3.1.3.Tijdens het dienstverband waren van toepassing de cao’s gesloten voor de periode
1 januari 2010 tot 1 januari 2012 en voor de periode 1 januari 2012 tot 1 januari 2014. Deze cao’s kennen - voor zover hier van belang en met dien verstande dat de uurtarieven per cao en per periode wisselen - de navolgende bepalingen:
2.b. De diensturen moeten door de werknemer worden geregistreerd op een door de
werkgever te verstrekken urenverantwoordingsstaat. Een registratieplicht geldt eveneens voor de uren besteed aan rust, pauzes en de correcties.
2.c. De urenverantwoordingsstaat dient minimaal de navolgende gegevens te bevatten:
- de datum
- de diensttijd alsmede de dagtotalen daarvan
- de rusttijd
- de pauzes
- correcties
- de naam en handtekening van de chauffeur
2.d. De werknemer ontvangt na controle door de werkgever een voor akkoord getekend
exemplaar van de urenverantwoordingsstaat terug.
2.e. De werknemer dient binnen drie maanden na ontvangst van de urenverantwoordingsstaat als bedoeld onder 2.d schriftelijk aan de werkgever eventuele bezwaren kenbaar te maken. Wanneer de werknemer van dat recht geen gebruik maakt, geldt de urenverantwoordingsstaat vanaf dat moment als bewijs.
2.f. De werkgever dient de ingevulde urenverantwoordingsstaat gedurende tenminste een jaar na de datum waarop de invulling betrekking had, te bewaren.
2.g. Voor de controle van de urenverantwoordingsstaten dienen de daarbij behorende
tachograafschijven te worden overgelegd.
Artikel 40
Vergoeding van verblijfkosten
1.
Aan de werknemer worden volgens het in lid 3 van dit artikel opgenomen schema de
onderweg gemaakte kosten vergoed bestaande uit maaltijden, overige consumpties en sanitaire voorzieningen. Hieronder vallen niet de kosten van logies, inrichting van de cabine, koersverschillen, uitbetaalde fooien, telefoonkosten en overige kosten.
2. Van lid 1 kan worden afgeweken indien een afzonderlijke detacheringsregeling is getroffen of de werkgever een regeling heeft getroffen waardoor de werknemer gratis gebruik kan maken van bedrijfskantinefaciliteiten. Deze bedrijfskantinefaciliteiten dienen qua niveau in overeenstemming te zijn met de rechten die normaal gesproken ontleend kunnen worden aan onderstaand schema.
3. De verblijfkostenvergoeding bedraagt per 1 januari 2012:
3.a. Bij ééndaagse ritten 1):
- korter dan 4 uur 2) geen onbelaste vergoeding
- langer dan 4 uur 2) € 0,57 per uur
per 1 januari 2013 € 0,58 per uur
per 1 juli 2013 € 0,58 per uur
- tussen 18.00 en 24.00 uur:
indien vertrek voor 14.00 uur € 2,57 per uur
per 1 januari 2013 € 2,61 per uur
per 1 juli 2013 € 2,62 per uur
- indien vertrek na 14.00 uur en er sprake
is van een afwezigheidsduur van tenminste
12 uur een extra toeslag van € 10,74
per 1 januari 2013 € 10,90
per 1 juli 2013 € 10,95
ad 1) Onder een ééndaagse rit wordt verstaan een rit waarbij het vertrek en de
aankomst binnen 24 uur plaatsvinden.
ad 2) Het criterium geldt voor de afwezigheidsduur van de standplaats.
3.b. Bij meerdaagse ritten:
Eerste dag € 1,13 per uur
Per 1 januari 2013 € 1,15 per uur
Per 1 juli 2013 € 1,16 per uur
- tussen 17.00 en 24.00 uur indien vertrek
voor 17.00 uur € 2,57 per uur
Per 1 januari 2013 € 2,61 per uur
Per 1 juli 2013 € 2,62 per uur
3.c. Tussentijdse dagen € 44,40 per dag
Per 1 januari 2013 € 45,12 per dag
Per 1 juli 2013 € 45,36 per dag
Laatste dag € 1,13 per uur
Per 1 januari 2013 € 1,15 per uur
Per 1 juli 2013 € 1,16 per uur
- tussen 18.00 en 24.00 uur € 2,57 per uur
Per 1 januari 2013 € 2,61 per uur
Per 1 juli 2013 € 2,62 per uur
- tussen 24.00 en 06.00 uur € 1,13 per uur
Per 1 januari 2013 € 1,15 per uur
Per 1 juli 2013 € 1,16 per uur
- tussen 24.00 en 06.00 uur
indien aankomst na 12.00 uur € 2,57 per uur
Per 1 januari 2013 € 2,61 per uur
Per 1 juli 2013 € 2,62 per uur
Artikel 41
Vergoeding overstaan
Ten aanzien van de werknemer die in het kader van zijn dienstuitvoering gedurende een
weekend of een (buitenlandse) feestdag niet op zijn standplaats verblijft terwijl aan hem voor
die dag geen werkzaamheden zijn of kunnen worden opgedragen, wordt aan hem terzake van
de extra kosten van het niet-vrijwillig verblijf een extra vergoeding van € 10,74 netto en
€ 18,80 bruto per dag toegekend. Deze bedragen worden per 1 januari 2013 verhoogd naar
€ 10,90 netto en € 19,08 bruto per dag. Per 1 juli 2013 worden deze bedragen verhoogd naar € 10,95 netto en € 19,18 bruto per dag.
De hierboven in lid 3 van artikel 40 en in artikel 41 opgenomen bedragen zijn afkomstig uit de cao die gold van 1 januari 2012 tot 1 januari 2014. In de daaraan voorafgaande cao van 1 januari 2010 tot 1 januari 2012 zijn op die plaatsen lagere bedragen opgenomen.