Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[de holding 1] ,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
[de holding 2],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
[projects] Projects B.V.gevestigd te [vestigingsplaats] ,
[appellant 4],
wonende te [woonplaats] ,
[appellant 5],
wonende te [woonplaats] ,
[appellant 6],
wonende te [woonplaats] ,
1.[de vennootschap 1] ,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
[beheer] ,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
[geintimeerde 3] ,wonende te [woonplaats] ,
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/01/340635 / KG ZA 18-685)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep met grieven en producties;
- de akte tot wijziging van eis van 18 februari 2019;
- de memorie van antwoord met producties;
- de akte tot wijziging van eis van 29 maart 2019;
- het pleidooi, waarbij partijen pleitnotities hebben overgelegd;
- de akte houdende productie van 31 juli 2019 met productie 34 die [appellanten c.s.] bij het pleidooi bij akte in het geding heeft gebracht;
- de akte houdende overlegging producties van 5 september 2019 met producties 19-24 die [geintimeerden c.s.] bij het pleidooi bij akte in het geding heeft gebracht;
- de akte houdende producties van 6 september 2019 met producties 35-40 die [appellanten c.s.] bij het pleidooi bij akte in het geding heeft gebracht;
- een brief van 6 september 2019 van mr. Berendsen met agendapunten voor de zitting van 20 september 2019.
3.De beoordeling
a.) [de vennootschap 2] (hierna: [de vennootschap 2] ) drijft een onderneming die zich richt op het met hoogwaardige techniek kweken van planten in afgesloten klimaatkamers zonder daglicht (PlantProduction Units, PPU’s), zowel in Nederland als daarbuiten.
b.) [de vennootschap 2] werd in 2010 opgericht door de heren [geintimeerde 3] , [appellant 4] , [appellant 5] en [appellant 6] . Enig aandeelhouder van [de vennootschap 2] is de Stichting Administratiekantoor [de groep] (hierna: de STAK). [de vennootschap 1] , [de holding 1] , [de holding 2] en [projects] , de persoonlijke houdstermaatschappijen van respectievelijk [geintimeerde 3] , [appellant 4] , [appellant 5] en [appellant 6] , houden ieder 25% van de door de STAK uitgegeven certificaten. [projects] is houdster van de certificaten 1 tot en met 45.000, [de holding 1] is houdster van de certificaten 45.001 tot en met 90.000, [de holding 2] is houdster van de certificaten 90.001 tot en met 135.000 en [de vennootschap 1] is houdster van de certificaten [certificaatnummer 1] tot en met [certificaatnummer 6] .
c.) [de holding 1] , [de holding 2] en [projects] vormen het statutair bestuur van [de vennootschap 2] . Tot het ontslag van [de vennootschap 1] op 14 december 2014 was [de vennootschap 1] eveneens statutair bestuurder van [de vennootschap 2] . [appellant 5] , [appellant 6] en [appellant 4] vormen het bestuur van de STAK, waarvan [geintimeerde 3] ook deel uitmaakte tot zijn ontslag op 14 december 2014.
d.) Op 23 april 2013 hebben [de vennootschap 2] , de STAK, [appellanten c.s.] en [geintimeerden c.s.] een overeenkomst gesloten, (hierna: de certificaathoudersovereenkomst). In die overeenkomst zijn onder meer de volgende bepalingen opgenomen:
“3 LOCK-UPDe Certificaathouders komen overeen om een lock-up periode te hanteren en zij verplichten zich hierbij om gedurende een periode van vijf (5) jaren te rekenen vanaf de datum van deze Overeenkomst, geen certificaten van aandelen in het kapitaal van de Vennootschap te verkopen of anderszins te vervreemden en/of zich te verbinden om certificaten van aandelen in het kapitaal van de Vennootschap te verkopen of anderszins te vervreemden, onverminderd het overigens in deze Overeenkomst bepaalde.4 VERKOOP CERTIFICATEN VAN AANDELEN4.1 Indien een Certificaathouder (een deel van) de door hem gehouden certificaten van aandelen in het kapitaal van de Vennootschap wenst te verkopen binnen de hiervoor in artikel 3 genoemde termijn van vijf (5) jaren, dan geldt dat de aangeboden certificaten van aandelen zullen worden verkocht en geleverd aan de overige certificaathouders, zulks naar rato van het aantal certificaten waarop zij reflecteren, voor een prijs die gelijk is aan de intrinsieke waarde van de met die certificaten corresponderende aandelen zoals blijkt uit de alsdan als laatst vastgestelde jaarrekening van de Vennootschap. Vindt eerder een (gedeeltelijke) overdracht van certificaten plaats:a) door [projects] na overlijden of arbeidsongeschiktheid van [appellant 6] ;b) door [de holding 1] na overlijden of arbeidsongeschiktheid van [appellant 4] ;c) door [de holding 2] na overlijden of arbeidsongeschiktheid van [appellant 5] ;d) [de vennootschap 1] na overlijden of arbeidsongeschiktheid van [geintimeerde 3] ,dan zal de prijs worden bepaald als omschreven in artikel 4.2 hierna. Ten aanzien van de betaling geldt alsdan het bepaalde in artikel 4.3 hierna.4.2 Indien een Certificaathouder (een deel van) de door hem gehouden certificaten van aandelen in het kapitaal van de Vennootschap wenst te verkopen na het verstrijken van de hiervoor genoemde termijn van vijf (5) jaren dan geldt dat:(i) aanbieding aan de overige Certificaathouders plaatsvindt met inachtneming van de toepasselijke blokkeringsregeling;(ii) de prijs van de certificaten bij verkoop alsdan gelijk zal zijn aan de helft van de waarde van de betreffende certificaten van aandelen in het economisch verkeer. Deze waarde zal worden vastgesteld door een door de Certificaathouders gezamenlijk aan te wijzen onafhankelijke registeraccountant;(iii) (…)4.3 In gevallen als omschreven in artikel 4.2. komen partijen hierbij overeen dat betaling van de koopprijs zal geschieden door middel van afstand doen van het recht tot betaling van de koopprijs door de betreffende verkopende Certificaathouder onder de verplichting voor de betreffende kopende Certificaathouder(s) om een bedrag gelijk aan de vastgestelde koopprijs schuldig te erkennen ten titel van geldlening. (…)4.4. Indien de Certificaathouders niet in staat zijn gebleken om, binnen dertig (30) dagen nadat zij in overeenstemming met de voorgaande bepalingen van dit artikel in overleg zijn getreden ofwel (i) de prijs van de certificaten van aandelen gezamenlijk vast te stellen, of (ii) gezamenlijk een registeraccountant aan te wijzen, is ieder van de Certificaathouders gerechtigd om de voorzitter van de Kamer van Koophandel te [vestigingsplaats] verzoeken om bindend een registeraccountant aan te wijzen teneinde, met inachtneming van hetgeen in deze Overeenkomst is bepaald, de intrinsieke waarde of de marktwaarde van de betreffende certificaten van aandelen te doen bepalen en aldus de prijs voor de aangeboden certificaten bindend vast te stellen.5. (…)6. BIJZONDERE AANBIEDINGSPLICHT6.1 Niettegenstaande het elders in deze Overeenkomst bepaalde, zal, indien zich ten aanzien van een van de Certificaathouders het navolgende bijzondere geval zich voordoet, een dergelijke Certificaathouder onmiddellijk daaraan voorafgaand geacht worden de door hem gehouden Certificaten, met inachtneming van het in de statuten van de Vennootschap en de Statuten van de Stichting hieromtrent bepaalde, te hebben aangeboden aan de andere Certificaathouders:1. (…)4. Wat betreft [de vennootschap 1] door het defungeren van [geintimeerde 3] binnen de groep van de Vennootschap anders dan door overlijden of arbeidsongeschiktheid.Partijen realiseren zich dat “defungeren binnen de groep van de Vennootschap” betekent dat de arbeidsrelatie/managementrelatie vrijwillig of onvrijwillig eindigt, anders dan door overlijden of arbeidsongeschiktheid.Onvrijwillig eindigen (opzeggen, ontslag en dergelijke) zal slechts kunnen plaatsvinden met inachtneming van een redelijkheidstoets welke bij discussie daaromtrent zal worden voorgelegd aan de op grond van deze Overeenkomst bevoegde rechter.6.2 Indien het in artikel 6.1 omschreven geval zich voordoet, zullen de door de betreffende Certificaathouder gehouden certificaten geacht worden aangeboden te zijn aan de overige Certificaathouders waarbij geldt dat de prijs van de certificaten bij verkoop alsdan gelijk zal zijn aan de helft van de waarde van de betreffende certificaten van aandelen in het economisch verkeer. Deze waarde zal worden vastgesteld door een door de Certificaathouders gezamenlijk aan te wijzen onafhankelijke registeraccountant.6.3 In het geval als omschreven in artikel 6.1 en 6.2 hiervoor komen partijen hierbij overeen dat betaling van de koopprijs zal geschieden door middel van afstand doen van het recht tot betaling van de koopprijs door de betreffende verkopende Certificaathouder onder de verplichting voor de betreffende kopende Certificaathouder(s) om een bedrag gelijk aan de vastgestelde koopprijs schuldig te erkennen ten titel van geldlening. (…)6.4 In afwijking van het bepaalde in artikel 6.2 zal de prijs voor de certificaten in overeenstemming met het bepaalde in artikel 4.1 gelijk zijn aan de intrinsieke waarde van de onderliggende aandelen indien de verplichting tot aanbieding op grond van het bepaalde in artikel 6.1 ontstaat binnen vijf (5) jaren te rekenen vanaf de datum van deze Overeenkomst.”e.) Op 14 december 2014 hebben [geintimeerden c.s.] hun functies binnen [de vennootschap 2] per direct neergelegd. Bij emailbericht van 4 december 2014 om 21:46 uur heeft [geintimeerde 3] het volgende emailbericht aan het managementteam van [de vennootschap 2] verzonden:
“Jullie brief van vanavond vraagt om een reactie. Ter voorkoming van verdere escalatie doe ik dat kort. (…)Zoals al vaak vermeld kan en wil ik niet de verantwoordelijkheid dragen voor jullie handelen. Om die reden leg ik per direct mijn functies binnen [de vennootschap 2] neer onder het uitdrukkelijke vertrouwen dat jullie je toezegging dat ik mijn aandelen tegen een marktconforme prijs kan overdragen gestand doen en de voorwaarde dat de aandeelhoudersovereenkomst geen effect heeft op mijn terugtreden. De betrokken advocaten kunnen dat verder afstemmen.”f.) Op 15 januari 2015 heeft [appellant 6] mede namens [appellant 5] , [appellant 4] , [de holding 2] , [de holding 1] en [projects] een e-mail aan [geintimeerde 3] verzonden, waarin hij mededeelde:
“Wij verwijzen naar jouw email van 14 december 2014 (21.46 uur). Ten aanzien van de door jou genoemde voorwaarde: wij zullen aan het feit dat jij je functies binnen [de vennootschap 2] per 14 december 2014 hebt neergelegd niet de gevolgen van artikel 6 van de aandeelhoudersovereenkomst verbinden, welk artikel, kort gezegd, bepaalt dat indien jij je functies neerlegt, jij je certificaten moet aanbieden voor een bedrag gelijk aan de intrinsieke waarde van de onderliggende aandelen.Voorts zijn wij - zoals eerder aangegeven - bereid te praten over een mogelijke overname van jouw certificaten tegen een redelijke, nader over een te komen prijs. Wij zijn nu druk bezig om ons een beeld te vormen van de waarde van de onderneming en komen hier op terug.”g.) Omdat [appellanten c.s.] van mening waren dat de hiervoor genoemde voorwaarde onder invloed van dwaling tot stand was gekomen, hebben zij [geintimeerden c.s.] in rechte betrokken.
h.) Bij vonnis van 10 oktober 2018 (C/01/300898 / HA ZA 15-785) heeft de rechtbank, terugkomend op haar bindende eindbeslissing in het tussenvonnis van 19 april 2017 met betrekking tot de door [appellanten c.s.] gestelde dwaling, de gevraagde verklaring voor recht dat de aanvaarding door [appellant 5] , [appellant 6] en [appellant 4] mede namens hun vennootschappen [de holding 2] , [projects] en [de holding 1] van de voorwaarde (inhoudende dat [de vennootschap 1] niet gehouden is op grond van art. 6.1 jo 6.4 jo 4.1 van de certificaathoudersovereenkomst de certificaten aan te bieden voor een bedrag gelijk aan de intrinsieke waarde van de onderliggende aandelen) onder invloed van dwaling is tot stand gekomen, toegewezen en de aanvaarding van die voorwaarde vernietigd. De rechtbank heeft in het vonnis van 10 oktober 2018 als volgt overwogen:
“2.35 De Ondernemingskamer heeft bij beschikking van 13 juli 2015 (prod.1 [appellanten c.s.] ) geoordeeld dat [geintimeerde 3] in zijn e-mail van 14 december 2014 zijn functie als bestuurder definitief heeft neergelegd. Daarom kan de in deze e-mail gestelde voorwaarde dat de aandeelhoudersovereenkomst geen effect zou hebben op het terugtreden van [geintimeerde 3] , niet worden aangemerkt als een aanbod voor een overeenkomst met wederzijdse verplichtingen, waarbij [geintimeerden c.s.] zich verplichtte ontslag te nemen. Dat betekent dat de e-mail van [appellant 6] van 15 januari 2015 een eenzijdige rechtshandeling betrof waarin [appellanten c.s.] de toezegging deed om [geintimeerden c.s.] niet te houden aan de overeenkomst over de intrinsieke waarde van de certificaten van [de vennootschap 1] .2.37 (…)De rechtbank zal de verklaring voor recht daarom jegens deze zes eisers uitspreken. De vordering onder j, om [de vennootschap 1] te veroordelen om haar certificaten in [de vennootschap 2] aan te bieden aan [appellanten c.s.] , tegen betaling van de intrinsieke waarde per 14 december 2014, is niet toewijsbaar, omdat [de vennootschap 1] op grond van artikel 6 van de certificaathoudersovereenkomst wordt geacht haar certificaten al te hebben aangeboden.2.38 Ten overvloede overweegt de rechtbank dat uit de vernietiging van de toezegging van [appellanten c.s.] volgt dat [appellanten c.s.] de intrinsieke waarde zal moeten betalen voor de certificaten van [de vennootschap 1] en dat het voor de hand ligt om daarvoor de intrinsieke waarde per de datum van het ontslag van [geintimeerden c.s.] te hanteren. [geintimeerden c.s.] heeft op de comparitie het standpunt ingenomen dat de intrinsieke waarde per eind 2016 moet worden gehanteerd. [geintimeerde 3] heeft echter niet toegelicht waarom [geintimeerde 3] zou moeten profiteren van de verhoging van de intrinsieke waarde die in de twee jaar na het vertrek van [geintimeerde 3] is bereikt door de inspanningen van de resterende partners.”i.) Het vonnis van 10 oktober 2018 is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. [appellanten c.s.] hebben [geintimeerden c.s.] bij brief van 19 oktober 2018 gesommeerd om binnen veertien dagen na 19 oktober 2018 de certificaten te leveren aan [de holding 1] , [de holding 2] en [projects] tegen betaling van € 1,00.
j.) [geintimeerden c.s.] hebben hieraan tot op heden niet voldaan.
primair:bepaalt dat de uitspraak in dit geding in de plaats treedt van de voor de levering van de Certificaten [de vennootschap 1] vereiste rechtshandelingen, als volgt:
- aan [de holding 1] : vijftienduizend (15.000) Certificaten [de vennootschap 1] , genummerd [certificaatnummer 1] tot en met [certificaatnummer 2] voor een bedrag van (totaal) EUR 1, althans een door het hof in goede justitie te bepalen bedrag,
- aan [de holding 2] : vijftienduizend (15.000) Certificaten [de vennootschap 1] , genummerd [certificaatnummer 3] tot en met [certificaatnummer 4] voor een bedrag van (totaal) EUR 1, althans een door het hof in goede justitie te bepalen bedrag,
- aan [projects] : vijftienduizend (15.000) Certificaten [de vennootschap 1] , genummerd [certificaatnummer 5] tot en met [certificaatnummer 6] voor een bedrag van (totaal) EUR 1, althans een door het hof in goede justitie te bepalen bedrag,
(iii) [de vennootschap 1] te bevelen het onbezwaarde eigendom van 15.000 van de Certificaten [de vennootschap 1] binnen veertien dagen na het arrest te leveren aan [projects] tegen betaling van EUR 1, althans een door het hof in goede justitie te bepalen lager bedrag,
(iii) [de vennootschap 1] te bevelen het onbezwaarde eigendom van 15.000 van de Certificaten [de vennootschap 1] binnen veertien dagen na het arrest te leveren aan [projects] voor een bedrag van EUR 157.800, althans een bedrag van EUR 1.584.000;
- i) tegen zekerheidsstelling – bijvoorbeeld middels een bankgarantie – door [appellanten c.s.] voor betaling van de koopprijs;
- ii) tegen zekerheidsstelling – bijvoorbeeld middels een bankgarantie – door [appellanten c.s.] , waarbij geldt dat – als [geintimeerden c.s.] zekerheid stelt voor terugbetaling van de koopprijs – [geintimeerden c.s.] de Certificaten [de vennootschap 1] moet leveren aan [appellanten c.s.] tegen betaling van de koopprijs;
- iii) schulderkennng door [appellanten c.s.] door middel van een lening als bedoeld in artikel 6.3 van de Certificaathoudersovereenkomst;
- iv) tegen betaling door [appellanten c.s.] van de koopprijs;
(iii) [de vennootschap 1] te bevelen het onbezwaarde eigendom van 15.000 van de Certificaten [de vennootschap 1] binnen veertien dagen na het arrest te leveren aan [projects] voor een bedrag van EUR 199.500, althans een bedrag van EUR 1.584.000,
- v) tegen zekerheidsstelling – bijvoorbeeld middels een bankgarantie – door [appellanten c.s.] voor betaling van de koopprijs;
- vi) tegen zekerheidsstelling – bijvoorbeeld middels een bankgarantie – door [appellanten c.s.] , waarbij geldt dat – als [geintimeerden c.s.] zekerheid stelt voor terugbetaling van de koopprijs – [geintimeerden c.s.] de Certificaten [de vennootschap 1] moet leveren aan [appellanten c.s.] tegen betaling van de koopprijs;
- vii) schulderkennng door [appellanten c.s.] door middel van een lening als bedoeld in artikel 6.3 van de Certificaathoudersovereenkomst;
- viii) tegen betaling door [appellanten c.s.] van de koopprijs;
- i) die voorzieningen te treffen die het hof gepast acht in het belang van [appellanten c.s.] :
- ii) [geintimeerden c.s.] hoofdelijk te veroordelen tot betaling aan [appellanten c.s.]
op dat momentals laatst vastgestelde jaarrekening. Uit de redactie van het artikel vloeit voort dat met ‘alsdan’ is bedoeld, het moment van aanbieding van de certificaten. Dat sprake zou zijn van een verwijzing naar het moment van verkoop en levering komt het hof niet logisch voor, nu die twee momenten kunnen samenvallen, maar ook heel wel (ver) uiteen kunnen liggen. Om een aanbod te kunnen aanvaarden, moet duidelijk zijn wat dat aanbod inhoudt. De hoogte van de prijs van de certificaten is in dit verband een essentieel element van het aanbod, dat dus op dat moment vast moet staan en niet kan afhangen van het moment van aanvaarding van het aanbod. Het voorgaande betekent dat met de ‘alsdan als laatst vastgestelde jaarrekening van de Vennootschap’ de jaarrekening van 2012 in aanmerking moet worden genomen, nu dit de laatst vastgestelde jaarrekening op 14 december 2014 betrof.