Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/01/305031 / HA ZA 16-163)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep met één productie;
- de memorie van grieven met één productie;
- de memorie van antwoord;
- het H-16 formulier van mr. Kemps van 23 september 2019, waarin het verzoek tot het houden van een pleidooi is ingetrokken en is bevestigd dat de op 3 oktober 2019 geplande zitting niet door hoeft te gaan;
- het H-16 formulier van mr. Moorman van Kappen van 20 september 2019, waarin akkoord is gegaan met het verzoek van mr. Kemps om het pleidooi op 3 oktober 2019 niet door te laten gaan.
3. De beoordeling
4. Pensioenverevening
- gedaagden hoofdelijk te veroordelen tot betaling aan een verzekeringsmaatschappij van zodanige bedragen als nodig om voornoemde pensioenuitkeringen levenslang te kunnen verrichten.
Voor de weergave van het subsidiair gevorderde verwijst het hof naar de dagvaarding.
a) met betrekking tot het door [geïntimeerde] zelf opgebouwde ouderdomspensioen:
- [appellante] veroordeeld tot betaling van een zodanig bedrag als nodig zal zijn om de pensioenuitkering levenslang te kunnen verrichten (bij benadering, volgens een offerte van Zwitserleven, in 2015 een bedrag van € 85.628,-) aan ABN AMRO Verzekeringen B.V. dan wel een door deze aan te wijzen verzekeringsmaatschappij, en
- [ex-echtgenoot] veroordeeld om ervoor zorg te dragen dat [appellante] een zodanig bedrag betaalt; en
- [appellante] veroordeeld tot betaling van zodanig bedrag als nodig is om de pensioenuitkering levenslang te kunnen verrichten (bij benadering, volgens een offerte van Zwitserleven, in 2015 een bedrag van € 425.190,-) aan ABN AMRO Verzekeringen B.V. dan wel een door deze aan te wijzen verzekeringsmaatschappij, en
- [ex-echtgenoot] veroordeeld om ervoor zorg te dragen dat [appellante] een zodanig bedrag betaalt.
De rechtbank heeft in conventie de proceskosten gecompenseerd in die zin dat ieder van partijen de eigen kosten dient te dragen. Het meer of anders gevorderde is afgewezen.
[ex-echtgenoot] is in reconventie in de gelegenheid gesteld een akte uitlating te nemen. Iedere verdere beslissing in reconventie is aangehouden.
a) het door [geïntimeerde] opgebouwde werknemerspensioen; en
(bij benadering in 2015 € 85.628,-).
Het gaat in deze procedure alleen over de veroordeling van [appellante] met betrekking tot het verevende ouderdomspensioen (bij benadering in 2015 € 425.190,-, zie rov. 2.4 sub b).