In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om een hoger beroep van de man tegen een beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 17 januari 2019. De rechtbank had de man niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek om vervangende toestemming te verlenen voor de erkenning van zijn minderjarige kind, geboren in 2015, en om een omgangsregeling vast te stellen. De man heeft op 15 april 2019 hoger beroep ingesteld tegen deze beschikking.
In het hoger beroep is de bijzondere curator, mr. J. Stappaerts-Zijlmans, benoemd voor de minderjarige. Deze curator heeft op 1 november 2019 aan het hof bericht dat zij per 1 januari 2020 niet meer zal optreden. De man heeft aangegeven dat hij een nieuwe bijzondere curator van een ander kantoor wenst, terwijl de vrouw instemt met de benoeming van een collega van de huidige curator. Het hof heeft besloten om mr. C.F.L. Beukering-Michielsen te benoemen als opvolgend bijzondere curator, gezien haar ervaring en deskundigheid.
Het hof heeft de nieuwe bijzondere curator opgedragen om vóór 30 januari 2020 een schriftelijk verslag uit te brengen over het verzoek van de man. Partijen en de Raad voor de Kinderbescherming krijgen de gelegenheid om binnen twee weken na ontvangst van het verslag schriftelijk te reageren. De zaak wordt voor het overige aangehouden voor dagbepaling van de mondelinge behandeling pro forma tot 15 februari 2019. De beschikking is openbaar uitgesproken op 19 december 2019.