Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.mr. Folkert Tjerk Hiemstra,
mr. Ronald van den Bos,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven met producties 19 tot en met 27;
- de memorie van antwoord met producties 2 tot en met 20;
- de akte van [appellante] met producties 28 tot en met 42;
- de antwoordakte van de curatoren.
3.De beoordeling
“(…)- TI [ [de vennootschap] , toevoeging hof] houdt zelf de aandelen in [de vennootschap] Deutschland GmbH, Omnisal GmbH, [de vennootschap] UK Ltd, Industrial Park [vestigingsnaam] BV, [trading] Trading GmbH, [de vennootschap] France SARL, [de vennootschap] Argentina SA en [de vennootschap] (China) Food Additives Co. Ltd.(…)”
General Agreement on Tariffs and Trade(hierna: GATT 1994) en de
Agreement on Implementation of Article VI of the General Agreement on Tariffs and Trade 1994(hierna: de Anti-dumpingovereenkomst), en Verordening (EG) nr. 1225/2009 (oud) van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (hierna: de Basisverordening). Daarnaast heeft [appellante] misbruik gemaakt van haar machtspositie in de zin van artikel 102 VWEU en artikel 24 Mededingingswet. Ten slotte is sprake geweest van strijd met de maatschappelijke betamelijkheid. Als gevolg van dit handelen heeft [de vennootschap] schade geleden, aldus de curatoren.
tolling contractsvoor [de vennootschap] van witte fosfor afgeleide producten produceerden die vervolgens door [de vennootschap] aan derden werden verkocht (memorie van antwoord, 3.2 en 3.6.21). Deze stellingen van de curatoren over de activiteiten van [de vennootschap] zijn door [appellante] in de door haar genomen akte niet betwist, zodat het hof van de juistheid daarvan uitgaat. De curatoren hebben daarnaast uitdrukkelijk gesteld dat de door hen in deze procedure gevorderde schade zelfstandig door [de vennootschap] geleden schade (in de vorm van daling van verkoopvolume, afnemers en marktaandeel, en daaruit voortvloeiende winstderving ten aanzien van de in Nederland door [de vennootschap] geproduceerde witte fosfor en daarvan afgeleide producten) betreft en geen van [trading] Trading of andere dochtervennootschappen afgeleide schade (memorie van antwoord, 4.3.3, antwoordakte, 3). De periode waarin de gestelde schade is geleden, betreft volgens de curatoren kennelijk de periode vanaf 2008, toen [appellante] volgens de curatoren haar prijzen is gaan verlagen tot beneden de normale waarde (memorie van antwoord, 10.1.7.).
Handlungsort), terwijl volgens artikel 4 lid 1 Rome-II het recht van het land waar de schade zich voordoet van toepassing is (het
Erfolgsort), zodat niet in het midden kan blijven welk conflictenrecht van toepassing is.
Arbitral Awardvan 7 december 2007, waarnaar de curatoren verwijzen, dat dit voorwerp was van de verbodsvorderingen van [trading] Trading maar niet resulteerde in een daarmee corresponderende verplichting voor [appellante] in de minnelijke regeling die ter finale beëindiging van dat geschil vervolgens tussen partijen werd gesloten (productie 14, memorie van antwoord). Volgens de nieuwe preferentiële overeenkomst die ter uitvoering van die minnelijke regeling werd gesloten, gold geen exclusiviteit meer zodat vanaf dat moment in elk geval buiten twijfel stond dat [appellante] aan derden mocht leveren.
€ 12.844,-
€ 8.251,50