canon minder dan tien procent van de laatstgeldende canon bedraagt.”