Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
5.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 1 mei 2018, gewezen in het incident ex artikel 843a Rv;
- de memorie van antwoord met producties;
- de akte uitlatingen van [appellant] ;
- de door beide partijen bij gelegenheid van het pleidooi op 18 september 2019 overgelegde pleitnotities.
6.De verdere beoordeling
nietrust (in dit geval [geïntimeerde] ). Dat is hier niet aan de orde.
dat[appellant] , anders dan zijn betrokkenheid bij het vuurwerkdelict, aan [geïntimeerde] zijn (volledige) strafrechtelijke verleden heeft medegedeeld, is geen sprake van gegevens die [geïntimeerde] in haar dossier had kunnen of moeten vastleggen. Terecht heeft [geïntimeerde] aangevoerd dat zij niet kan vastleggen in het dossier wat haar niet is meegedeeld of anderszins ter kennis van haar is gekomen. Daarop stuit naar het oordeel van het hof ook af de stelling van [appellant] dat [geïntimeerde] haar dossier aan [appellant] dient te verstrekken, waaronder de aantekeningen waaruit blijkt hoe is omgegaan met de door [appellant] verstrekte informatie en op welke wijze deze is verstrekt aan de verzekeraar. In die stelling van [appellant] ligt immers (terecht) besloten dat eerst moet komen vast te staan welke informatie aan [geïntimeerde] is verstrekt voordat kan worden toegekomen aan de vraag of op [geïntimeerde] ter zake van de omgang met die informatie een verzwaarde stelplicht heeft. Nu [appellant] niet is geslaagd in het bewijs dat hij (voor zover relevant)
meerinformatie aan [geïntimeerde] heeft verstrekt over zijn (relevante) strafrechtelijk verleden dan zijn betrokkenheid bij een vuurwerkdelict, wordt aan een verzwaarde stelplicht van [geïntimeerde] , wat daarvan overigens zij, daarom niet toegekomen. Het hof voegt daaraan volledigheidshalve toe dat [geïntimeerde] , naar [appellant] niet heeft bestreden, bij memorie van antwoord haar dossier, voor zover zij dat niet reeds eerder in het geding heeft gebracht, heeft overgelegd. [appellant] heeft daarin kennelijk geen (nadere) aanknopingspunten gezien voor het aanbieden van (nadere) bewijslevering.