ECLI:NL:GHSHE:2019:499

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
12 februari 2019
Publicatiedatum
12 februari 2019
Zaaknummer
200.104.152_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake overeenkomst van koop en verkoop in aandelen van een productiebedrijf

In deze zaak, gewezen door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 12 februari 2019, betreft het een hoger beroep in een geschil over een overeenkomst van koop en verkoop in aandelen van een productiebedrijf. De zaak is eerder behandeld door de rechtbank Roermond, waar een vonnis is gewezen op 7 maart 2012. De appellante, B.V. Exploitatie Maatschappij Travers Mosa, is in principaal hoger beroep gegaan tegen de geïntimeerde, die in dit geval de tegenpartij is. De procedure heeft een lange voorgeschiedenis met meerdere tussenarresten, waarbij het hof de nummering van eerdere arresten heeft voortgezet. De zaak is geschorst van 9 oktober 2018 tot 11 december 2018 vanwege een wrakingsverzoek van Travers Mosa.

Tijdens de procedure heeft Travers Mosa aanvullende stukken ingediend en is er een incident aanhangig gemaakt. Het hof heeft de partijen in de gelegenheid gesteld om te reageren op de ingediende stukken. De beoordeling van het incident heeft geleid tot de beslissing om de zaak naar de rol van 26 februari 2019 te verwijzen voor een antwoordconclusie van de zijde van de geïntimeerde. Het hof heeft verder iedere beslissing aangehouden, wat betekent dat de zaak nog niet definitief is afgedaan. De uitspraak is openbaar uitgesproken door de rolraadsheer, waarbij de betrokken rechters hun oordeel hebben gegeven over de procedurele stappen en de ingediende vorderingen.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Team Handelsrecht
zaaknummer 200.104.152/01
arrest van 12 februari 2019
gewezen in het incident in de zaak van
B.V. Exploitatie Maatschappij Travers Mosa,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
in de hoofdzaak appellante in principaal hoger beroep,
geïntimeerde in (voorwaardelijk) incidenteel hoger beroep,
eiseres in het incident,
advocaat: mr. G.C. Vergouwen te Eindhoven,
tegen
[geïntimeerde],
wonende te [woonplaats] ,
in de hoofdzaak geïntimeerde in principaal hoger beroep,
appellant in (voorwaardelijk) incidenteel hoger beroep,
verweerder in het incident,
advocaat: mr. H. Nieuwenhuizen te Eindhoven,
als vervolg op de door het hof gewezen tussenarresten van 17 december 2013, 4 maart 2014, 30 september 2014, 9 juni 2015, 22 maart 2016, 1 november 2016, 19 december 2017 en 28 augustus 2018 in het hoger beroep van het door de rechtbank Roermond onder zaaknummer 103039/HA ZA 10-621 gewezen vonnis van 7 maart 2012. Het hof zal de nummering van de eerder gewezen arresten voortzetten.

33.Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenarrest van 28 augustus 2018;
  • de 'antwoordakte tevens houdende incident ex 208/209 Rv' van Travers Mosa van 9 oktober 2018, met producties.
Opgemerkt zij dat de zaak is geschorst van 9 oktober 2018 tot 11 december 2018 in verband met het door Travers Mosa ingediende wrakingsverzoek.
Partijen hebben aanvullend gefourneerd, waarna het hof een datum voor arrest heeft bepaald.

34.De beoordeling

in het incident
34.1.
Bij het tussenarrest van 28 augustus 2018 is de zaak naar de rol verwezen teneinde Travers Mosa in de gelegenheid te stellen bij antwoordakte te reageren op de door [geïntimeerde] bij akte van 16 januari 2018 als productie 65 in het geding gebrachte kostenraming.
34.2.
De door Travers Mosa voor de rol van 25 september 2018 aan het hof toegezonden 'antwoordakte tevens houdende incident ex 208/209 Rv' is na bezwaar van [geïntimeerde] door de rolraadsheer geweigerd. Travers Mosa is in de gelegenheid gesteld de antwoordakte in te korten en opnieuw in te dienen, van welke gelegenheid zij gebruik heeft gemaakt op de rol van 9 oktober 2018.
De geweigerde antwoordakte van 25 september 2018 heeft Travers Mosa als productie 87 bij haar antwoordakte van 9 oktober 2018 gevoegd. Gelet op genoemde weigering en op de eisen van een goede procesorde zal het hof de inhoud van die productie buiten beschouwing laten voor zover de inhoud ervan niet woordelijk is opgenomen in de antwoordakte van 9 oktober 2018. Voor alle duidelijkheid overweegt het hof dat onder woordelijk opgenomen niet valt de verwijzing in nr. 9 en 10 van de antwoordakte naar passages uit de geweigerde akte.
34.3.
Travers Mosa heeft in haar antwoordakte van 9 oktober 2018 gereageerd op de door [geïntimeerde] in het geding gebrachte kostenraming.
34.4.
Voorts heeft Travers Mosa in haar antwoordakte een vordering in het incident ingesteld die ertoe strekt de deskundige op de voet van artikel 194 lid 5 Rv te bevelen ter zitting een mondelinge toelichting te geven op (de strekking en reikwijdte van de inhoud van) diens e-mail van 7 april 2017, bedoeld in rechtsoverweging 28.1.1 (e.v.) van het tussenarrest van 19 december 2017.
Ook heeft Travers Mosa voorwaardelijk, namelijk voor het geval het hof er niet toe overgaat de deskundige te bevelen een mondelinge toelichting te geven én het hof besluit om de kostenraming als processtuk toe te laten, een vordering in het incident ingesteld die ertoe strekt om:
  • [geïntimeerde] op de voet van artikel 843a Rv te bevelen documenten over te leggen die de (non-)authenticiteit van de kostenraming kunnen bevestigen, alsmede
  • Travers Mosa toe te staan getuigen te doen horen die kunnen verklaren omtrent de authenticiteit van de kostenraming, onder wie de opstellers van het saneringsplan.
34.5.
[geïntimeerde] is nog niet in de gelegenheid geweest verweer te voeren tegen de hiervoor genoemde vorderingen in het incident. Het hof zal [geïntimeerde] daartoe in de gelegenheid stellen.
34.6.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

35.De uitspraak

Het hof:
in het incident
verwijst de zaak naar de rol van 26 februari 2019 voor antwoordconclusie ten aanzien van de hiervoor in rechtsoverweging 34.4 bedoelde vorderingen in het incident, aan de zijde van [geïntimeerde] ;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. P.M. Arnoldus-Smit, E.H. Schulten en B.E.L.J.C. Verbunt en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 12 februari 2019.
griffier rolraadsheer